Veel Wi-Fi-producten vallen door de mand
De dominante positie van Noord-Amerika op het gebied van draadloze netwerken begint langzaam af te brokkelen. Had dat werelddeel eind 2000 nog een aandeel van 80 procent in de totale Wi-Fi-omzet, in het vierde kwartaal van 2003 was dat gedaald tot circa 55 procent. Europa en Azië/Japan zitten inmiddels beide op ruim 20 procent van het totaal. De Wi-Fi Alliantie, die sinds zijn oprichting in 1999 de interoperabiliteit test van producten die zijn gebaseerd op de IEEE 802.11-standaard, constateert dat het er met de uitwisselbaarheid niet beter op wordt. Inmiddels heeft de organisatie in zijn laboratoria in de VS, Engeland, Japan en Taiwan meer dan duizend producten gecertificeerd. Op dit moment blijkt 22 procent van de door fabrikanten voor het eerst aangeboden producten niet aan de eisen te voldoen. Overigens sprak de alliantie enige tijd geleden nog van 25 tot 30 procent. Niet alleen nieuwe, ook beproefde technieken voor WLan’s blijken te kunnen falen. De alliantie verwacht in de toekomst nog meer problemen. Dat komt onder meer doordat de complexiteit van de producten toeneemt. Er komen binnen de 802.11-technologie steeds meer standaarden voor diverse snelheden en frequenties (11a, 11b, 11g) en combinaties daarvan. Daarnaast neemt het aantal Wi-Fi-chipsets, dat aanvankelijk vrij beperkt was, hand over hand toe. Hierdoor stijgt ook de kans dat producten niet goed op elkaar aansluiten. Alle reden voor de Wi-Fi Alliantie om te blijven hameren op certificatie, zegt marketingdirecteur Brian Grimm. "We zijn daar erg gevoelig voor, in het bijzonder omdat de prijsdruk blijft toenemen. De kwaliteit kan daaronder lijden. Fabrikanten kunnen daardoor zwichten voor het gebruik van slechte gelijkrichters of andere onderdelen." Een volledig zicht op de producten en hun fabrikanten die door de mand vallen, heeft de Wi-Fi Alliantie niet. De vier (onafhankelijke) laboratoria rapporteren uitsluitend terug welke producten wel zijn goedgekeurd. Anders zouden de bestuursleden van de alliantie - tevens fabrikanten van netwerkapparatuur - kunnen zien welke concurrenten precies met slechte producten op de proppen komen. Veel namaakproducten van dubieuze kwaliteit die ten onrechte pronken met het Wi-Fi-logo, zoals volgens een fabrikant als TDK bij Bluetooth wel het geval is, heeft de alliantie tot dusver niet kunnen ontdekken. Het is volgens Grimm vooralsnog bij enkele incidentele gevallen gebleven. Beveiliging De beveiliging van Wi-Fi was geruime tijd een heet hangijzer. De aanvankelijk gebruikte technologie Wireless Equivalent Protocol (WEP) bleek zwakke punten te hebben. Sinds september 2003 moeten alle nieuw gekeurde Wi-Fi-producten voldoen aan Wi-Fi Protected Access (WPA), een sterk verbeterde beveiligingsmethode. "Inmiddels zijn ongeveer 240 producten op de markt gebracht die WPA ondersteunen. Ook hebben we een migratiepad aangegeven naar WPA2, een andere naam voor 802.11i. Met name ondernemingen zullen daardoor een stuk geruster zijn op het gebruik van Wi-Fi", aldus Grimm. Volgens de zegsman van de alliantie is WPA2 nodig omdat beveiliging geen stationair doel is. "Op dit moment zijn er geen plannen om verder te gaan dan 802.11i, maar over een jaar ligt dat ongetwijfeld anders. De rekenkracht en statistische mogelijkheden blijven immers toenemen." WPA2 ondersteunt onder meer ‘pre-authenticatie’, waardoor een gebruiker die zich met zijn laptop bij één basisstation (‘access point’) meldt, automatisch een vooraanmelding krijgt bij de overige basisstations van hetzelfde netwerk. "Voor dataverkeer is dat niet zo belangrijk, maar wel voor spraak. De authenticatietijd daalt daardoor van pakweg 100 milliseconde naar 20 tot 30 milliseconde." Een andere technische verbetering in WPA2 is de versleuteling van gegevens op basis van de Advanced Encryption Standard (AES). "Al heeft nog niemand de encryptie in WEP of WPA gebroken, AES is veel robuuster." Voorlopig moeten Wi-Fi-gebruikers het nog doen met WPA. De Wi-Fi Alliantie geeft het dringende advies WEP niet meer te gebruiken - tenzij er echt niets anders beschikbaar is - en altijd WPA in te schakelen. Kanaalbundeling Naast de officiële standaarden 802.11b (11 megabit per seconde), 11a en 11g (beide 54 megabit per seconde) brengen sommige fabrikanten nu ook producten op de markt die op ruim 100 megabit werken. Volgens Grimm voldoen deze aan geen enkele officiële standaard, zijn ze niet interoperabel en weigert de Wi-Fi Alliantie ze te certificeren. Dat blijkt echter alleen te gelden voor de hoogste snelheid, die meestal wordt gerealiseerd door het bundelen van twee kanalen (‘channel bonding’). Er is binnen de IEEE wel een officiële 100-megabit standaard in ontwikkeling, die alvast 802.11n is gedoopt. "We hebben nog geen idee welke technologie daarvoor gebruikt zal worden. Waarschijnlijk laat de vaststelling nog tot het derde kwartaal van 2005 op zich wachten. Wij zullen die producten vervolgens certificeren." Overigens betwijfelt Grimm of gebruikers in de praktijk een nog hogere snelheid dan 54 megabit nodig hebben. "De snelste internetaansluitingen in woningen vind je nu in Japan en Korea. Die zitten ergens rond de 30 megabit. Wi-Fi is nog altijd sneller, dus is er in de thuisomgeving geen grote behoefte aan 802.11n." "Er zijn een paar uitzonderingen, waaronder online-gaming en videodistributie. Maar in een zakelijke omgeving is 54 megabit op dit moment waarschijnlijk volkomen toereikend. Voor veel verticale toepassingen, bijvoorbeeld in transport en logistiek, biedt 11 megabit eigenlijk al de snelheid van een Ferrari. Alleen voor intensieve grafische toepassingen of bijvoorbeeld bewakingscamera’s met hoge beeldkwaliteit zou een hogere doorvoersnelheid gunstig kunnen zijn." Op dit moment heeft de consument nog verreweg de overhand op het bedrijfsleven bij de aanschaf van producten, in een verhouding van circa 8 staat tot 1. Dat zal voorlopig nog wel zo blijven. Grimm: "Een van de zaken die de consumentenmarkt zal stimuleren is spraakverkeer via Wi-Fi, ter vervanging van een DECT-telefoon in huis. Voice over IP (VoIP) wordt nu al veel gebruikt in grote bedrijven, maar zal snel zijn weg vinden naar de consument."