Pc wordt duurder maar prijzenslag blijft
De prijsverhogingen zijn een gevolg van het duurder worden van componenten. Vooral voor TFT-schermen en geheugenchips moet aanzienlijk meer betaald worden dan een paar maanden geleden. De prijs van een 15 inch-beeldscherm is bijvoorbeeld gestegen van de bodemprijs van 190 dollar tot 250 dollar. En de prijsstijgingen in LCD’s gaan voorlopig door. In februari is bijvoorbeeld het 14.1 inch-scherm 10 procent duurder geworden. Gemiddeld komt het erop neer dat alleen al dit jaar de schermen 35 tot 60 dollar duurder zijn geworden. Verwacht wordt dat de prijsstijgingen nog wel even doorgaan. Het tekort aan beeldschermen is veroorzaakt door een grotere vraag naar LCD’s als gevolg van de grote populariteit van platte schermen en notebooks. Daarbij is er een tekort aan productiecapaciteit, waar overigens eind dit jaar een eind aan komt omdat dan nieuwe fabrieken geopend worden in Zuid-Korea en volgend jaar in Taiwan. Fabrikanten maken nu nog even flink gebruik van het tijdelijke tekort en zullen daarom vrijwel zeker de prijzen zo sterk verhogen als maar kan. Duurdere DRam’s Ook de prijzen van geheugenchips blijven stijgen. Zo is de gemiddelde prijs op de online-markt voor geheugenchips, de DRam Exchange, in een paar maanden verdubbeld tot 4 dollar. En vorige week werd duidelijk dat Samsung zijn klanten met vaste contracten 5 procent meer gaat rekenen voor de 128 Mb DRam’s. Marktonderzoeker Gartner verwacht bovendien dat de prijzen van geheugenchips dit jaar nog verder zullen stijgen. Dat heeft grote gevolgen voor de prijs van een pc, want systemen bevatten steeds meer intern geheugen. Standaard is inmiddels al 256 Mb DRam. Geavanceerdere modellen zijn bovendien nu al voorzien van 512 Mb. Dan komt een verdubbeling van de prijs hard aan. Durven Diverse analisten dachten even dat pc-fabrikanten de prijsverhogingen niet zouden durven doorvoeren in de pc’s. Immers, de vraag naar pc’s is al een jaar lang volledig in mineur. In deze moeilijke markt bevechten de fabrikanten elkaar al ruim een jaar met als belangrijkste wapen prijsverlagingen. Niemand zou dan de eerste willen zijn met prijsverhogingen. Maar Gartner wijst er op dat de pc-makers de hogere kosten wel moéten doorberekenen aan hun klanten. De duurdere componenten hebben nu al tot gevolg dat het bouwen van een pc gemiddeld 100 dollar meer kost. Voor geavanceerdere systemen loopt dat nog verder op. Juist de prijzenoorlogen die het afgelopen jaar zijn gevoerd zijn er debet aan dat de marges van pc-makers flinterdun zijn geworden. Zij kunnen de hogere prijzen van componenten niet meer zelf dragen. De prijzen mogen dan omhoog gaan, dat betekent nog niet dat de prijzenoorlog voorbij is in pc-land. Nu de grote fabrikanten als Dell, Compaq en Hewlett-Packard overstag zijn gegaan, durft de rest het ook wel aan om prijsverhogingen door te voeren. Er zit ook weinig anders op. De prijzenoorlog gaat gewoon door, op een hoger prijsniveau. Klanten staat voorlopig weinig anders te doen dan regelmatig goed informeren bij hun leveranciers om te anticiperen op komende prijsverhogingen, aldus het advies van Gartner. En dat betekent – geheel tegen alle mechanismen van de pc-wereld in – dat klanten sneller hun systemen moeten kopen dan ze van plan waren. Om de prijsverhogingen maar voor te zijn.