Opta: “Concurrentie op kabel kan beter”
Nederland heeft met zijn kabelnetten vrijwel volledig landelijke dekking. De kabel kan, zeker waar het internet betreft, een volwaardige vervanging bieden voor het telefoonnet. Dat vereist echter wel meer concurrentie tussen breedbanddiensten via kabelnetten en via het telefoonnet. Nu kan een eindgebruiker vaak nog alleen de eigen serviceprovider van de kabelexploitant ‘kiezen’. Als de kabelnetten opengesteld worden voor meerdere dienstenaanbieders dan die van de kabelexploitant zelf, is keuze wel mogelijk. Brancheorganisaties NLip en Vecai onderzoeken de mogelijkheden hiervoor. De Opta krijgt dit jaar de bevoegdheid om deze concurrentie af te dwingen. Arnbak wijst erop dat dit ‘ook een wapen is tegen de hoge tarieven voor ADSL’. Daarvoor bestaat geen wettelijke regulering, zodat lagere tarieven niet afgedwongen worden. Hij is er bovendien van overtuigd dat het belang van de consument veel meer aandacht verdient. “Kwaliteit, prijs en leveringsvoorwaarden van de huidige dienstverlening worden nu volledig aan een imperfecte markt overgelaten.” Gezonde concurrentie Dat veel kabelexploitanten er nu slecht voor staan en UPC zelfs stelt dat het nog geen concurrentie zou kunnen verdragen, doet de Opta niet van mening veranderen. Arnbak houdt vast aan de voordelen van ‘gezonde concurrentie’. “De kabelsector heeft bij de privatisering niet gedacht aan de tucht van de markt. Men verwachtte private monopoliën.” De kabelsector heeft daardoor te veel geïnvesteerd en moet nu zelf uit die situatie zien te komen, stelt Arnbak. “De sector moet met voorstellen komen voor de politiek.” Geld hoeven ze niet te verwachten, meent hij. Eén toezichthouder Ook pleit Arnbak voor een zogeheten communicatie-autoriteit die toezicht houdt op alle economische regulering van zowel de telecommunicatie, ICT- als media-sectoren. Hij wijst erop dat in veel Europese landen al zo’n toezichthouder bestaat. Bovendien gaat de toekomstige Europese regelgeving uit van een convergentie van netwerken en diensten. Arnbak: “Dan moet die convergentie ook doorgevoerd worden in het toezicht.”