Open-source-gemeenschap zet zijn tanden in.Net
Om de populariteit van open- source-software als Linux kan Microsoft al niet meer heen. De Microsoft-software op veel print-, file- en webservers heeft er plaats voor moeten maken. Deze week zijn twee open-source-projecten gepresenteerd die met.Net te maken hebben: Mono en DotGNU. Komende week komt daar nog eens de website MySQL.org bij, die ‘dient als incubator voor innovatie in de opkomende strijd tegen Microsoft.Net.’. Staat Microsoft nu eenzelfde dreiging te wachten? Vooralsnog ziet het er niet naar uit. Ximian, bouwer van de Gnome desktop-omgeving voor Linux, heeft zijn project Mono gelanceerd. Ximian wil met de hulp van de ‘vrije ontwikkelaars’ een Linux-versie bouwen van het ontwikkelplatform van.Net. Mono zal ontwikkelaars in staat stellen te programmeren in elke gewenste taal. De gemaakte applicaties kunnen vervolgens draaien op zowel Linux als Windows. In ontwikkelaarstaal: de Common Language Infrastructure (CLI) en de Common Language Run Time (CLRT) van Microsoft worden ‘geport’ naar Linux. Ximian wil in het Mono-project drie zaken ontwikkelen. Allereerst komt er een C#-compiler waarmee Gnome-ontwikkelaars applicaties kunnen bouwen die compatibel zijn met.Net. Ook komen er voor deze ontwikkelaars een verzameling klassebibliotheken die compatibel is met die van Microsoft en een Linux-versie van Microsofts ‘runtime engine’. Voor Microsoft is dit geen slecht nieuws. De bredere acceptatie van zijn fundamentele ontwikkeltechnologie helpt.Net tot een succes te maken. Microsoft moedigt dit soort initiatieven zelfs aan door delen van zijn technologie onder te brengen bij de standaardenorganisatie ECMA. Een woordvoerder van het bedrijf zegt blij te zijn met Mono, hoewel hij waarschuwt voor mogelijk problematische combinaties van verschillende licentievormen. Het DotGNU-project beweegt zich op een heel ander niveau – dat van het omstreden onderdeel Passport van.Net. De Passport-dienst van Microsoft moet de toegangspoort voor de eindgebruiker worden. Met een enkel wachtwoord kan hij vervolgens webdiensten gebruiken, waarbij hij gegevens als consumentenprofiel en creditcardnummer niet meer hoeft door te geven omdat deze centraal zijn opgeslagen, gekoppeld aan zijn wachtwoord. Met het concurrerende DotGNU is er wel degelijk sprake van strijd met Microsoft en daarbij gaat het om eindgebruikers, bedrijven en ontwikkelaars. Analistenbureau Meta Group verwacht niet dat Microsoft op dit vlak ooit geneigd zal zijn medewerking te verlenen aan open-source-ontwikkelingen, door bijvoorbeeld technologie onder te brengen bij een standaardenorganisatie. Dan zou het bedrijf gewoon geen geld meer verdienen met.Net. Microsoft heeft nu al gewaarschuwd dat de combinatie van zijn eigen diensten met DotGNU waarschijnlijk problemen zal opleveren, terwijl DotGNU nauwelijks meer is dan een aankondiging. Analist Ashim Pal van Meta Group is voorlopig sceptisch over de aankondigingen. “Het verandert niet veel; het duurt nog twee of drie jaar voordat het tot iets leidt, wat trouwens ook voor het grootste deel van.Net geldt. Het fundamentele probleem met open source is dat je de kwaliteit zodanig moet beheren dat je componenten kunt integreren tot een softwareproduct dat bruikbaar en onderhoudbaar is. Met webdiensten zoals.Net wordt dat realistischer, maar met de monolithische applicaties die we nu vooral hebben en de zeer beperkte integratiepunten, word ik er niet wild van.” Microsoft verliest volgens Pal wel een stukje van de controle over de technologie, “maar ze compenseren dat via hun diensten op een hoger niveau, door te interacteren met meer gebruikers, via meer interfaces.” Joost Helberg, voorzitter van de Vereniging Open Source Nederland, is laconiek. “Microsoft bedenkt met C# niet alleen de standaard, maar ook de implementatie ervan. Het staat iedereen vrij om van die standaard een eigen implementatie te maken.” Volgens hem leeft.Net nog niet erg bij de open-source-beweging. “Er moet eerst een aanleiding voor zijn.” Vooralsnog ziet hij in.Net geen bedreiging van de vrijheid van de open-source-beweging.