‘In beperking toont zich de meester’
Maar het bedrijf zegt er expliciet niet naar te streven een alleskunner te worden. Zes vrij smalle deelmarkten krijgen de volle aandacht van het bedrijf en voorlopig blijft dat zo.
Met zijn S3-suite heeft Lawson in de VS 60 procent van de markt voor backoffice-software voor ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen. Daarbij gaat het om administratietaken, maar vooral ook om het personeelsbeheer, taken die Lawson nu ook in de Europese gezondheidssector graag wil automatiseren. Dat soort hoge marktaandelen haalt Lawson (nog) niet in zijn andere vijf doelmarkten: voedingsmiddelenproducenten, mode/confectiebedrijven, distributiebedrijven, materieelverhuur en lokale overheden. Maar de benadering is dezelfde: “Win de topbedrijven als klant, dan komt de rest vanzelf”, zegt senior vice-president productmanagement Dean Hager. “Maar je moet ze wel iets te bieden hebben. In de voedingsbedrijven waar wij ons op richten – vlees, vis et cetera – gaat het vooral om het beperken van de risico’s en het traceerbaar maken van producten.” In de kledingbranche heeft Lawson vooral klanten in sportartikelenketens, waar de combinatie van standaardproducten (ballen, rackets enzovoort) en modeartikelen (kleding en schoenen) in dezelfde logistieke keten moet worden afgehandeld.
Lawson behaalt ongeveer 60 procent van zijn omzet momenteel in deze ‘verticals’ en dat aandeel is stijgende. “De enige manier om met SAP en Oracle te concurreren is je te blijven focussen”, zegt CEO Harry Debes. “Er zijn 100.000 bedrijven die aan het profiel van onze deelmarkten voldoen, terwijl we nu 4000 klanten hebben.”
De aloude scheiding tussen Lawsons S3 (‘Staff, Source & Serve’) en het voormalige Movex, nu M3 (‘Make, Move & Maintain’) blijft in de doelmarkten zichtbaar. Terwijl de ziekenhuizen en de lokale overheden veelal S3 gebruiken (en vaak op Amerikaanse bodem gehuisvest zijn), gebruiken de andere doelmarkten doorgaans het meer op productie en logistiek gerichte M3. Een met Oracles Fusion vergelijkbaar project zit er niet in, zegt Hager. “Die twee met elkaar versmelten heeft geen enkele zin.” Hij stelt dat de bedrijven die wat in Lawsons M3- of S3-suites zien, zeker niet zitten te wachten op het samenvoegen met funcitonaliteiten waar ze toch niets aan hebben. De spaarzame dingen die ze buiten de eigen suite nodig hebben kunnen ze via het op IBM’s WebSphere gebaseerde middlewareplatform van Lawson koppelen.
Een voorbeeld van software die zich via de middleware onttrekt aan de M3/S3-scheiding is ‘Strategic Human Capital Management’ (SHCM), met ‘Talent Management’ als nieuw onderdeel. Daarmee kunnen bedrijven en organisaties het talent in eigen gelederen identificeren, in de gaten houden en eventueel promoveren als daarvoor de tijd rijp is. Dit soort horizontale softwareonderdelen zal in aantal echter zeer beperkt blijven, aldus Lawson.
De SHCM-software is overigens geschreven met de nieuwe programmeertaal Landmark die Lawson zelf heeft ontwikkeld. Lawson omschrijft Landmark als een taal die werkt met ‘businesspatronen’ en daardoor zeer productief is. De 4,5 miljoen regels Java-code van SHCM zouden met slechts 166.000 regels Landmark-code zijn gerealiseerd. Implementatiepartners van Lawson zullen binnenkort de beschikking krijgen over de programmeertaal.
/f.blankena@sdu.nl