Management moet innoveren
Vorige maand publiceerde Volberda samen met zijn collega het essay ‘Rethinking the Dutch Innovation Agenda’, waarin wordt gesteld dat bedrijven er onvoldoende in slagen om snel in te spelen op veranderingen in de markt door een juiste combinatie te kiezen van beschikbare kennis en techniek en een flexibele arbeidsorganisatie. Volgens Volberda kunnen de problemen niet worden toegeschreven aan te weinig investeringen in Research en Development of onvoldoende wetenschappers en technici. "We zijn onvoldoende in staat om beschikbare kennis commercieel toe te passen. Er is bij managers te weinig passie voor innovatie en te weinig waardering voor de mogelijkheden van nieuwe technologische ontwikkelingen. De arbeidsorganisaties zijn te vaak statisch met te weinig ruimte voor initiatieven van groepen werknemers. Bedrijven zijn ook te weinig bezig om na te denken over de ontwikkelingen op middellange termijn", aldus Volberda. Volberda’s analyse komt overeen met die van de Groningse econoom Bart van Ark, die in een studie over het verschil in productiviteit tussen het Nederlandse en het Amerikaanse bedrijfsleven tot de conclusie kwam dat Amerikaanse bedrijven veel slimmer zijn in het op het juiste moment combineren van marktontwikkelingen, beschikbare techniek en arbeidsorganisatie. Het belang van deze ‘niet-technologische innovatie’ wordt volgens hem vaak onderschat. De voorzitter van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid, Joop Sistermans, die ook lid is van het Innovatieplatform, onderschreef de opvattingen van Volberda. Volgens hem kan de overheid innovatie niet managen en is het ook geen kwestie van geld. "Het gaat om de goede interactie tussen bedrijven, kenniscentra en de overheid", aldus Sistermans.