Te laag rendement bij informaticastudies
In het zogenaamde Bètaconvenant verplichtten de bèta-opleidingen zich onlangs tot hogere rendementen. De commissie stelt echter dat de afgesproken streefcijfers ‘niet bij benadering gehaald zullen worden’. Het aandeel studenten dat zijn propedeuse heeft gehaald na meer dan twee jaar studeren is ‘in geen enkel geval bevredigend’. Het gaat hier overigens nog om de vierjarige opleidingen, omdat de gegevens over de nieuwe, vijfjarige opleidingen nog ontbreken. Het laagst scoorde de Universiteit van Utrecht, waar slechts 32,3 procent van de informaticastudenten na ruim twee jaar studeren de propedeuse had behaald. Niet veel beter is de situatie aan de UvA, waar 33,7 procent de propedeuse op zak heeft na ruim twee jaar. Bij de VU is het ‘propedeuserendement’ na twee jaar studeren met 58,1 procent het hoogst, maar de commissie vindt ook dit ‘tamelijk laag’. Te rooskleurig De opleiders wijten het lage rendement aan de teruglopende studiefinanciering, waardoor studenten meer tijd stoppen in bijbaantjes, aan dubbele inschrijvingen en aan studenten die vrijwillig meer vakken volgen dan vereist. De commissie denkt echter dat de belangrijkste oorzaak ligt in ‘te rooskleurige voorlichting’. “De student wordt gelokt door de glamour van fraaie ICT-toepassingen. De harde werkelijkheid van de studie, waarin de student een stevige portie wiskunde moet bestuderen, wordt vaak onderbelicht”, zegt Engels, die hoogleraar Informatica is aan de universiteit Paderborn in Duitsland. Engels benadrukt de urgentie van rendementsverbetering: “Een gestrande studie gaat gepaard met zwaarwegende persoonlijke gevolgen voor de betrokkene, maar ook met verspilling van substantiële publieke middelen.” De commissie raadt de universiteiten aan de studiebegeleiding te verbeteren, onderwijsvormen te moderniseren en studieadviezen tijdens de propedeuse te geven. De Informaticaopleidingen zijn nog het meest gebaat bij het aantrekken van geschikte studenten, in plaats van het binnenhalen van zo veel mogelijk studenten. “De voorlichting moet beter. Scholieren moeten zich realiseren dat de studie wiskundiger is dan zij denken. Zij moeten gewezen worden op het belang van goede cijfers voor de exacte vakken”, aldus Engels.