Overslaan en naar de inhoud gaan

Meisjes nog steeds niet geïnteresseerd in informatica

“Informatica? Dat kan ik toch helemaal niet gaan studeren? Daar moet je toch het profiel Natuur en Techniek voor hebben gevolgd?”, zegt de 17-jarige 5 Havo-leerling Marieke als haar naar de aantrekkelijkheid van de vervolgopleiding wordt gevraagd. “Dat bedoel ik nou”, zucht onderzoeker Martine Valkenburg, die in opdracht van het HBO-I de aantrekkingskracht van de HBO-opleiding Informatica onderzocht.
Maatschappij
Shutterstock
Shutterstock

“De meeste scholieren weten niet dat ze bij veel hogescholen met ieder profiel Informatica kunnen studeren”, vervolgt zij. Zo denkt 44 procent van de 515 ondervraagde Havo- en VWO-scholieren niet de juiste vooropleiding te hebben voor een HBO-studie Informatica. “Informaticaopleidingen moeten dus expliciet duidelijk maken dat voor veel IT-opleidingen, scholieren met elk profiel zich aan kunnen melden”, adviseert Valkenburg. Instroom Een van de beleidsdoelstellingen van het HBO-I – het samenwerkingsverband van HBO-Informatica-opleidingen in Nederland – is het streven naar een substantiële vergroting van de instroom van meisjes. Wat dat betreft moet er heel wat veranderen, zo blijkt uit het imago-onderzoek, want slechts 9 procent van de ondervraagde meisjes vindt Informatica boeiend. Bijna 60 procent zegt het ronduit niet boeiend te vinden. Bij de jongens vindt 22 procent het vak niet boeiend en 41 procent juist wel. Als er gekeken wordt naar de interesse in een Informatica-opleiding zijn de cijfers nog treuriger: meisjes zijn nauwelijks geïnteresseerd. Slechts 2 procent van de meisjes zegt geïnteresseerd te zijn, maar liefst 92 procent heeft geen interesse en zo’n 5 procent wil meer weten over de Informatica-opleidingen in ons land. Bij de jongens liggen de percentages respectievelijk op 32, 57 en 11. Soortgelijk Er is weinig veranderd ten opzichte van 1994, toen het HBO-I voor het eerst een soortgelijke meting deed. Aanleiding was destijds de dalende instroom van Informatica-studenten aan hogescholen en de lage instroom van vrouwelijke studenten. Ook dit jaar kampt het HBO-I met een teruglopend aantal inschrijvingen en een klein aandeel vrouwelijke eerstejaars studenten. Net als in 1994 geven (voor)eindexamenleerlingen aan het economische en administratieve onderwijs het hoogste rapportcijfer, respectievelijk een 6 in 1994 en een 5,6 nu. De minst aantrekkelijke opleiding is het pedagogisch onderwijs met een 4,2. Meisjes vinden het technisch onderwijs het minst aantrekkelijk: ze geven er niet meer dan een 2,7 voor. Omdat jongens de technische vervolgopleidingen met een 6,2 waarderen, komt het gemiddeld met een rapportcijfer van 4,5 op een vierde plaats, na het sociaal-agogisch- en gezondheidszorgonderwijs (beiden een 4,7). In 1994 was het technisch onderwijs nog goed voor een tweede plaats. Alhoewel uit het onderzoek blijkt dat het beeld omtrent Informatica-opleidingen verbeterd is ten opzichte van 1994, kampen de opleidingen nog steeds met een beperkt imago. Met name meisjes, maar ook jongens, associëren Informatica puur met techniek. “De voorlichting moet zich daarom richten op het informeren over de breedte van het vakgebied en duidelijk maken dat informatica meer is dan techniek”, meent Valkenburg. Het technische imago van de opleidingen is een drempel voor meisjes. Voorlichtingsactiviteiten die zich specifiek richten op meiden in de bovenbouw van de Havo en het VWO hebben volgens Valkenburg weinig effect wanneer Informatica-opleidingen hun huidige technische invulling handhaven. Goede voorlichting over de opleidingen alleen is dus niet genoeg. Om met name meisjes te motiveren Informatica te gaan studeren zijn volgens haar ingrijpendere aanpassingen nodig, zoals opleidingen herontwerpen. “Als programmeren meisjes zo afschrikt, waarom is er dan geen Informatica-opleiding zonder techniek? Wie meer meisjes wil, moet meisjes bieden wat zij lusten. Bovendien schreeuwen werkgevers om communicatief en sociaal vaardige generalisten”, licht Valkenburg toe. Zij denkt dat het HBO-I grenzenloos kan groeien onder het motto ‘detechnocratiseer en werf meer’. Clichébeelden Verder is er volgens haar goede voorlichting over concrete beroepsmogelijkheden nodig. Scholieren hebben doorgaans geen concreet beeld van het beroepenveld. Ruim eenderde van de ondervraagden denkt dat een ICT’er zich voornamelijk bezighoudt met programmeren. Valkenburg pleit voor het inzetten van Informatica-studenten en afgestudeerde ICT’ers om dit beeld te veranderen. “Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren een helder beeld te schetsen van de opleidingen, de beroepsmogelijkheden en werkzaamheden.” De clichébeelden van de Informatica-student die in 1994 nog heersten – echte bèta-types, computerliefhebbers en individualisten – zijn volgens haar bijgesteld. “Anno 2002 zijn scholieren het duidelijk niet eens met het beeld van de saaie, bebrilde nerd zonder vrienden. Informatica-studenten worden doorgaans als slim bestempeld en als mensen die het leuk vinden om met computers te werken en daar goed in zijn.” Al blijven er natuurlijk uitzonderingen... Zoals Marieke: “IT’ers zijn nerds die alleen maar achter hun computer zitten”, blijft zij hardnekkig volhouden.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in