Overslaan en naar de inhoud gaan

Innovatieplatform moet kenniseconomie uit slop trekken

Het kabinet wil dat er organisatorische verbeteringen in het onderwijs worden doorgevoerd. Onderdeel daarvan is een innovatieplatform, waarin ministers en vertegenwoordigers van relevante maatschappelijke partijen die zich met onderwijs en kennis bezighouden zijn betrokken. Onder leiding van de premier zal dit platform strategische plannen uitwerken voor de kenniseconomie.
Maatschappij
Shutterstock
Shutterstock

Paul de Graaf, secretaris informatiebeleid bij de werkgeversorganisatie VNO­NCW meent dat het innovatieplatform een belangrijke rol kan spelen. "Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling is in Nederland vooral op ICT­gebied ernstig achtergebleven, zo concludeerde de commissie Le Pair een jaar geleden al", zegt De Graaf. Het innovatieplatform is volgens hem nodig voor meer focus op innovatie van ‘verstandige mensen’ uit de markt en van de overheid. Hij kan zich voorstellen dat bedrijven als Philips ("die voor wetenschappelijk onderzoek niet direct naar Nederland kijken") zitting nemen in het platform. "Tien tot vijftien leden is genoeg om het werkbaar te houden", meent De Graaf. De plannen van het innovatieplatform kunnen volgens hem in eerste instantie gefinancierd worden met wat hij noemt ‘oud­nieuw geld’: ICES/KIS­3. Die subsidiepot van Economische Zaken bevat 805 miljoen euro en heet tegenwoordig Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur (Bsik). Het geld komt uit het Fonds Economische Structuurversterking. "Die 805 miljoen zou wel eens niet genoeg kunnen zijn, maar laten we kijken hoe ver we met dat geld komen", aldus De Graaf. Vrijblijvend "Het wordt niets met dat innovatieplatform", meent ICT­ondernemer en hoogleraar Roel Pieper. "TaskForces en platforms zijn geen goede methode om uitvoering te geven aan innovatie." Dat worden volgens hem vrijblijvende discussiegroepen. "Het allergrootste probleem zit in het regeerakkoord, omdat er geen prioriteit en geld is vastgelegd bij één partij die het echt voor het zeggen heeft op het gebied van innovatiecoördinatie en ­uitvoering", weet Pieper. "Iemand moet de verantwoordelijkheid dragen en alle ministeries moeten (niet ‘mogen’) dan meedoen." Het maakt Pieper niet veel uit of er een coördinerende minister of staatssecretaris komt. "Een coördinerende minister is beter, denk ik. Bijna alle grote en vooruitstrevende landen in Europa hebben die reeds aangesteld." Over het aanstellen van Laurens Jan Brinkhorst als minister van Economische Zaken (een landbouwexpert) zegt Roel Pieper: "een hele zwakke openingszet voor Innovatief Nederland (mocht dit er ooit komen)." Focus Nederland­ICT is gelukkig met het innovatieplatform, zegt directeur Sylvia Roelofs. "De gedachte dat er onder leiding van de minister­ president een focus op innovatie komt, vinden wij belangrijk." Zij ziet voor wat betreft de samenstelling, zeker waar het ICT betreft, een rol weggelegd voor de ministeries van EZ, OC&W en Binnenlandse Zaken. Uit het bedrijfsleven zouden in ieder geval Nederland­ICT en VNO­NCW zitting moeten nemen, vindt Roelofs. Ook universiteiten en wetenschap (NWO) moeten erbij betrokken worden. "Per domein moet gekeken worden wie er aan tafel moeten zitten, eventueel in aparte werkgroepen. Het moet geen Poolse landdag worden", aldus Roelofs. Geen showproject Nederland­ICT onderkent het risico dat er wel veel gepraat wordt in het innovatieplatform, maar dat er weinig daden uit voortkomen. "Het mag geen showproject worden. Het moet leiden tot concrete resultaten", zegt Roelofs. De vakministeries moeten van tevoren duidelijk maken welke resultaten zij de komende drie jaar willen behalen. De maatschappij moet ze daarop kunnen afrekenen." Innovatie is volgens Roelofs publiek domein. De financiering van de projecten moet volgens Nederland­ICT uit de budgetten van de betrokken departementen komen. "Indien ze in overeenstemming zijn met de doelstellingen van ICES/KIS, kan ook daar geld vandaan komen." Het innovatieplatform, dat maximaal uit twintig leden uit wetenschap en bedrijfsleven mag bestaan, moet in ieder geval zijn volle medewerking verlenen aan de zestien aanbevelingen van het ICT­ Forum, vindt voorzitter Paul ‘t Hoen van deze denktank. Die aanbevelingen zijn gericht op het bundelen van de onderzoeksinspanningen van de diverse wetenschappelijke instellingen. Er moet vooral een regieorgaan komen voor ICT­onderzoek, meent ‘t Hoen.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in