Science Fiction is geen fictie meer
’Een robot mag een mens geen letsel berokkenen of, door nalatigheid, toestaan dat een mens letsel overkomt.’ Deze grappige zin vormt de zogenoemde eerste wet van de robotica, die geformuleerd werd door science fiction-schrijver Isaac Asimov in de jaren veertig van de vorige eeuw. De wet vormde de eerste van een trio dat als achtergrond diende voor een reeks verhalen waarin robots hun best deden hun menselijke meesters zo goed mogelijk te dienen en te behagen.
Asimov stierf in 1992 en, hoe meesterlijk zijn verhalen en boeken ook waren, zijn robots zijn nooit realiteit geworden. De technologische ontwikkeling van de twintigste eeuw bracht televisies, ruimtevaart en computers, maar de mensachtige, intelligente robots die de dromers van de jaren veertig verwachtten, bestaan nog altijd alleen in de science fiction. Zullen hun statische tegenhangers, de computers, dan misschien in intelligentie de mens ooit evenaren? Velen denken van niet. De indruk bestaat dat, hoe krachtig computers ook worden, het altijd domme apparaten blijven die nooit meer zullen doen dan programma’s afdraaien, en daarbij blijven crashen.