Juridische analyse: Mededingingsrecht en marktwerking
Opvallend genoeg wilde en mocht AT&T de transistor niet exploiteren. Feitelijk had het bedrijf de handen vol aan de explosief stijgende naoorlogse telefoniemarkt, juridisch werd de stap naar de aantrekkelijke commerciële computermarkt door de Amerikaanse mededingingsautoriteiten verboden. In 1949 daagde Justitie AT&T voor de rechter en zeven jaar later schikten partijen de slepende rechtszaak. AT&T verplichtte zich in het Consent Decree uit 1956 om niet in andere zaken te gaan dan ´the furnishing of common carrier communications´. Als een gevolg van de schikkingsovereenkomst maakte Bell Labs de technische specificaties van de transistor tegen een nominale vergoeding beschikbaar. Daardoor konden derden transistors gaan produceren. Die vrije beschikbaarheid van technische specificaties – niet van de technologie zelf – heeft bijgedragen aan economische en maatschappelijke ontwikkelingen.Belangrijk was ook de juridische aanpak van de handelspraktijken van IBM, dat zo rond 1960 een dominante positie in de elektronische computerindustrie had verworven en daarvoor al in de ponskaartverwerkende computersector. Op grond van een schikking tussen IBM en het Amerikaanse ministerie van Justitie uit 1956 konden klanten IBM-systemen op dezelfde voorwaarden kopen als zij deze op huurbasis zelf aan de markt aanboden. Hierdoor zou later de aantrekkelijke third party-leasemarkt voor mainframes van Big Blue openbreken.Nu staan de handelspraktijken van IBM opnieuw ter discussie en de klacht van het Amerikaanse T3 over de mainframemarkt bij commissaris Kroes raakt actuele discussies over vendor lock-in, interoperabiliteit en standaarden in hun hart. Toch staat deze zaak in de schaduw bij de vernieuwde mededingingsrechtelijke belangstelling voor Microsoft. Brussel vindt dat ‘s werelds grootste softwareproducent opnieuw moet ontbundelen. Eerder classificeerden Europese Commissie en rechter opname van Windows Media Player in Windows als ontoelaatbare koppelverkoop, vanwege de verstoring van de mededinging op de markt van mediaspelers. Nu worden de ogen op Internet Explorer gericht.De browsermarkt kent een interessante jonge geschiedenis. Het was start-up Netscape die in december 1994 een voorlopige versie van zijn browser gratis aan consumenten weggaf – en zakelijk gebruikers een bescheiden vergoeding rekenende – om langs deze weg een lock-in te creëren. Wanneer Netscape eenmaal de de facto-standaard was geworden, wilde het bedrijf met aanvullende producten komen waarvoor wel moest worden betaald. De modus operandi werd destijds geroemd als unieke, innovatieve marketing in de softwaresector.Microsoft, die de ontwikkelingen van het begin van het world wide web van internet had onderschat, vocht terug door een overeenkomst met America Online te sluiten waardoor AOL Netscape verving voor Explorer. Dat was in maart 1996. Twee jaar later besloot Netscape zijn browser als open-sourcesoftwareproduct vrij te geven. De Mozilla-browser was een feit.Recente cijfers geven aan dat Microsofts dominante marktaandeel slinkt. Naast Mozilla kennen we Firefox van Apple en Google’s Chrome. Gebruikers betalen niet voor hun bladersoftware. Het is aan de Europese Commissie om te onderbouwen of Explorer een ontoelaatbare koppelverkoop is omdat de mededinging op de browsermarkt hierdoor wordt verstoord.Let op!