Salary Survey - Mobiliteit
Maar is dat nou wel het enige criterium dat mensen drijft tot verplaatsing, hetzij tijdelijk, hetzij permanent?
Volgens de theorie van Berenschot niet. Medewerkers binden en motiveren vraagt volgens ons namelijk meer dan alleen een goede beloning en het bieden van werkzekerheid en goede werkomstandigheden. De werkgever moet zorgen voor een juiste mix van bindende en motiverende elementen. Deze mix is een specifieke combinatie van díe elementen, die kenmerkend zijn voor een individuele medewerker. Wat goed is voor de een, hoeft immers niet per definitie te werken voor de ander. We kunnen dus wel stellen dat geld slechts één component (als onderdeel van het totale arbeidsvoorwaardenpakket) is waarvoor ‘we het allemaal doen’. Misschien is geld voor sommigen wel een belangrijke factor, maar zeker niet de belangrijkste. In de Salary Survey 2007 is dat duidelijk terug te zien.
Neem nou het percentage van de ondervraagden dat op zoek is naar een nieuwe baan. Slechts 29 procent (bij de ‘big ten’ slechts 9 procent) van alle ondervraagden is, zo blijkt uit de survey, op zoek naar een nieuwe baan en dat is (landelijk gezien) relatief weinig te noemen. Zeker als we dit getal zien in het licht van de opkomende schaarste van personeel en we dit combineren met de reden om zich te mobiliseren. Uit de enquête blijkt dat de belangrijkste reden om van baan te veranderen de ontwikkelingsmogelijkheden (of juist het ontbreken hiervan) zijn. Pas op nummer 2 komt het salaris, op de voet gevolgd door mobiliteit (daar heb je ’m weer), (werk)sfeer en promotie(mogelijkheden).
Mooi om te zien is ook dat de redenen om bij de huidige werkgever te blijven bijna hetzelfde lijstje genereren: op 1 de sfeer, op 2 de ontwikkelingsmogelijkheden, op 3 het salaris, op 4 de mobiliteit en op plaats 5 de goede secundaire arbeidsvoorwaarden. Kijken we weer naar de top van de ‘big ten’ dan zien we toch wel weer wat afwijkende antwoorden. Zo is het antwoord op de vraag waarom werknemers eventueel van baan zouden willen veranderen, binnen deze groep toch wel opvallend, namelijk het salaris oftewel gewoon ‘euri’. Kijken we naar de ‘niet-big-ten’ of de respondenten die niet willen aangeven waar ze werken (overigens meer dan de helft van de respondenten vallen onder deze 2 categorieën), dan zien we dat juist ‘ontwikkelingsmogelijkheden’ veruit de meeste hits heeft op deze vraag (zo’n 10 procent).
Nu ben ik toch even mijn spreekwoordelijke kluts kwijt. Is het dan toch echt zo dat het gras bij de buren altijd groener is dan bij je eigen organisatie? Heb je goede ontwikkelmogelijkheden dan wil je geld, heb je een goed salaris dan wil je goede promotiekansen en heb je goede promotiekansen, dan ben je op zoek naar een leuke en goede collegiale sfeer. Ja, zou ik bijna volmondig zeggen en dan kom ik gelijk weer terug bij de eerder aangehaalde Berenschot-theorie: een organisatie die haar medewerkers effectief wil binden (boeien en belonen) moet serieus nagaan welke wensen en behoeften medewerkers hebben. Uiteraard moeten die medewerkers ook bij die organisatie passen. Meng die behoeften met een enquête-uitslag dat ‘slechts’ 29 procent van de ondervraagden actief op zoek is naar een nieuwe baan en men kan zo langzamerhand de conclusie trekken dat geld alleen niet gelukkig maakt. ‘Je leeft tenslotte niet om te werken, maar je werkt om te leven’ (waar heb ik deze opmerking eerder gehoord? ) en daarbij maakt geld best gelukkig, maar het is zeker niet ‘alleszaligmakend’...
Marsel in ’t Veen
Marsel in ’t Veen is Managing Consultant bij Berenschot Belonen en is jaarlijks betrokken bij diverse salary surveys voor beroepsgroepen en branches, waaronder die van de Automatisering Gids.Mobiel (bn.) <Fr. mobile>: 1. beweeglijk; 2. verplaatsbaar)