Overslaan en naar de inhoud gaan

Regels elektronisch zakendoen te complex

Een van de uitgangspunten bij het ontwerpen van regels voor elektronisch zakendoen was het wegnemen van barrières. Helaas blijken soms de complexiteit en de hoeveelheid regels voor ondernemers aanleiding te zijn deze regels niet toe te passen, of er zelfs helemaal niet aan te beginnen. Wil de overheid elektronisch zakendoen echt stimuleren, dan zou het een goede zet zijn de ondernemer te helpen de regels toe te passen in zijn eigen praktijk.
Maatschappij
Shutterstock
Shutterstock

Nederland wil de kenniseconomie stimuleren en haar internationale concurrentiepositie verstevigen. Er is daarom de afgelopen jaren onder meer gericht geïnvesteerd in het creëren van goede randvoorwaarden voor elektronisch zakendoen. Het resultaat hiervan is onder meer dat de wet- en regelgeving is aangepast en dat zich in Nederland een goed klimaat aan het ontwikkelen is om elektronisch zaken te doen. Ondanks een inhaalslag van andere landen, behoort Nederland wereldwijd nog steeds tot de koplopers op dit gebied. Dit getuige de jaarlijkse E-readiness Ranking van de Economist en IBM waar Nederland goed is voor een achtste plaats. In relatief korte tijd is er een heel kader van regels en wetten gebouwd, compleet met zelfreguleringsinitiatieven als gedragscodes en keurmerken, allemaal met als voornaamste doel het vergroten van het vertrouwen in elektronisch zakendoen bij zowel de consumenten als de ondernemer. Twee vragen zijn interessant: ‘Hebben deze maatregelen effect in de praktijk?’ en ‘Wat kunnen we verbeteren en nog meer doen om het vertrouwen in elektronisch zakendoen te vergroten? Want in theorie mogen we het dan goed voor elkaar hebben, maar hoe gaat degene die de regels in zijn dagelijkse praktijk moet toepassen ermee om? Het antwoord op de eerste vraag is in het kort: ‘Dat moet nog blijken.’ Het meten van het effect van regels en stimuleringsmaatregelen is moeilijk, maar voor wie rondvraagt zijn er voldoende signalen. Partijen als Thuiswinkel.org en ECP.NL, het platform voor eNederland, hebben door middel van het Thuiswinkel Waarborg-keurmerk en de Model-gedragscode voor elektronisch zakendoen en vele voorlichtingsactiviteiten, binnen de mogelijkheden die zij hebben, al een goede bijdrage geleverd aan de verbetering van het klimaat voor elektronisch zakendoen. Niettemin blijkt in de praktijk de wet- en regelgeving voor veel ondernemers nog helemaal niet te leven. Kosten Ondernemers lijken in het algemeen wel aan de voor hen geldende regels te willen voldoen. Zij hebben echter met zoveel regels te maken dat het besluit deze al of niet daadwerkelijk te implementeren vaak een kostenafweging is. Grote bedrijven hebben een juridische afdeling of advocaten die ervoor zorgen dat de regels worden vertaald naar de concrete bedrijfssituatie en op basis daarvan geïmplementeerd kunnen worden. Voor de meeste MKB’ers is deze luxe echter niet weggelegd. Zij zijn afhankelijk van de informatie die zij krijgen van hun brancheorganisatie of van hun vaste adviseurs (bank of accountant). Deze kunnen de juridische eisen nog wel in algemene termen vertalen voor de ondernemer, maar leveren als regel geen specifiek op zijn bedrijf toegesneden oplossingen. En zelfs voor juristen is het lastig: de regels komen uit verschillende - Brusselse - kokers en zijn onderling niet altijd even goed op elkaar afgestemd. Het inhuren van een gespecialiseerd juridisch adviseur zou dan de oplossing zijn. Als het concrete voordeel van implementatie echter onvoldoende helder is voor ondernemers, zal het als regel te duur worden gevonden. Dit betekent in de praktijk dat sommige ondernemers maar helemaal van elektronisch zakendoen afzien en dat een grote groep ondernemers ervoor kiest zich überhaupt niet bezig te houden met veel van de regels die voor hen zijn gemaakt. Zolang de regel niet wordt gehandhaafd en er geen boetes worden uitgedeeld, wachten zij gewoon af. Dat zij hun imago als betrouwbare partij