Principeakkoord over bedrijfstakpensioenfonds

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Pensioen & Verzekeringskamer moeten de regeling nog goedkeuren, maar het is de bedoeling dat de eerste bedrijfstakpensioenfonds in de ICT op 1 juli 2003 een feit is. De werkingssfeer komt overeen met die van de ICK­CAO, wat neerkomt op zo’n 40 duizend mensen, die vooral werkzaam zijn bij hardwarebedrijven en fabrikanten van kopieerapparatuur. "Het heeft lang geduurd voordat we eruit waren, omdat het een ingewikkelde materie betreft waarbij de totale kosten en de haken en ogen in kaart moesten worden gebracht", zegt Hans Keukelaar, onderhandelaar namens de Werkgeversvereniging Nederland­ICT. Hij legt het principeakkoord in december met een positief advies voor aan zijn achterban. De vakorganisaties leggen het onderhandelingsresultaat in januari volgend jaar aan hun leden voor, eveneens met een positief advies. Gerard van Hees, onderhandelaar namens FNV Bondgenoten, is tevreden met het resultaat. "Tot nu toe ontbrak het aan een eenduidige pensioenregeling in de ICT­ sector. Er is een grote variëteit aan systemen. Grote bedrijven hebben vaak wel goede gestandaardiseerde bedrijfspensioenregelingen, maar veel kleine bedrijfjes hebben koopsomachtige regelingen waarvan de kwaliteit vaak discutabel is en de risico’s voor de werknemer hoog. Sommige ICT­bedrijfjes hebben zelfs helemaal niets geregeld op pensioengebied." Van Hees vindt dat de bedrijfstak met de (pre)pensioenregeling ‘meer body’ krijgt. "Er is een bodem gelegd in de pensioenmarkt. Straks kunnen bedrijven worden verplicht de regeling door te voeren. Organisaties die zich hier niet aan houden kunnen nu eindelijk eens worden aangepakt. Bovendien wordt je als je van het ene bedrijf naar het andere overstapt niet langer geconfronteerd met de pensioenproblematiek, omdat de regeling overdraagbaar is", aldus de vakbondsbestuurder. Flexi­VUT Bij de nu geldende Flexi­VUT­ regeling betalen werknemers een VUT­premie voor mensen die nu met de VUT zijn en een individueel spaardeel waarmee zij kapitaal opbouwen dat later kan worden aangesproken. Omdat de VUT op termijn verdwijnt, moest de Flexi­VUT worden omgebouwd tot een (pre)pensioenregeling. Uitgangspunt van beide partijen was een betaalbare prepensioen­ en pensioenregeling die past in het tijdsbeeld. "Dat is denk ik gelukt", meent Keukelaar. De vakbonden eisten een verplichtstelling voor een (pre)pensioenregeling voor alle bedrijven die vallen onder de ICK­CAO. De Werkgeversvereniging Nederland­ICT eiste op haar beurt dat er voor de ondernemers de ruimte moet zijn om het in te vullen zoals ze zelf willen. "We zijn uiteindelijk overeengekomen dat de organisaties die onder de werkingssfeer vallen, verplicht worden aan het bedrijfstakpensioenfonds mee te doen. Maar bedrijven die al een vergelijkbare regeling bieden of beter krijgen dispensatie. Er komt een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van zowel werkgever­ als werknemerskant die moeten toetsen of bedrijven voldoen aan de minimale normen", aldus Keukelaar. Middelloonsysteem Het bedrijfstakpensioenfonds biedt een geïndexeerd middelloonsysteem, waarbij 1,75 procent per jaar wordt opgebouwd. Opvallend is dat de werknemer pensioenrechten opbouwt van zijn 21ste tot zijn 61ste levensjaar, in plaats van tussen het 25ste en 65ste, zoals gewoonlijk het geval is. Werknemers tussen de 51 en 61 bouwen hun prepensioendeel versneld op. De premie is gebaseerd op minimaal twaalf maandsalarissen plus vakantiegeld. "Maar bedrijven die dat willen, kunnen dit uitbreiden met bijvoorbeeld bonussen en toelagen", verduidelijkt Keukelaar. De premieverdeling tussen werkgever en werknemer is ‘fifty­fifty’ en opgebouwd uit een pensioen­ en prepensioendeel en een gedeelte voor de overgangsregeling van flexi­VUT naar prepensioen. "Voor de eerste vijf jaar is de premie op 6,5 procent vastgesteld voor beide partijen. Dat lijkt fors, maar nu wordt er vaak veel meer premie betaald. Een 45­plusser betaalt 9 procent flexi­VUT­ premie. Vaak komt daar nog een pensioenpremie bij", weet Keukelaar.