Vietnam nieuwe ICT-ster in Azië
Dit laatste betekent (boeddhistische) matigheid, redelijkheid en de noodzaak een zekere immuniteit in te bouwen voor interne en externe economische schokken.
De sufficiency economy kreeg onlangs bijval van niemand minder dan professor Craig Warren Smith, adviseur en huisgoeroe van Microsoft, Intel, Oracle, IBM en Nokia. Smith is de geestelijke vader van Spiritual Computing (www.SpiritualComputing.org). Hij ziet de toekomst als een samengaan van (vooral Boeddhistische) spiritualiteit en digitale technologie, en citeert de Dalai Lama om dat idee te benadrukken: “Om hun potentieel te bereiken heeft spiritualiteit digitale technologie nodig, en digitale technologie spiritualiteit. Op een wezenlijk niveau complementeren de twee tradities elkaar. Het overleven van de mensheid kan van de interactie tussen beide afhankelijk zijn.”
Smith, voormalig Harvard professor en nu verbonden aan Washington University, is ook adviseur van de Thaise en Indonesische regeringen. Hij stelt dat draadloze en mobiele technologie de tweede digitale revolutie inluidt (de eerste was gebaseerd op de pc en eindigde volgens hem met de dotcom crash). Hij gelooft dat de ideeën van de Thaise koning navolging verdienen.
Samen met de Thaise wetenschapper Soraj Hongladarom van de Chulalongkorn Universiteit in Bangkok schreef Smith een essay waarin hij zegt dat “digitale technologie de Thaise samenleving kan transformeren volgens het ethische kader van de self-sufficiency economy van de Thaise koning”. Smith noemde een aantal voorbeelden die kunnen voorkomen dat Thailand net als Singapore verwordt tot wat hij noemt ‘een harteloze technopolis’:
• De ontwikkeling van mobiele applicaties voor Thaise agrarische coöperaties om kennis te verspreiden.
• Gebruik van Thaise culturele content in digitale producten, onder meer Thaise mythische helden die compassie tonen in plaats van geweld en agressie.
• Technologieën voor de gezondheidszorg voor ziekenhuizen op het platteland die traditionele (alternatieve) medicijnen en gezondheidszorg combineren met de laatste wetenschappelijke innovaties.
ICT Forward, een non-profit denktank van Dion Wiggins, de voormalige research director van Gartner, publiceerde begin februari een advies aan de Thaise regering met een aantal aanbevelingen om ICT te bevorderen, die bovendien passen in het kader van de sufficiency economy. Wiggins noemde onder meer:
• Het onderwijs beter afstemmen op de globale kenniseconomie.
• Meer internationale kenniswerkers met ICT-vaardigheden aantrekken.
• Grassrootsinitiatieven nemen en niet op de overheid wachten.
• Open standaarden toepassen.
Wiggins adviezen passen niet alleen in de sufficiency economy van de Thaise koning, zij zijn ook bruikbaar voor andere Asean-landen zoals Indonesië, Laos en Myanmar.Thailand als proeftuinvoor ‘Spiritual Computing’De zogenaamde tijger-economieën van de jaren negentig zijn de afgelopen jaren door de opkomst van India en China naar de achtergrond verdrongen, maar ze beramen een comeback. Asean – de groep van tien landen waaronder Thailand, Maleisië en Vietnam – gaat de geplande economische integratie naar voren halen van 2020 naar 2015. De toekomstige ‘Aziatische EU’ heeft 530 miljoen inwoners, een zeer jonge bevolking, en een gemiddelde economische groei van ruim 5 procent.
Asean is een bont gezelschap, van de nietige technopolis Singapore tot het enorme maar voornamelijk agrarische Indonesië, waar bijna de helft van Aseans bevolking woont. De nieuwe ster is Vietnam, alom gezien als de nieuwe ICT-hotspot in Oost-Azië. Bij het vliegveld van Hanoi schieten Japanse fabrieken als paddestoelen uit de grond. Canon opende onlangs een printerfabriek van 100 miljoen dollar, en Panasonic, Nidec Sankyo doen soortgelijke investeringen in de productie van elektronische componenten. De Japanse overheid financiert een 1500 km lange hogesnelheidslijn tussen Hanoi en HCM-stad.
Japan is de grootste investeerder in Vietnam, het resultaat van het nieuwe ‘China-plus-one’-beleid. Japanse bedrijven willen de indruk wegnemen dat ze te afhankelijk zijn geworden van China. Vietnam is mede door zijn geografische ligging een ideaal alternatief. Japan ziet Vietnam behalve als productiebasis ook als ideale outsourcingspartner. De kosten zijn aanzienlijk lager vergeleken met India, en Indiase IT-servicebedrijven tonen bovendien een beperkte interesse om zich in de Japanse taal te verdiepen. Veel Vietnamezen, waaronder software-ontwerpers, studeren Japans om hun kans op werk bij Japanse bedrijven te vergroten.
