Stemcomputers te vertrouwen?
Idee erachter is dat de burger dan in staat is om de gang van zaken bij het democratisch proces te kunnen controleren. Maar kan dat wel?
Als producenten van stemcomputers hun specificaties vrijgeven geeft dat problemen. Dan kunnen derden op basis van het al gedane werk vooral goedkopere stemcomputers op de markt te brengen. Concurrentie-vervalsing dus. Ik kan me levendig voorstellen dat bedrijven dat niet zomaar doen. Ook met fikse tegenwerking kun je met het apparaat in de hand, plus IT-activisten en veel bloed zweet en tranen al heel wat bereiken, zoals een recent reverse engineering project van stemcomputers door verontruste computer deskundigen laat zien.
Maar stel nu eens dat stemcomputer-software wel beschikbaar wordt gesteld. Zou dat helpen? Daarvoor moeten we terug naar 1997 toen tijdens de door mij voorgezeten Working Conference on Reverse Engineering het zogenaamde Reverse Engineering Demonstration Project werd aangekondigd. Dat project had tot doel om gezamelijk met wetenschap en industrie te demonstreren wat je uit software kon halen met de tools en technieken die door het veld ontwikkeld en gebruikt werden.
En wat kon je nu beter gebruiken als vehikel voor zo’n project dan software van een stemcomputer? De software van WELTAB III, een zogenaamd Election Tabulation System, werd beschikbaar gesteld voor het project. Een en ander resulteerde in een set van C-programma’s met de daarbij behorende scripts en voor iedereen leesbare gegevensfiles. In totaal 232 files, in 5 directories, werkend op pc’s via netwerkverbindingen, met ponskaartlezers als interface tussen stemmer en computer. Het doel was om te illustreren wat je met de verschillende tools en technieken die in het veld aanwezig waren kon ‘zien’ aan de software.
Een specifieke focus op fouten, malversaties, of schending van wet- en regelgeving was in die tijd niet meegenomen. Ik heb de code net even bekeken met die pet op. Wat meteen opvalt is, dat ondanks het voor deze tijden kleine archief, 860160 bytes aan source code, read-me’s en scipts, het niet gemakkelijk is om overzicht te krijgen van wat er nu echt gebeurd in dit systeem. Het begint al met een Word file: OPERATNS.DOC. Als ik die probeer te openen krijg ik een keuzemenu waarin ik een conversiekeuze kan aangeven. Alles is er, van Text Only totaan een Aziatische versie van Word, maar de file leesbaar krijgen ho maar.
Unix biedt uitkomst en we kunnen waarnemen dat er een masterstation en verschillende dataentry stations zijn. Dat doet vermoeden dat er ook remote dataverkeer moet zijn. Inderdaad: ik tref een ‘pget’ commando aan in verschillende scripts. Dat werd hoogswaarschijnlijk gebruikt om files over te halen via het file transfer protocol (ftp). Daar niets te bekennen van passwords of dataverkeer over encrypted lines, danwel versleutelde gegevens. Gegevens op de data entry machines plaatsen lijkt dus gewoon mogelijk.
Doorzoeken van de files op woorden als error, mistake, correct, en meer levert interessante informatie op. Er blijken allerlei quick-fix programmaatjes te zijn. Men kan kiesdistrict resultaten corrigeren tijdens ‘count night entry’ en als gevolg van ‘changing tables’. Bovendien kan men namen van kandidaten corrigeren, veelal veroorzaakt door write-ins (voorkeursstemmen). Dat gaat met gebruikersinteractie gepaard want in de code wordt daarvoor een string naar het scherm geschreven: ‘Enter new name’. Er is dus support om (remote) overal aan te peuteren - uiteraard bedoeld voor het goede, maar geschikt voor het kwade.
Voorkeursstemmen zijn tot op de dag van vandaag een probleem in stemmachines: “It only took me a minute to discover a foolproof way to crack this code, and using this, someone intent on bribing voters to vote in a particular way could simply assign a nonsense name to each voter, asking them to write in that person’s name for a specified minor office in order to force the public disclosure of their ballot in order to prove that they had earned their bribe.” Aldus een van een expert voor de Amerikaanse overheid op 22 mei 2001 die een stemcomputer uit 2000 had doorgelicht. Probleemloos was en is het mechaniekje dus niet.
Grappig is dat bij het WELTAB archief ook van een aantal districten in Boston de live data van een verkiezing aanwezig zijn. Onder andere van de presidentsverkiezingen tussen Ronald Reagan en Walter Mondale. Het systeem produceert een officieel en een niet-officieel cumulatief. We zien voor 19 kiesdistricten 2061 Mondale stemmen en 3674 voor Reagan. Officieel zit het ietjes anders: eentje minder voor Mondale, nog steeds 3674 voor Reagan, 55 versnipperde voorkeursstemmen, vier stemmen op John A. Doe, en twee op Mary Smith. Die laatste twee zijn fictieve namen zoals wij Jan Modaal gebruiken. In totaal dus 1.05% van de stemmen waar iets mee is. Er zijn meer stemmen officieel uitgebracht dan officieus, en die ene stem minder voor Mondale, en wat doet Jan Modaal plus echtgenote daar? Kortom, toen kon je ook al vele vragen stellen.
Er worden al decennia lang vragen gesteld bij stemcomputers. Veelal is het de IT-elite die hier spreekt, en de politieke elite die niet luistert. De producenten gebruiken het argument van kinderziektes, incidenten, en andere bagatelliserende bewegingen. Maar dat gaat al lang niet meer op omdat deze problemen als zo lang rondzingen. Reverse engineering van de hard- en software zou kunnen bijdragen aan transparantie, en dus garanties. Blijf ik toch met een dilemma zitten: wie vertrouwt er nu een IT’er die zegt dat een systeem nu wel goed is? Een rood potlood is zo gek nog niet.
Prof. dr. Chris Verhoef is hoogleraar Informatica aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij schrijft maandelijks een column in AG II.