Overslaan en naar de inhoud gaan

Leren op afstand ontluikt

Zonder breedbandinfrastructuur ontstaan geen geavanceerde online-diensten. Maar hoe voorzie je een provincie van 224 bij 322 kilometer waar slechts 752 duizend mensen wonen op een rendabele manier van een moderne infrastructuur?
Maatschappij
Shutterstock
Shutterstock

Ken Cox en Lino Cleste, twee topmannen van het toenmalige lokale telecombedrijf NBTel zagen begin jaren tachtig dat zij een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan de economische ontwikkeling van hun provincie New Brunswick. De provinciale overheid deed zijn best de regio een bredere economische basis te geven dan de traditionele bronnen van inkomsten, zoals houtkap, mijnbouw en visserij. Cox en Cleste bedachten een plan waarin zij een flink deel van de bedrijven in de provincie zouden overtuigen hun bedrijfstelefooncentrale de deur uit te doen en de functies van het apparaat uit te besteden aan het telecombedrijf. Dat zou voldoende verkeer genereren om een verglazing van het hoofdnetwerk te rechtvaardigen. Daarna kon een uitbouw van het netwerk naar de kleine bewoonde kernen in het uitgestrekte land plaatsvinden. Bedrijfscentrales waren duur, vergden onderhoud en waren elke vijf tot tien jaar aan vervanging toe. Al die beslommeringen behoren niet tot de kernactiviteiten van de meeste bedrijven, dacht de NBTel-directie, dus daar willen ze best vanaf. De Centrex-diensten die in het netwerk de functies van de bedrijfscentrale kunnen overnemen, waren echter nog niet zo ontwikkeld als nu. Toch ging een groot deel van de bedrijven op het aanbod in. Inmiddels gebruikt zo’n 85 procent van de bedrijven de Centrex-diensten van het telecombedrijf. De strategie betaalde de afgelopen jaren uit. Terwijl vele telecombedrijven op de rand van de afgrond bungelden door te kloeke investeringen, heeft Aliant – het telecombedrijf waar NBTel in 1999 in opging – zijn netwerk klaar en is zonder schulden. Gilles Volpé, Aliant-directielid klaagt zelfs dat hij een deel van geplande uitrol van ADSL-verbindingen moet uitstellen omdat zijn toeleveranciers geen apparatuur kunnen leveren. “Bedrijven als Cisco, Nortel en Alcatel moesten hun ontwikkelingsbudgetten terugschroeven vanwege teruglopende vraag. Wij zijn dus de dupe van de malaise bij andere telecombedrijven.” De gezamenlijke aanpak van overheid en telecomsector had succes. In tien jaar tijd ontstond rond de slaperige hoofdstad Fredericton een dynamische ICT-sector die zich met name richt op onderwijs op afstand en callcenters. Alleen al op het gebied van teleonderwijs zijn zo’n vijftig bedrijven in de provincie actief. Geruchten over het gunstige ondernemingsklimaat voor teleonderwijsbedrijven in New Brunswick bereikten begin jaren negentig al de andere kant van Canada. Ken Reimer, algemeen directeur van het inmiddels toonaangevende Learnstream uit Fredericton verhuiste in 1998 met zijn bedrijf 5500 kilometer van Vancouver naar Fredericton. “De speciale programma’s aan de acht universiteiten samen met de concentratie van bedrijfjes met hetzelfde oogmerk creëerden een katalisatiepunt voor deze sector”, verklaart Reimer. Learnstream maakt nu online-cursussen en -oefeningen voor technisch specialisten in de defensie-industrie, de telecom en IT-sector en de financiële dienstverleners in Canada en de Verenigde Staten. Smartforce is een ander voorbeeld van een succesvolle teleonderwijsonderneming die zijn activiteiten vanuit Fredericton uitvoert. Dit bedrijf, door Gartner gezien als marktleider in online-onderwijsaanbod, biedt via internet een scala aan management- en ICT- cursussen aan, waaronder die van Microsoft. Vanuit het kantoor aan de rand van uitgestrekte bossen helpt een team van tachtig mentoren zo’n 2,5 miljoen studenten in 65 landen. Die leveren het bedrijf vorig jaar een omzet van 260 miljoen dollar op. Niet alleen in de hoofdstad Fredericton heeft men aandacht voor online-leren. De universiteit van de plaats Moncton, de belangrijkste handelsstad aan de kust van de provincie, heeft het onderwijs op afstand tot een speerpunt in het aanbod gemaakt. Joanne Roy, projectleider e-learning legt uit dat de universiteit drie campussen heeft die zo’n 3,5 tot 5 uur rijden uit elkaar liggen. Om reistijden te beperken werd al snel gekeken naar onderwijs op afstand. Maar de overgang verliep niet gemakkelijk: “Ons grote probleem was; hoe krijgt je de onderwijzer zo ver dat hij internet gaat gebruiken? Nu, na drie jaar intensieve samenwerking met pedagogisch specialisten, systeemanalisten en docenten hebben we een goede elektronische leeromgeving. Docenten kunnen even makkelijk vanuit een van de drie campussen college geven als vanaf een plek waar zij bijvoorbeeld een congres bezoeken.” De basis van het systeem dat de universiteit gebruikt, komt van Theorix, een van de lokale e-learning-platformleveranciers. Dit bedrijf levert zijn producten voornamelijk aan bedrijven en instellingen in de Verenigde Staten en Canada. “De Europese e-learningmarkt loopt nog steeds ver achter bij het Amerikaanse continent, voornamelijk vanwege de hoge communicatiekosten”, zo verwoordt Jean Nadeau, algemeen directeur van Theorix zijn ervaringen op het Europese