RFID: de eeuwige belofte?
Hoewel Wal-Mart al jaren het grote voorbeeld is van grootschalige Radio Frequency IDentification-toepassingen in logistieke retailketens, heeft ook dat bedrijf de oorspronkelijke beloften nog niet waar kunnen maken. Leveranciers staan nog niet te springen hun verpakkingen van RFID-labels te voorzien, en het aantal distributiecentra waar de technologie is ingevoerd, bleef ook achter bij de doelstellingen. Maar dichter bij huis zijn sneller voordelen te behalen. Wal-Mart zou volgens Ron Moser, de ‘RFID Strategy Leader’ van het bedrijf, met gemak een paar honderd miljoen dollar extra omzet kunnen boeken door in de magazijnen van zijn ruim 4000 Noord-Amerikaanse winkels RFID-technologie in te zetten. Met RFID-labels op verpakkingen en RFID-lezers op de vorkheftrucks gaat de mega-winkelketen nu het aantal situaties bestrijden waarin artikelen wel op voorraad zijn maar niet zijn terug te vinden in het magazijn. Die situaties veroorzaken nu 40 procent van de gemiste verkopen en als dat met 10 procent omlaag kan, levert dat jaarlijk 287 miljoen dollar aan extra verkopen op, heeft Moser uitgerekend.
Gartner-analist Jeff Woods plaatst het gebruik van RFID in voorraadbeheer deze maand nog in de ‘trog van desillusie’ in de hypecycle van Gartner. Hij denkt dat de vertraging die Wal-Mart ondervindt met RFID, de teleurstelling deels verklaart. Maar Wal-Marts haperende invoering is niet maatgevend. “Veel van dit soort projecten hangt sterk af van de mate waarin bedrijven zélf processen kunnen bedenken die de aanvullende informatie uit RFID-voorraadbeheer kunnen uitnutten.” Bedrijfsspecifieke processen zullen voor zinvolle RFID-toepassingen voorlopig veel belangrijker zijn dan brancheprocessen. Woods denkt dat de grootste fout uit het verleden is dat RFID is gepresenteerd als ‘de opvolger van de barcode’. RFID bewijst zich nu juist in processen die zich aan het zicht onttrekken, of – zoals in de winkelmagazijnen van Wal-Mart – als de discipline in de omgang met barcodes onvoldoende is.
In Nederland zijn grootwinkelbedrijven als Schuitema en Albert Heijn nog niet veel verder dan ‘pilots’ met groenten en fruit. “De logistieke ketens zijn in principe te ingewikkeld voor een grootschalige uitrol van RFID op dit moment”, zegt Bart Schermer, secretaris van RFID Nederland. Voordeel en kosten zitten op verschillende plekken in de keten. “Waarom zouden Sara Lee of Proctor & Gamble extra kosten voor tags maken, als zij weinig voordeel halen uit de informatie? De retailers hebben juist het voordeel van tracking & tracing enzovoort.” In een supermarktketen met producten met een lage waarde en een groot aantal toeleveranciers is zoiets niet snel op te lossen. Een RFID-project als dat van de boekhandelsketen Selexyz is daarentegen succesvol omdat het een simpele keten betreft, waarbij de winkels alleen boeken afnemen van het Centraal Boekhuis.
Schermer heeft de belangstelling zien verschuiven van de logistiek naar zaken als procesbeheer en ‘asset management’, waarbij het in de gaten houden van bedrijfsmiddelen leidend is. Of het gaat om interne ketens, zoals bij Philips, Sony Logistics of FloraHolland. “Dan heb je veel meer controle.”
Controle over de keten blijft een heikel punt, stelt ook Sander Merkx, mededirecteur van RFID-dienstverlener Mieloo & Alexander. “Wij zitten vooral aan de toeleverancierskant en zien voortdurend dat spanningsveld en een bezorgdheid om niet aan pilots te doen omdat je daar verwachtingen mee schept.” Hij ziet wel wat in de aanpak van de winkelketen Metro in Duitsland, waar RFID-technologie is ingevoerd op 200 winkellocaties en in 20 distributiecentra. Aan 800 leveranciers is opgedragen hun pallets met tags aan te leveren en vanaf 1 januari moeten ze dat op artikelniveau doen.
Sylvia Stein, adviseur bij GS1 Nederland (de organisatie die onder andere verantwoordelijk is voor barcodestandaarden) denkt ook dat een dictaat als dat van Wal-Mart of Metro veel bedrijven over de streep kan trekken. “Het heeft er bij die bedrijven wel in geresulteerd dat veel bedrijven voor zichzelf aan de slag zijn gegaan.” Een kwart van de bedrijven in de retailsector zegt overigens binnen drie jaar al aan de slag te gaan met RFID-trajecten, blijkens een recent onderzoek van GS1. Nu gebruikt drie procent RFID. Als belangrijkste reden noemen zowel winkelbedrijven als fabrikanten de betere mogelijkheden voor ‘tracking & tracing’, oftewel het kunnen volgen en achterhalen van specifieke producten – zo kunnen ze wellicht beter aan wetgeving omtrent voedselkwaliteit voldoen. Beter voorraadbeheer staat bij fabrikanten op de tweede plaats, terwijl dat bij de winkeliers pas op de vijfde plek komt. De winkeliers vinden het beheer van kratten en/of pallets juist weer belangrijk.
Het nut van samenwerken in de keten zien de partijen wel. Stein: “Ze zeggen allemaal dat ze daarin de meeste voordelen zien.” Maar met pilots zullen ze wel beginnen binnen hun eigen bedrijf.” De recent ingevoerde GS1 Databar, een nieuwe barcode die binnenkort verplicht wordt, zal het succes van RFID volgens Stein niet beïnvloeden. “De Databar wordt nu ingevoerd omdat er direct behoefte is aan kleinere tekens op producten en om ook bijvoorbeeld een houdbaarheidsdatum in de barcode te kunnen opnemen.” Voor het gebruik van RFID op artikelniveau in supermarkten is RFID volgens Stein sowieso nog te duur.
ontwikkelingen
Geen technische drempels meer
De technische beperkingen die RFID twee jaar geleden nog kende, zijn eigenlijk weg, stelt Sander Merkx van Mieloo & Alexander.
▪ Prestaties “Wij staan echt versteld van de enorme performanceverbetering van de afgelopen twee jaar, sinds de Gen 2-chips in 2006 in Nederland op de markt kwamen. Bij Sony halen we nu 350 dozen op een pallet.”
▪ Standaardisatie “Via EPC Global zijn alle protocollen nu overeengekomen, op wat ratificatieslagen na. EPC Global is nu per branche de colla-boration-standaarden aan het opstellen.”
▪ Prijs “De kosten per RFID-tag komen nu daadwerkelijk in de buurt van de vijf cent voor de Gen 2-label-etiketten, bij voldoende volume.”