Spotlight
Voortaan passen op een Ultra Density Optical disk (UDO) 60 gigabyte, dat is tweemaal zoveel als voorheen. De schijven zijn leverbaar in twee uitvoeringen, namelijk eenmalig beschrijfbaar en rewritable.
Door het aanbieden van twee types disks, die in dezelfde drives gebruikt kunnen worden, wil Plasmon tegemoet komen aan de eisen van diverse gebruikersgroepen.
De eenmalig beschrijfbare versie (Write Once Read Many ofwel WORM) is bedoeld voor bedrijven waar gegevens gedurende lange tijd bewaard moeten blijven. Te denken valt aan ziekenhuizen, die de gegevens van patiënten tot 115 jaar na de geboortedatum moeten bewaren of grote bedrijven die van lange perioden allerlei documenten zoals emails en contracten in de originele vorm moeten bewaren.
De eenmaal beschrijfbare schijven vallen weer in twee categorieën, die onder de namen True Write Once en Compliant Write Once worden geleverd. Beide zijn technieken om gegevens eenmalig op een schijf weg te schrijven, laatstgenoemde heeft echter een zwaardere certificatie. De Compliant techniek voldoet dus aan de eisen zoals die zijn vastgelegd in wetten zoals Sarbanes-Oxley.
Extra beveiliging
De herschrijfbare uitvoering is bedoeld voor bedrijven waar de aanwezige hoeveelheid informatie van tijd tot tijd wordt ververst en waar de gegevens die niet meer nodig zijn, overschreven mogen worden.
De eerste generatie UDO werd door Plasmon in 2004 op de markt gebracht. Het ging toen om optische disks met een capaciteit van 30 GB per stuk. De huidige generatie heeft een tweemaal zo grote capaciteit. Voor het wegschrijven van de gegevens wordt gebruik gemaakt van een blauwe laserdiode.
De gebruikte disks bevatten twee lagen. Het blauwe laserlicht wijzigt de fase van één van die lagen en die verstoring kan later weer geheel optisch worden uitgelezen. Deze techniek wordt Phase Change Recording genoemd en gegevens die op die manieer zijn weggezet op de schijf blijven minstens 50 jaar intact, zo blijkt uit simulatietests. De gegevens hoeven al die tijd niet tussentijds worden gemigreerd of op andere wijze worden onderhouden. Dit spaart personeelskosten uit.
Tweede generatie
De disks van 60 GB behoren tot de tweede generatie, de derde generatie zal 120 GB per cartridge hebben. Toekomstige UDO-drives zullen backward-compatible zijn met hun voorgangers, dus de al aanwezige cartridges van vroeger kunnen daardoor ook in de nieuwe drives gebruikt worden.
Plasmon heeft onderzoek laten doen naar de kostyen die met het archiveren gemoeid zijn. Er is vooral gekeken naar de energieconsumptie van de diverse systemen. De Plasmon AA638, met een capaciteit van 38,3 terabyte, vraagt 536 watt. Het systeem heeft ruimte voor 638 optische disks die via twee drives kunnen worden beschreven en teruggelezen. Er is een vergelijking gemaakt met apparatuur van EMC, waarbij een archiefsysteem van ruwweg vergelijkbare capaciteit is gekozen, zijnde de Centerra. Die heeft een capaciteit van 42,8 TB en vraagt 8400 watt. Een opslagoplossing van NetApp, de NearStore R200 genaamd, heeft een capaciteit van 35 TB en vraagt 2466 watt energie.
EMC timmert high-end storage dichtSFrB
gegevensopslag
De grote opslagsystemen van EMC worden voorzien van een zeer strikte beveiliging, die komt uit de koker van de onlangs door EMC overgenomen beveiliger RSA. EMC legde hiervoor een bedrag van maar liefst 2 miljard dollar op tafel.
De beveiligingstechniek wordt vast onderdeel van de DMX-3 versie van de Symmetrix opslagsystemen van EMC. Deze storage is bedoeld voor het wegzetten van gegevens in grote hoeveelheden op enterprise-niveau. Om de opslag zo veilig mogelijk te maken worden een aantal technieken toegepast. Zo is het audit-log op zichzelf weer beveiligd. In dit logbestand, waarin wordt bijgehouden waneer welke gegevens worden gemanipuleerd kan geen enkele wijziging meer worden aangebracht. Daardoor is het ook onmogelijk geworden om het spoor van bepaalde gegevens te verdoezelen. In het audit-log kan bovendien worden gezien welke gegevens uit het opslagsysteem worden opgevraagd en door wie dat gebeurt. Ook wordt een melding gedaan op het moment dat bestanden worden gewijzigd.