Ook Amerikaanse bedrijven hebben Vietnam ontdekt, mede aangemoedigd door Intels besluit 1 miljard dollar te investeren in een chipfabriek bij Hanoi, en mede door de hypermoderne ICT-infrastructuur die nu wordt aangelegd. Nortel bouwt een optisch transmissiesysteem tussen het noorden en het zuiden van Vietnam die een capaciteit krijgt van 20 tot 40Gbps en geschikt is voor onder meer teleconferenties, live-tv en live-tv-chirurgie. Tientallen staatsbedrijven, waaronder Vietnams grootste telecomaanbieder, zijn nu nog eigendom van het Vietnamese ministerie van Defensie, maar worden deels verzelfstandigd. Telecombedrijven uit Japan, Europa en de VS zijn in het land neergestreken. Vietnam trekt nu als percentage van het BNP meer investeringen aan dan China. Begin dit jaar werd het land lid van de WTO, waardoor de groei verder wordt gestimuleerd.
Tegenoffensief
Ook andere Asean-landen hebben de afgelopen jaren de ICT-infrastructuur verbeterd om de regio aantrekkelijker te maken als vestigingsplaats voor zowel hardware- als softwarebedrijven. En met succes. Thailand is nu de grootste producent van harddisk drives ter wereld. Vier van de vijf grootste producenten van harddisks, waaronder Seagate, Hitachi en Fujitsu, hebben vestigingen in Thailand. Het land produceerde vorig jaar meer dan 150 miljoen HDD’s, en ruim 600 miljoen HDD-onderdelen. De industrie biedt werk aan 100.000 mensen. Thailands National Electronics and Computer Technology Center (Nectec) geeft financiële steun aan veertien universiteiten die onderzoek doen naar HDD-gerelateerde technologie. Nectec heeft nu ook zijn pijlen gericht op RFID-technologie.
Maleisië verloor de afgelopen jaren een aantal hardwarefabrieken aan China, maar is ook met een tegenoffensief begonnen. Begin februari lanceerde de regering Multimedia Super Corridor Cyberport City, een nieuwe stad in de staat Johor die zich geheel gaat richten op software-ontwikkeling en Shared Services Outsourcing (SSO). Johor beoogt een compleet ‘ICT-ecosysteem’ te ontwikkelen, inclusief universiteiten, durfkapitaalbedrijven en een eersteklasinfrastructuur. Cyberport, een investering van 220 miljoen dollar, moet een broeikas worden voor nieuwe producten die internationaal in de markt gezet kunnen worden. Buitenlandse bedrijven die zich in Johor vestigen krijgen tien jaar vrijstelling van belasting.
Het kleine Singapore ziet Beijing en Bangalore als grootste concurrenten in de strijd om de toonaangevende ‘kennisgebaseerde economie’ van Azië te worden. De stadstaat lanceerde vorig jaar iN2015 (Intelligent Nation 2015), een masterplan om in 2015 het aandeel van ‘infocomm-technologie’ in de economie in de komende tien jaar te verdubbelen en 55.000 nieuwe hoogwaardige ICT-banen te creëren. Singapore heeft traditioneel veel multinationals aangetrokken maar wil zich nu meer richten op SME’s en zogenaamde ‘gazelles’, kleine ICT-startups die snel groeien en de economie stimuleren.
De Filippijnen is tot dusver het enige land in Asean met een outsourcingsindustrie van betekenis. Business process outsourcing (BPO) voor hoofdzakelijk Japanse en Amerikaanse bedrijven biedt werk aan vele duizenden mensen in de Filippijnen. Op de jaarlijkse e-Services Philippines Conferentie, die in februari werd gehouden, profileerde het land zich als bestemming voor Knowledge Process Outsourcing (KPO). Het land kampt overigens met een groeiend tekort aan gekwalificeerd personeel, dezelfde problemen waarmee India wordt geconfronteerd.
Indonesië
Buurland Indonesië blijft sukkelen. Het gebruik van pc’s en internet in Indonesië ligt op het niveau van Myanmar en Laos. De ontwikkeling van een telecominfrastructuur stagneert mede omdat monopolist Telkom niet onder druk staat de voorzieningen en service te verbeteren. Internettoegang is duur en ontoegankelijk voor de overgrote meerderheid van de bevolking. Slechts één op de twintig gezinnen beschikt over een pc en slechts een kwart daarvan heeft internettoegang. Mobiele telefonie en draadloze netwerken zullen het land naar verwachting in het ICT-tijdperk brengen.
Myanmar, Laos en Cambodja doen het niet veel beter dan Indonesië, maar deze landen zullen de komende jaren profiteren van de Greater Mekong Subregion Information Superhighway. Dit point-to-point optische transmissiesysteem creëert een hypermoderne communicatie-infrastructuur die vijf Mekonglanden (Myanmar, Thailand, Cambodja, Laos en Vietnam) met China gaat verbinden. De Chinese regering en de Asian Development Bank stellen zachte leningen beschikbaar voor het ruim 66 miljoen dollar kostende netwerk. China’s telecomleverancier Huawei Technologies heeft als eerste een opdracht binnengehaald om een deel van het netwerk aan te leggen. Het enorme project, dat ook bekend staat als het Asean-China Superhighway Project, moet in 2010 volledig operationeel zijn.
Jan Krikke is publicist en AG-correspondent in Azië.Indonesië blijft sukkelenAsean-groep start eerder met economische integratie