Minder beheer en betere beschikbaarheid
In tegenstelling tot Watco had BFI als IBM-bolwerk al een sterk gecentraliseerde infrastructuur: een midrange-omgeving en een WAN in Gouda waarop 35 vestigingen zijn aangesloten. In het eenwordingsproces van BFI en Watco is er anderhalf jaar geleden bewust voor gekozen om de weg naar een gecentraliseerde SAN-oplossing in te slaan. In de theorie van de verkoopverhalen, beloven de aanbieders van SAN’s als SUN, EMC en Storagetek de meest aantrekkelijke voordelen boven de traditionele LAN’s en WAN’s. Het afgelopen jaar zijn tal van SAN-projecten mislukt of slechts deels gelukt. Ze brachten toch niet de grote voordelen die daarvan verwacht konden worden. De belangrijkste verwachtingen waren dat het SAN dankzij de Fiber Channel-technologie met 100 MB/sec flexibel en gemakkelijk schaalbaar is, dat de lokale LAN’s worden ontlast, met name tijdens de automatische backup-sessies, en dat de gegevensbeveiliging sterk verbetert door de backups continu en ‘on-the-fly’ uit te voeren. Eén van de grootste valkuilen bij SAN-implementaties is het overhaast in gebruik nemen van een FC-netwerk in combinatie met raid’s (redundant array of inexpensive disks) en taperobots voor massa-opslag. De werkelijke voordelen zouden volgens Gartner Group pas manifest kunnen worden wanneer een aparte laag wordt ingepast die voornamelijk uit beheersoftware bestaat. Daarmee kreeg het SAN de reputatie ‘kostbaar en zeer beheerintensief’ te zijn. Praktijkervaring Hilko Batterink, ICT-manager van SITA Nederland is het daar vanuit zijn praktijkervaringen totaal mee oneens. Het centrale SAN hield volgens hem ruim voldoende voordelen in zich om de markt te verkennen en de belangrijkste aanbieders met elkaar te vergelijken. Batterink: “Anderhalf geleden hebben we vergelijkend warenonderzoek gedaan en zijn de SAN- producten van onder andere EMC, IBM en Network Appliance onder het vergrootglas gelegd. Voor IBM bestond een lichte voorkeur vanwege onze RS-6000-omgeving met heel veel Netfinity’s, maar IBM’s product was nog in ontwikkeling. Network Appliance kwam als winnaar uit dit strijdperk. De doorslag gaf dat bij de SAN-filers van NetApp de kracht en de voordelen niet uit hardwaregeweld, maar uit de slimme software komen. Eén van de eerste voelbare voordelen was dat ik het contract met Getronics uitwijkcentrum heb kunnen beëindigen.” Het SAN met een voor SITA zeer royale opslagcapaciteit van 1,4 terabyte, staat in het rekencentrum te Gouda en vergt volgens Batterink een minimum aan interne beheerinspanning. Het netwerk voor centrale gegevensopslag wordt op afstand vanuit Amerika door NetApp gemonitord, wat pro- actieve meldingen oplevert lang vóór het tijdstip dat het ergens fout zou kunnen gaan. Batterink zegt aan deze oplossing zelfs beheercapaciteit te hebben overgehouden die in het eenwordingsproces met Watco en SUEZ dankbaar op de ontwikkeltrajecten kon worden ingezet. “We hebben nu vrijwel alle applicaties op het SAN ondergebracht, waaronder Lotus Notes dat ons belangrijkste vehikel is voor interne kennisuitwisseling met de buitenlandse bedrijfsonderdelen. We zien daaruit ook de eerste B2B- contacten ontstaan. Ook de financiële systemen, de Oracle-databases en de kantoorautomatisering werken op het SAN. Inmiddels is ook de Progress-database van het logistieke systeem naar NetApp overgezet.” Strikt gescheiden Alle in- en externe gegevensstromen zijn bij SITA nu SAN-georiënteerd. Met Citrix Metaframe is de applicatielaag strikt gescheiden van de datalaag. Met uitzondering van de applicatiecode, halen alle servers de gegevens van het SAN. Hetzelfde geldt voor de vierhonderd netwerk-pc’s in de vestigingen. Gebruikers zijn in staat zelf verongelukte spreadsheets terug te halen en uit de snapshots data recovery toe te passen. Bijkomend voordeel van de SAN-aanpak is volgens Batterink, dat gebruikers vanaf het SAN overal, ook als thuiswerkers, direct hun eigen werkomgevingen voorgeschoteld krijgen. “Iedereen werkt nu via Citrix Metaframe op het rekencentrum. Dat betekent dat er, met uitzondering van nog zo’n vijftig resterende standalone-pc’s geen data meer op enige harde schijf te vinden is”, aldus Batterink. In de praktijk van de gecentraliseerde SAN-topologie noemt Batterink de beschikbaarheid en de performance ‘werkelijk uitstekend’. “We hebben daar verbaasd over gestaan. Alle bestanden die we in diverse formaten op de filers hebben staan, zijn over het algemeen sneller beschikbaar dan wanneer ze, zoals gebruikelijk, van de servers moeten komen. Ook van prestatieverlies na wat langer gebruik, waarmee andere aanbieders ons hebben gedreigd, is hoegenaamd niets te merken. Door nu ook antivirus-software van Symantec op de filers te installeren, wordt alle content tijdens het openen op viezigheid gecontroleerd.” Beheer in een SAN-omgeving is een stuk eenvoudiger geworden, concludeert Batterink. “Het werk dat we voorheen op enkele tientallen servers moesten doen met volumes, partities, enzovoorts, concentreert zich nu op één filer.” Maar concentreert de veiligheid en de algehele kwetsbaarheid zich daarmee ook op die ene filer? Dat onveiligheidsgevoel ken ik niet, besluit Batterink. “De filer is buitengewoon solide. Alles tot en met de voeding is dubbel uitgevoerd. Als we iets ondernemen dat gevaarlijk of riskant kan zijn, dan wordt dat door NetApp in de VS opgemerkt en worden we op de vingers getikt.” Volgens Bert van der Zande van Network Appliance, bestaan de filers van NetApp uit standaard hardwarecomponenten en komt de toegevoegde waarde uit de software. Evenals bijvoorbeeld Cisco zorgt NetApp er voor dat de software op zo veel mogelijk platforms functioneert. De hardware is van ondergeschikt belang, vindt Van der Zande. “Je hebt het altijd nodig, maar in ons geval gaat het om het ontwikkelen van slimme toepassingen met een bepaalde beschikbaarheid en prijsprestatieniveau als uitgangspunten. SITA gebruikt van NetApp twee midrange F820-filers, één aan de snap-mirror-kant voor disaster recovery en een voor de front- office.” Network Appliance komt in de lijst van SAN-leveranciers meestal niet voor. Van der Zande: “Een SAN wordt altijd gekarakteriseerd als een kostbare en beheerintensieve storage-oplossing, gebaseerd op nog niet geheel uitgerijpte fiber channel-switches en –netwerken. Wij zijn de enige die storage-netwerken bouwen die zijn gebaseerd op bestaande netwerk-topologieën en de ‘proven technology’ van de standaard fast en gigabit Ethernet- infrastructuren.”