kunnen versterken door aan alle regels te voldoen, wordt door veel ondernemers kennelijk als een onvoldoende prikkel gezien. Per saldo betekent dit dat het effect waar beleidsmakers op hoopten, namelijk het vergroten van (consumenten)vertrouwen in en stimuleren van elektronisch zakendoen, grotendeels uitblijft. Welnu, wat kan de overheid doen om de regels toch effectief te laten zijn? Enerzijds de controle erop aanscherpen en anderzijds de ondernemer helpen met het implementeren. Naleven Hoewel uit de consumentenhoek al, vaak niet zonder reden, geluiden te horen zijn die roepen om handhaving, is de fase waarin dat (met uitzondering van spam) prioriteit zou moeten krijgen, nog niet bereikt. Niet alleen zou dit nog meer druk leggen op ondernemers, ook zou het opzetten van een effectief controle-apparaat hoge kosten met zich meebrengen en veel tijd kosten. Deze energie kan vooralsnog beter besteed worden aan het helpen van ondernemers met de implementatie van de regels. Zowel de ondernemer als de consument zijn hiermee gediend en de economie wordt erdoor gestimuleerd. Bovendien zou het ook logisch zijn als de overheid nadat zij jarenlang heeft geïnvesteerd in het creëren van een kader, ze de waarde hiervan consolideert door ook te investeren in de laatste stap die het geheel compleet maakt: de daadwerkelijke implementatie. Dit hoeft ook niet meer te kosten dan andere stimuleringsprogramma’s die nu op ondernemers worden losgelaten. Met relatief eenvoudige en goedkope instrumenten, bijvoorbeeld to-the-point voorlichtingsmateriaal en scans, kunnen ondernemers een eind op weg worden geholpen bij het daadwerkelijk toepassen van de regels voor elektronisch zakendoen. Wij wijzen hier ook op de resultaten van het EIM-onderzoek naar het nalevingsgedrag van MKB-ondernemingen: ‘Hoe gaan MKB-ondernemingen om met de verplichtingen van de overheid’ (juli 2002, www.eim.net). De mate van complexiteit, de voor naleving benodigde tijd en het al of niet ‘eens zijn’ met de wet, blijken de meest bepalende factoren te zijn voor het nalevingsgedrag van MKB’ers. Ook de mate van bekendheid met wet- en regelgeving en de nalevingskosten spelen een belangrijke rol. Voorlichting en ondersteuning zijn derhalve zeer relevant voor het bevorderen van de mate van naleving. Met deze middelen zal uiteraard niet in alle gevallen recht kunnen worden gedaan aan alle relevante finesses van de nieuwe regelgeving. Op maat gesneden specialistisch advies kan er dan ook niet door worden vervangen. Als via dergelijke maatregelen echter een ‘implementatie op hoofdlijnen’ wordt bevorderd, dan zijn we al een heel eind verder dan thans het geval is. Nederland heeft zijn juridisch kader grotendeels op orde, nu moet het alleen nog in de praktijk worden gebracht. AUTEUR: Ton Wagemans en Kees Stuurman Ton Wagemans is communicatieadviseur bij Weber Shandwick en Kees Stuurman is advocaat bij Van Doorne en hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Beiden zijn lid van de juridische expertgroep van ECP.NL.Contactpunt De Richtlijn Elektronische Handel verplicht de lidstaten tot het inrichten van een contactpunt waar afnemers en aanbieders van elektronische diensten met vragen over de richtlijn terecht kunnen. In Nederland is dit contactpunt door ECP.NL ingericht, in opdracht van het ministerie van Justitie en het ministerie van Economische Zaken: www.e-commercerichtlijn.info. Op de site van het contactpunt is een lijst met veel gestelde vragen te vinden omtrent onder meer de richtlijn zelf, de rechten en plichten die daaruit voortvloeien en de rechtsmiddelen in geval van een geschil. Daarnaast zijn verwijzingen te vinden naar advocatenkantoren met specialisten op het gebied van elektronisch zakendoen. Website: www.e-commercerichtlijn.info Spelregels Syntens voert in opdracht van het ministerie van Economische Zaken de campagne ‘Nederland gaat digitaal’ waarvan het doel is de MKB’er te stimuleren om elektronisch zaken te doen. Binnen deze campagne is ook aandacht voor