‘Schikking in antitrustzaak voor niemand een oplossing’
Thomas Bittman van Gartner verbaast dat helemaal niets. Na grondige lezing van de tekst concludeert Bittman, dat de overeenkomst alleen het punt van de gelijkwaardige behandeling van afnemers van Microsoft goed regelt. De keuzevrijheid die klanten en leveranciers onder de overeenkomst krijgen, blijkt aan tal van beperkingen onderhevig. Bovendien worden Microsoft’s mogelijkheden om applicatiegebieden te annexeren, niet aan banden gelegd. “Deze schikking betekent dat de Amerikaanse overheid een zegel van goedkeuring plakt op de monopolistische praktijken van Microsoft.” De overeenkomst spreekt niet van applicatiegebieden, maar gebruikt de term middleware. Daaronder verstaan de partijen functionaliteit die in het jaar voor introductie van een nieuwe versie van Windows los van het besturingssysteem gedistribueerd werd en die ook bij een andere leverancier verkrijgbaar is. De overeenkomst noemt uitdrukkelijk – maar niet limitatief – browsers, e-mailprogramma’s, Microsoft’s Java Virtual Machine, audio/video- en instant messaging-software. Voorsprong Om te beginnen, constateert Bittman, behoudt Microsoft onder de overeenkomst een enorme ontwikkelvoorsprong op concurrenten. De gegevens die concurrerende leveranciers nodig hebben om hun middelware aan te sluiten op Windows, hoeft Microsoft pas openbaar te maken als het de laatste bèta- versie van zijn variant het licht doet zien. Voor nieuwe versies van Windows geldt de plicht tot openbaarmaking op het moment dat Microsoft een bèta-versie aan 150 duizend testers voorgelegd heeft. Microsoft hoeft de application programming interfaces (API’s) en communicatieprotocollen niet aan iedereen vrij te geven. Dat hoeft alleen aan bedrijven die er in enig jaar in slagen één miljoen kopieën te verkopen van een concurrerend middleware-product. Dat werpt een enorme barrière op voor nieuwe toetreders, aldus Bittman. Microsoft is niet verplicht API’s en communicatieprotocollen aan derden te openbaren als dat afbreuk zou kunnen doen aan antidiefstal-maatregelen, antivirussystemen, de registratie van softwarelicenties, het beheer van digitale rechten, encryptie-oplossingen en autorisatiesystemen. “Dat levert voor concurrenten als Real Media en Novell behoorlijke problemen op”, aldus Bittman. “Voor Real Media betekent dit dat het beheer van digitale rechten ‘off-limits’ is. Novell krijgt in gemengde omgevingen problemen met de aanmeldingen van gebruikers op zijn netwerken. Het valt te verwachten dat Novells Netware Directory Services daardoor duurder wordt”, aldus Bittman. Compenseren De schikking verplicht Microsoft niet om pc-fabrikanten te compenseren wanneer ze bepaalde stukken middleware van Microsoft niet gebruiken. Dat betekent dat pc-fabrikanten die hun klanten een alternatief willen bieden, twee keer licenties moeten afdragen voor dezelfde functionaliteit, constateert Bitman. Concurrenten die deze hobbels hebben genomen, zijn nog niet uit de gevarenzone. Als de pc-fabrikant of koper van een pc voor een stuk niet-Microsoft-middleware heeft gekozen, krijgt Microsoft nog een kans het zieltje terug te winnen. Onder de overeenkomst mag Microsoft in dergelijke gevallen namelijk na veertien dagen de pc-gebruikers voorstellen de niet-Microsoft-middleware te vervangen door de variant van Microsoft. Die kans zal Microsoft zich niet laten ontgaan, denkt Bittman. Leveranciers die hun klanten genoeg reden bieden om weerstand te bieden aan de verleidingstruc van Microsoft hebben even tijd van leven. Hoe lang, dat is onzeker. Er is geen bepaling in de overeenkomst opgenomen die Microsoft verbiedt middleware te integreren in volgende versies van zijn besturingssysteem. “En als iets eenmaal langer dan een jaar in een Windows-versie geïntegreerd is, valt het niet langer onder de overeenkomst en hoeft Microsoft de API’s niet langer openbaar te maken. Dat betekent dat Microsoft vanaf dat moment wijzigingen kan doorvoeren zonder de concurrentie daarvan op de hoogte te houden”, aldus Bittman. Microsoft komt er, gezien het feit dat het schuldig bevonden is aan overtreding van de antitrustwetten, met deze regels heel licht vanaf. Maar Bittman betwijfelt of Microsoft blij moet zijn met dit succes. “Deze overeenkomst lost de fundamentele problemen niet op. Dat resulteert in nieuwe rechtszaken. Dat vraagt tijd en aandacht van de directie, en beperkt de handelingsvrijheid van Microsoft.” De getroffen maatregelen – of beter: het gebrek daaraan – zullen ertoe leiden dat Microsoft binnen afzienbare tijd weer onderwerp van een antitrustzaak zal zijn, voorspelt Bittman. “Deze overeenkomst geldt alleen de desktop. In de toekomst gaat Microsoft ook in de server-varianten van Windows aanpalende software integreren, zoals SQL Server. Dat zal een nieuwe antitrustzaak inluiden.”