De DMX-3 is voorzien van en mechanisme dat alle gegevens die niet meer nodig zijn geheel kan vernietigen. Dat komt bijvoorbeeld voor wanneer een diskdrive mogelijk mankementen gaat vertonen en moet worden vervangen door een andere disk. In zo’n geval is het mogelijk om de disk die wordt uitgehaald, eerst geheel te wissen. Daarbij wordt een techniek gebruikt die de aanwezige data zo vaak overschrijft dat deze absoluut niet meer gereconstrueerd kunnen worden. Dezelfde behandeling kan worden gegeven aan gegevensbestanden die niet meer bewaard hoeven te worden.
Secuur wissen
Bij het wissen van de opgeslagen data wordt gebruik gemaakt van een techniek die is beschreven in specificatie 5220.22-M van het Amerikaanse ministerie van defensie. Van het wisproces zelf wordt overigens weer een uitgebreid rapport gemaakt, dat wordt bijgeschreven in het audit-log. Via een toegangscontrole die is ontwikkeld door RSA wordt ervoor gezorgd dat alleen bevoegde medewerkers servive kunnen verlenen aan een DMX-3 installatie. Voordat iemand het systeem kan bedienen of de kasten kan openen, dient eerst een identificatieprocedure te worden doorlopen, Daarbij heeft iedere servicemedewerker een eigen versleutelde toegangscode.
Het dermate beveiligen van een opslagsysteem lijkt misschien overbodig, de praktijk wijst uit dat het wel degelijk noodzakelijk is. “Informatiebeveiliging is een van de grootste uitdagingen voor de hedendaagse gebruikers van ICT. Je data vormen je kapitaal en dat bescherm je net zoals je dat met andere bedrijfsmiddelen zou willen doen”, meent David Donatelli, vice-president van EMC.
Het DMX-3 opslagsysteem is niet alleen stringent beveiligd, ook de prestaties zijn opgevoerd. Dat is onder andere gedaan dor het mogelijk te maken het systeem aan te sluiten op een breedbandige Fibre Channel verbinding, met een snelheid van 4 GB/seconde. Intern kan het systeem worden ingesteld op een Raid-6 configuratie, wat beteeknt dat de gegevens worden weggeschreven in combinatie met pariteitsblokken. Raid-5 deed dat ook al, met een enkel blok Raid-6 gebruikt er twee. Met behulp van de pariteitsinformatie kunnen gegevens worden gereconstrueerd mocht er een storing in het disk-array optreden.
Om de doorvoersnelheid te optimaliseren kan het tussengeheugen in blokken worden verdeeld. Dit heet cache partitioning en de techniek maakt het mogelijk om de cachegeheugens dynamisch te verdelen over een aantal applicaties. In totaal kan de cache in acht delen worden gesplitst. De partities kunnen op elk moment groter of kleiner worden gemaakt, zodat een applicatie precies de goede hoeveelheid tussengeheugen krijgt.
De nieuwe uitvoering van de Symmetrix DMX-3 wordt leverbaar in het eerste kwartaal van dit jaar.
Citrix voegt ‘application streaming’ toeSFrB
software
Citrix heeft versie 4.5 van zijn Presentation Server geïntroduceerd, het vlaggenschipproduct van het bedrijf, dat zich richt op ‘server based computing’. De uitbreidingen van PS 4.5 zijn onder andere het resultaat van enkele overnames.
De belangrijkste vernieuwing in PS 4.5 is de mogelijkheid tot ‘application streaming’. Tot dusver zijn gebruikers gewend aan de centrale applicaties die via Citrix worden ontsloten voor de eindgebruiker. Maar daarvoor is het nodig dat de eindgebruiker voortdurend online is. Met application streaming is dat niet nodig; Windows-applicaties zoals Office kunnen op verzoek naar een client worden ‘gestreamd’, waarna die op eigen houtje (en dus ook offline) de betreffende software kan gebruiken. Daarbij geschiedt het opstarten gewoon via de ‘Start’-knop waarmee ook lokale applicaties worden opgestart. Omdat de gestreamde applicaties in een virtualisatielaag worden verpakt, hoeft een beheerder zich geen zorgen te maken over versieconflicten, dll-problemen en het in de war raken van het besturingssysteem van de client, belooft Citrix.
Citrix heeft ook verschillende beheerverbeteringen aangebracht. De belangrijkste vernieuwing komt daarbij van de EdgeSight-technologie, waarmee centraal snel is te zien hoe de eingebruiker eigenlijk de prestaties van de aangeboden applicaties ervaart. Ook is de ‘provisioning’ (distributie) van Citirx verder gecentraliseerd. Ook grafisch meldt Citrix het een en ander te hebben verbeterd. De grafische weergave van centrale applicaties op clientschermen is in bepaalde situaties flink versneld, waardoor toepassingen met intensief gebruik van grafische functionaliteiten (zoals een GIS) eerder voor gebruik met de Presentation Server in aanmerking komen. Presentation Server 4.5 komt deze maand beschikbaar in drie versies: Advanced, Enterprise en Platinum. De prijzen beginnen bij ongeveer 350 euro per gelijktijdige gebruiker.