continent. Ook in British Columbia aan de andere kant van Canada, staat de ontwikkeling van tele-educatie niet stil. In Vancouver werd vier jaar geleden zelfs een volledig nieuwe universiteit opgezet, genaamd TechBC, met teleleren als uitgangspunt. Medeoprichter Paul Stacey legt uit dat het initiatief voortkwam uit overleg met de industrie. “De golf van kwaliteitscertificeringen leidt tot een grote vraag naar cursussen in het bedrijfsleven. Daarnaast bestaat een grote behoefte aan mensen die in wisselende teams samen effectief problemen kunnen oplossen en projecten tot een goed einde brengen.” Om op een innovatieve manier aan deze behoefte tegemoet te komen startten in 1999 met hulp van de provinciale overheid, zo’n honderd studenten aan het programma dat zich toespitst op IT, op management en telecom en op interactive art (ontwerp- en multimediaproducties). De cursussen zijn overigens niet allemaal volledig online. “Wij constateerden dat een gemengde aanpak bij een aantal vakken het best voldoet,” zegt Stacey. Dit cursusjaar bedraagt het aantal studenten al vijfhonderd en werken zo’n dertig promovendi aan hun proefschrift. Overigens heeft de vorig jaar gekozen provinciale overheid vanwege financiële prioriteiten de subsidie aan TechBC stopgezet en een integratie van de online-universiteit met de oude Simon Fraser universiteit in Vancouver gelast. Hoewel Stacey furieus is over het besluit, vertrouwt hij er op dat de kern van TechBC inmiddels zo sterk is dat het online-cursusaanbod ook in de nieuwe structuur blijft bestaan. De markt voor online-educatie is met een omvang van 4,2 miljard dollar nog klein in vergelijking met de totale opleidingenmarkt die Gartner op zo’n 100 miljard dollar schat. De activiteiten concentreren zich nog voornamelijk op het Amerikaanse continent. Volgens Gartner-analiste Debra Logan volgt de ontwikkeling het klassieke patroon van computertoepassingen. “De groei begint in de VS, daarna volgen het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen en dan de rest van Europa. Amerikanen ‘hypen’ dit soort trends meer en hebben minder culturele en wetstechnische obstakels die de ontwikkeling in de weg staan. Europeanen zien e-learning ook meer als strategische projecten dan de Amerikanen en hebben daardoor langer de tijd nodig om grote projecten op te zetten.” Uit onderzoek van Telecampus Online, een portal die een toegang wil bieden tot alle online-cursussen wereldwijd, komt tweederde van de cursussen die via internet zijn te volgen, uit de Verenigde Staten. Canada neemt nog eens 10 procent voor zijn rekening. Gezien het relatief geringe aantal inwoners van dit land (31 miljoen) produceert het een opmerkelijk hoog aantal opleidingen. De provincie New Brunswick spant met 299 cursussen per honderdduizend inwoners de kroon. Ter vergelijking: Canada in zijn geheel levert 34 cursussen per honderdduizend inwoners, de Verenigde Staten dertien en Groot-Brittannië als meest actieve land in Europa komt niet verder dan twee. Toch verwacht Nidap, een Nederlands onderzoeksbureau voor de onderwijssector, dat de markt voor teleonderwijs ook in Nederland in 2003 volwassen trekken gaat vertonen. Het aantal cursisten is op dit moment nog erg laag. Slechts 20 procent van de bedrijven met 75 of meer werknemers heeft op dit moment al ervaring met dit type onderwijs. Het merendeel verkeert echter nog in de fase van experimenteren. Op basis van gesprekken met opleidingsfunctionarissen verwacht Nidap echter dat volgend jaar zo’n 40 procent van de bedrijven met 75 of meer werknemers digitaal teleonderwijs in enige vorm gaat toepassen. Bij bedrijven met duizend of meer werknemers bedraagt dit zelfs bijna 90 procent. Het budget dat beschikbaar is voor dergelijke nieuwe leervormen (in- en externe opleidingen) schat Nidap op krap 100 miljoen euro. De houding van het management ten opzichte van teleonderwijs speelt in bedrijven een zeer belangrijke rol in de toepassing ervan, constateert het Nidap in een recent rapport. Op het terrein van e-learning in het basis- en voortgezet onderwijs gebeurt in Nederland nog niet veel, stelt Heleen Ramselaar, coördinator onderwijs van lobbyclub Electronic-highway Platform Nederland (EPN). “Het merendeel van de leerkrachten heeft zijn digitaal rijbewijs zelfs niet eens gehaald.” Toch zijn er wel een aantal initiatieven die het teleonderwijs op de scholen snel dichterbij kan brengen, zoals het project ‘Virtuele school’ dat in maart van start ging. Dat initiatief beoogt het onderwijs toegankelijk te maken voor iedereen die om wat voor reden dan ook niet makkelijk in het reguliere onderwijs les kan krijgen. Volgens Ramselaar vormt het gebrek van zinvol lesmateriaal, net als bij Kennisnet – het intranet voor de scholen – een groot obstakel voor de toepassingen van teleonderwijs. “De onderhandelingen met de educatieve uitgevers zijn gaande maar dat schiet nog niet erg op. Zij piekeren over een bedrijfsmodel om hun materiaal rendabel ter beschikking te stellen.” Eind vorige maand vertrok een afvaardiging van de uitgevers onder leiding van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen af naar Canada om hun licht op te steken.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in