TNO: Kennistransfer faalt
TNO maakt een onderscheid tussen de onderzoeksrichtingen Informatica en Telecommunicatie, Micro-elektronica, Hardware (TMH). De TMH-onderzoekers zijn iets positiever gestemd over de onderzoekscholen. TNO stelt bovendien vast dat slechts een zeer beperkt aantal bedrijven betrokken is bij universitaire onderzoeksprojecten. De software-industrie ontbreekt zelfs helemaal. Ook het MKB blijkt nauwelijks bereikbaar te zijn voor de overdracht van kennis. “Daarvoor is een betere structuur van intermediairs nodig die een vertaalslag kunnen maken”, zegt Ton Ravesloot, secretaris technologie MKB Nederland. Alleen de grote onderzoeksinstellingen zijn succesvol in het aantrekken van een tweede en derde geldstroom. In het rapport noemt TNO CWI, TU Delft en de Universiteit Twente met name. Daarbij slaagt het TMH-onderzoek iets beter in samenwerking met het bedrijfsleven dan de informatica-instituten. TNO schetst een aantal oorzaken voor de moeizame kennistransfer. Zo erkennen zowel onderzoekers als bedrijfsleven dat uitwisseling vooral om personen draait. De personele samenstelling wisselt echter bij beide partijen sterk. Ook bestaat een groot verschil in ‘tijdhorizon’. Twee jaar is lang voor het bedrijfsleven, maar onderzoekers denken al snel in termijnen van drie jaar. Paul de Graaf ICT-secretaris van VNO/NCW betreurt het dat toepassingsgericht onderzoek niet in deze scan is meegenomen. “Dit rapport steunt de commissie Le Pair in zijn conclusie dat de overheidsuitgaven aan ICT-onderzoek moeten verdubbelen. Dan moeten bedrijven wel in een koepeloverleg uiteen zetten wat ze zelf aan strategisch onderzoek doen en waar ze behoefte aan hebben.”