Verloskunde wil elektronische communicatie
Knelpunt is wie de kosten moet dragen. De softwareleveranciers vinden het onredelijk om de kosten te verhalen op verloskundigen en gynaecologen, omdat de meerwaarde vooral een wetenschappelijk karakter heeft. Tot dusver hield de kostendiscussie een elektronische doorbraak tegen. “De financiële en organisatorische consequenties moeten snel duidelijk worden”, zegt BMA-medewerker Diederik Sakkers. Hij schat dat 300.000 euro voldoende is om in anderhalf jaar alle benodigde communicatie te bouwen, inclusief testen, een helpdesk en uitrol van de software. Jaarlijks worden tienduizenden aanstaande moeders doorverwezen naar het ziekenhuis, er is nauwelijks elektronische uitwisseling van gegevens tussen eerste- en tweedelijn. Papieren status De Nederlandse verloskunde kent drie ICT-bedrijven van betekenis, waaronder Microware en Digitalis voor zelfstandige verloskundige praktijken. Verder is er BMA met het product Mosos, dat draait in 90 procent van de Nederlandse ziekenhuizen. Verloskamers zijn veelal prima geautomatiseerd, met een elektronische status, partusverslag, CTG-signalering, ultrasoundkoppeling en allerlei opslagfuncties van beelden en meetgegevens. De meerderheid van de poli’s verloskunde werkt echter nog met een papieren status. “Verloskunde is akelig goed gestructureerd, er is geen onenigheid over de inhoud van dossiers”, zegt Rob Brenninkmeijer, directeur van Digitalis. Hij is voorstander van een multidisciplinair dossier, voor ziekenhuizen, verloskundigen en kraamzorg. “In de verloskunde zijn er perfecte voorwaarden om communicatie van de grond te krijgen. Zeer veel gegevens worden al gecodeerd vastgelegd. Bij huisartsensoftware is op dat gebied teveel vrijheid: dan krijg je data als een emmer snot.”