wet- en regelgeving en is enige tijd geleden de uitgave ‘Nederland gaat digitaal, netjes volgens het boekje’ verschenen. In deze gezamenlijke uitgave van het ministerie van Economische Zaken, Syntens en ECP.NL worden in begrijpelijke taal de regels voor elektronisch zakendoen uitgelegd. Deze uitgave is te vinden op: www.nederlandgaatdigitaal.nl/regels en te bestellen bij Syntens en ECP.NL. Websites: www.nederlandgaatdigitaal.nl, www.syntens.nl en www.ecp.nl. Wetten en regels Aan elektronisch zakendoen worden steeds meer specifieke juridische eisen gesteld. Dit naast de algemene juridische eisen die voor het normale (offline) handelsverkeer gelden. Een recent voorbeeld is de ‘Aanpassingswet richtlijn inzake elektronische handel’ die de op 11 mei 2004 door de Eerste Kamer is aangenomen. Op grond van deze wet krijgen consumenten én zakelijke afnemers meer rechten bij het elektronisch zakendoen. Zo bevat de wet onder meer regels voor het sluiten van elektronische contracten. In 2001 is de ‘Wet transacties op afstand’ in werking getreden. Deze is van toepassing op transacties tussen zakelijke aanbieders en consumenten. Consumenten hebben op grond hiervan een sterkere positie wanneer zij overeenkomsten op afstand sluiten. Dit onder meer in de vorm van een bedenktijd (7 werkdagen). De wet bepaalt voorts dat de aanbieder vóór het sluiten van de overeenkomst een aantal gegevens moet verstrekken aan de consument. Het gaat hier bijvoorbeeld om de identiteit en het adres van de aanbieder, de belangrijkste kenmerken van de aangeboden producten of diensten en de mogelijkheid tot ontbinding zonder opgaaf van reden. De eisen die zijn opgenomen in de nieuwe regelgeving zijn niet vrijblijvend. Schending kan bijvoorbeeld leiden tot aantasting van de overeenkomst. Ook voor het verkeer met en binnen de overheid zijn regels specifiek voor elektronische communicatie ontwikkeld. Op 1 juni is de ‘Wet elektronisch bestuurlijk verkeer’ in werking getreden. Deze wet regelt het elektronisch verkeer tussen onder meer burgers en bestuursorganen en bevat regels die het bijvoorbeeld mogelijk maken vergunningen langs elektronische weg aan te vragen en te verlenen. Ook de ‘Wet bescherming persoonsgegevens’ en de ‘Wet elektronisch handtekeningen’ vormen onderdeel van het pakket aan regels voor elektronisch zakendoen. Website: zie dossier ‘wet- en regelgeving’ op www.ecp.nl. Juri-Scan Juri-Scan is een methodiek om de elektronische bedrijfsvoering van ondernemingen te toetsen aan de regelgeving voor elektronisch zakendoen. Deze regelgeving stelt bijvoorbeeld concrete eisen aan de opbouw en structuur van websites van bedrijven en aan overeenkomsten die langs elektronische weg tot stand komen. Voor ondernemers is het van belang dat zij bij voorkeur al bij de inrichting van hun website en de achterliggende bedrijfsprocessen op de hoogte zijn van de toepasselijke regels. Dit kan later veel tijd en geld besparen. Met behulp van een Juri-Scan worden de juridisch zwakke punten van een website van een onderneming snel en effectief in kaart gebracht. Naast een juridische risicoanalyse wordt aangegeven welke stappen kunnen worden genomen om een website en achterliggende bedrijfsprocessen aan te passen aan de wet- en regelgeving. Website: www.juri-scan.nl.

Lees dit PRO artikel gratis

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

  • Toegang tot 3 PRO artikelen per maand
  • Inclusief CTO interviews, podcasts, digitale specials en whitepapers
  • Blijf up-to-date over de laatste ontwikkelingen in en rond tech

Bevestig jouw e-mailadres

We hebben de bevestigingsmail naar %email% gestuurd.

Geen bevestigingsmail ontvangen? Controleer je spam folder. Niet in de spam, klik dan hier om een account aan te maken.

Er is iets mis gegaan

Helaas konden we op dit moment geen account voor je aanmaken. Probeer het later nog eens.

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in

Maak een gratis account aan en geniet van alle voordelen:

Heb je al een account? Log in