Nog geen consensus over taken NICTIZ’
De jarenlang versnipperde regie voor zorgICT zou via het NICTIZ een centrale regisseur krijgen. Per 1 april 2002 moet het instituut in de lucht zijn, ter vervanging van onder andere VIZI, Zorgpasgroep, IPZorg en het standaardisatieorgaan CSIZ. Gezonde basis Het NICTIZ verwacht voor het eerste jaar een budget van 5 miljoen euro, plus tien miljoen euro voor proefprojecten. Geld in die orde van grootte is door de overheid ook gereserveerd, meent Jansen. Met dat budget worden volgens hem nog in 2002 unieke nummers gerealiseerd voor patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars, een landelijke verwijsindex, plus technische keuzes over beveiliging en autorisatie. Dat maakt deel uit van een globaal duizenddagenplan om zorgICT een gezonde basis te geven. In een kleine drie jaar moet een landelijke informatienetwerk gebouwd zijn, waarbij het NICTIZ zal fungeren als kenniscentrum en coördinator van proefprojecten. “Voor de veldpartijen moet transparant zijn wat exact van het NICTIZ verwacht kan worden”, meldt een ‘groeidocument’ van het platform. Die duidelijkheid is er nog niet, erkent Jansen. “Momenteel zie je nog een grote bandbreedte aan meningen over wat het NICTIZ moet doen. De één wil een klein studieclubje, de ander een organisatie die letterlijk alle ontwikkelingen stuurt en financiert.” Er wordt flink gelobbied, suggereert Jansen: “Iedereen ziet het algemeen belang van een NICTIZ, maar de eigen positie ziet men alom als extra belangrijk.” Shoppen Voor een landelijk virtueel Elektronisch Patiëntendossier ofwel EPD zijn volgens Jansen de komende jaren tientallen of honderden miljoenen nodig. Dat geld moet volgens hem op tafel komen via zorgverzekeraars, ICT-industrie, Zorgonderzoek Nederland of incidenteel het ministerie van VWS. “Je kunt niet uitgaan van een onbeperkte portemonnee van VWS, al zal vanuit die hoek een financiële stimulans mogelijk zijn. Vroeger was het adagium: IPZorg bepaalt en VWS betaalt. Dat willen we niet meer. Ook de lopende voorbeeldprojecten van IPZorg worden in de toekomst door marktpartijen gefinancierd.” Veel lopende ICT-proefprojecten (Zorgonderzoek Nederland, IPZorg, VIZI) zullen niet door het NICTIZ worden gefinancierd, stelt Jansen. “Het NICTIZ is geen ZON of Senter.” Hij wil met deze partijen afspraken maken over die financiering. “Het NICTIZ verzorgt uitsluitend coördinatie en regie. Wij zijn een inhoudelijke regisseur en katalysator, onder andere om projectplannen te beoordelen en bij te sturen.” Vertrouwen Zal een regionaal werkende zorgverzekeraar nu zomaar bereid zijn om een project in de eigen regio van geld te voorzien, vanwege het landelijke EPD-belang? “De initiatiefnemers van zo’n project moeten aan zo’n zorgverzekeraar de baten duidelijk maken, samen met het NICTIZ”, zegt Jansen. “Het NICTIZ kan over een project een positief advies geven, zodat een zorgverzekeraar met vertrouwen geld zal durven investeren. Onze taak is ervoor zorgen dat allerlei projecten passen in een landelijke informatiestructuur. Wij leggen de rails, wij bouwen niet de treinen. Zo voorkom je dat projecten leiden tot ICT-eilandjes, die je niet meer aan elkaar kunt koppelen. ZON blijft de eigen projecten financieren, zoals ook elk ziekenhuis of koepel eigen ICT-projecten kan blijven opstarten. Je kunt zoiets niet totalitair van bovenaf regelen. Je moet een modus zoeken waarbij initiatieven uit het veld mogelijk blijven, maar wel voldoen aan landelijke eisen.” Jansen sluit niet uit dat diverse onlangs gestarte proefprojecten voortijdig zullen stoppen. “Als de regionale zorgverzekeraar niet wil financieren, kan men shoppen bij het Ministerie van Economische Zaken. Dat kan tenminste stimuleringsinvesteringen doen. Als dat ook niet lukt, dan kan het inderdaad ophouden.” De afgelopen twee jaar stelde het ministerie van VWS 220 miljoen gulden beschikbaar voor stimulering van zorg-ICT. Zo’n veertig miljoen daarvan is het eerste jaar niet uitgegeven. Eerder verzekerde IPZorg-voorzitter Elco Brinkman dat dit bedrag naar volgende jaren ‘meegenomen’ zou worden. Of dat geld naar het NICTIZ gaat, is Jansen onduidelijk. “Ik kan niet zien waar het geld dat wij zullen ontvangen vandaan komt.” Op de exacte besteding van de 220 miljoen gulden heeft Jansen geen zicht. Deskundigen Over één jaar zal het NICTIZ een vaste kern van 25 medewerkers tellen, verwacht Jansen. “Vooral projectmanagers, deskundigen die de processen in de ketenzorg goed kennen, plus automatiseerders en standaardisatiedeskundigen, die moeten zorgen dat Nederland aansluit op internationale standaarden.” Veel meer dan 25 medewerkers zal het NICTIZ niet tellen, verwacht Jansen: “In drukke periodes worden tijdelijk extra mensen ingehuurd.” Alle lopende ICT-proefprojecten (behalve die van ZON) worden aan NICTIZ overgedragen, aldus Jansen. “Voor elk VIZI- en IPZorg-project gaan we kijken in hoeverre ze passen in de NICTIZ-missie. We hebben ze overgenomen en ronden ze af. Zodra ze gaan naar een commercieel uitbaatbare producten, moeten andere partijen het oppakken.” Het NICTIZ wordt primair een netwerkorganisatie, zegt Jansen. “Een kenniscentrum: een huisarts of ziekenhuis die een nieuw toekomstvast systeem wil, zal bij NICTIZ kunnen vinden aan welke kwalificaties en standaarden dat moet voldoen. Certificatie wordt niet onze taak. Dat moet elders gebeuren. Wij zullen daarover straks een uitspraak doen. We willen NICTIZ niet teveel opblazen. Per 1 april sluit Jansen zijn werk af, waarna NICTIZ officieel de lucht in gaat. “Niet alles zal dan geregeld zijn, maar het gebouw staat er dan.” Wie de nieuwe NICTIZ-directeur wordt, is nog onduidelijk. Rein Jansen, belast met de leiding van NICTIZ gedurende de aanloopfase. foto: anp