Terug van weggeweest: Cray Computers
Cray Computers werd in 1972 opgericht door Seymour Cray, die wel de vader van de supercomputer wordt genoemd. Hij had al eerder grote computersystemen gebouwd, maar pas in de jaren zeventig opende de Amerikaan kantoren in Chippewa Falls en Minneapolis (beide bestaan nog steeds). Niet dat ze veel konden, vergeleken met de systemen van vandaag, maar voor die tijd was het in elk geval al heel wat en menig onderzoekslaboratorium werd kind aan huis bij de onderneming. Lang duurde de zegetocht van Cray echter niet. Het bedrijf kreeg al gauw concurrentie van bedrijven als ThinkingMachines en Convex en ook de traditionele leveranciers als IBM begonnen zeer zware systemen te bouwen. Ze creëerden supercomputers door kleinere systemen aan elkaar te koppelen, de zogenoemde clusters. Grootste voordeel was de lagere prijs. Daardoor moest Cray al gauw de helft van zijn marktaandeel inleveren. Ook nu nog bouwen HP en Compaq zo’n 40 procent van de vijfhonderd snelste supercomputers. In de jaren negentig verloor Cray steeds meer terrein. In 1996 werd het bedrijf overgenomen door Silicon Graphics Inc. (SGI), de fabrikant van grafische werkstations, maar die wist er eigenlijk nauwelijks raad mee. Nieuwe apparatuur werd er niet meer ontwikkeld en in 1999 bedroeg de omzet nog maar een magere 2 miljoen dollar. Op het laatste moment werd Cray gered door Tera, dat het bedrijf voor een koopje (35 miljoen dollar, plus aandelen) van SGI overnam. De naam Cray werd in ere hersteld en meteen al in 2000 steeg de omzet al tot 118 miljoen dollar. Vectorcomputers Inmiddels is Cray weer op volle sterkte. De belangrijkste reden voor die opmerkelijke terugkeer is dat sommige rekenkundige problemen alleen door zogenoemde vectorcomputers kunnen worden opgelost, waarbij geheugen wordt gedeeld. Bij complexe rekentaken kunnen clusters onstabiel worden. Met die nieuwe generatie supercomputers kunnen bijvoorbeeld complexe brandsimulaties veel sneller worden berekend. Het nieuwe model X1 dat enigszins oogt als een jukebox uit de jaren vijftig is 25 duizend maal sneller dan een Pentium IV. In 2010 wil Cray zelfs een eerste petaflopscomputer introduceren die gebruikt zou kunnen worden voor cryptoanalyse en het breken van geheime codes. Grootste klant van Cray is de Amerikaanse overheid. Zo bestelde in oktober Sandia National Laboratories uit Albuquerque (New Mexico) Craysystemen ter waarde van 90 miljoen dollar. Ook Ridge National Laboratory zou op de lijst staan voor het nieuwe Craysysteem. Net als het Earth Simulator Research and Development Center in Yokohama, Japan, wil ORNL een klimaatsimulator bouwen. Of het bedrijfsleven weer Craycomputers gaat kopen moet worden afgewacht, want goedkoop zijn de systemen nog altijd niet: afhankelijk van de configuratie 8 tot 100 miljoen dollar. Toch boekte Cray ook met verkopen aan laboratoria een winst in het afgelopen derde kwartaal van 2,1 miljoen dollar tegen een verlies van 10,8 miljoen een jaar geleden. Volgend jaar rekent Cray op een omzet van 200 miljoen dollar. Zelfs investeerders beginnen weer vertrouwen in Cray te krijgen. De koers van het beursgenoteerde bedrijf vertoont een stijgende lijn. Topvijf supercomputers 1. NEC Earth Simulator, Japan (35.86 Tflops) 2. ASCI Q, LANL, Los Alamos (7.72 Tflops) 3. ASCI Q (tweede segment), LANL, Los Alamos (7.72 Tflops) 4. ASCI White, LLNL Livermore, IBM Super Power (7.22 Tflops) 5. MCS Linux Cluster, LLNL, Livermore (5.96 Tflops) Teraflops betekent 1000 miljard berekeningen per seconde, wat gelijk is aan een biljoen.