Waar is de passie van de ICT’er?
Er ontstond een soort positivistische psychologie die stelde: laten we nou eens uitzoeken waarom mensen werk fijn vinden. Een aantal Utrechtste psychologen uit die school ging daarop door. Door hen is het concept van bevlogenheid ontwikkeld, en met dat idee zijn we bij TNO aan de slag gegaan.”
TNO doet tweejaarlijks de Arbeidssituatie Survey en voegde daar in 2002 ‘bevlogenheidsvragen’ aan toe. De onderzoekers legden 3400 werknemers stellingen voor die betrekking hadden op drie zaken: vitaliteit, toewijding en betrokkenheid. Ze gebruikten daarvoor items van de ‘Utrechtse Bevlogenheid Schaal’ (UBES), een geaccepteerde en gevalideerde meetlat die door de Utrechtse onderzoekers Schaufeli en Bakker werd ontwikkeld. Een ‘vitaliteits-stelling’ was bijvoorbeeld ‘op mijn werk bruis ik van energie’, een stelling als ‘ik vind het werk dat ik doe nuttig en zinvol’ vertelde iets over toewijding en ‘wanneer ik heel intensief aan mijn werk denk, voel ik me gelukkig’ over betrokkenheid. Opvallende uitkomsten: oudere werknemers zijn meer bevlogen dan jongeren, werknemers in vaste dienst scoren beter – zelfstandig ondernemers overigens het best – en er zijn forse verschillen tussen de beroepsgroepen. “Het meest opvallend waren de onverwacht hoge en lage scores die bepaalde beroepsgroepen haalden”, zegt Smulders. “Dat onderwijzers, kunstenaars en mensen in de zorg bevlogen zijn, dat had ik wel zo ingeschat. Maar vrachtwagenchauffeurs en een aantal beroepen in de bouw scoren ook bovengemiddeld. Net zo goed had ik ook niet verwacht dat ICT’ers zo laag zouden scoren.”
Pizzadozen
Die lage score is volgens Smulders nog niet – wetenschappelijk – verklaard. Het lijkt ook in tegenspraak met het beeld van ICT’er die tussen de pizzadozen in een uitgestorven kantoor doorploetert tot de laatste bug is gevonden en de nek omgedraaid. “Wat ook vreemd is, is dat in het onderzoek blijkt dat het met de variatie in het werk wel goed zit in de ICT. Die variatie is een van de factoren die normaliter meehelpt aan bevlogenheid. Toch scoren ze laag.” Smulders heeft zijn gedachten wel laten gaan over het lage bevlogenheidspeil: “Misschien is een flink aantal IT’ers het vak ingerold – omdat ze dachten dat er goed te verdienen was - terwijl eigenlijk een ander beroep hun voorkeur had. Ik zie IT’ers ook vaak van brandje naar brandje rennen. De hoge werkdruk zal ook zeker een rol spelen.” Bovendien: als een ICT’er zijn werk goed doet, is hij praktisch onzichtbaar. Gaat er iets mis, dan weet iedereen hem te vinden.
Geef ruimte
Bevlogen werknemers zijn goed voor de productiviteit. Daarom zouden werkgevers daar bewust mee om moeten gaan, denkt Smulders. “Bevlogenheid moet je respecteren en stimuleren. De bevlogen werknemer, werkt langer en harder. Wil je bevlogenheid bij je mensen stimuleren, geef hun eigen initiatieven dan een kans en geef ze ruimte om er ook eens naast te zitten.” Je kunt als werkgever de bevlogenheid van je mensen echter ook eenvoudig om zeep helpen: “Door autoritair management, mensen afrekenen op fouten, veel bureaucratie en papieren regels te scheppen.” Om bevlogen mensen binnen te houden, of bevlogenheid te stimuleren kunnen werkgevers overigens zelf veel doen. “Werk dat variatie biedt, autonomie voor de werknemer, waarbij de werkdruk niet al te hoog is en dat niet saai is, leidt tot meer bevlogenheid”, zegt Smulders. “In het werk dat je aanbiedt kun je daarmee rekening houden, en dat wordt ook zeker al gedaan bij bepaalde bedrijven. Als mensen het gevoel hebben teveel dezelfde dingen te doen, kan taakverruiming helpen. Maar het kan net zo goed leiden tot een gevoel van ‘help, nu moet ik er nóg meer bij doen’. Maar het is verstandig dat goed te onderzoeken, bijvoorbeeld door in een exit-gesprek aan mensen te vragen waarom ze een bepaald beroep verlaten. In de jaren zeventig was er een grote arbeidspsychologische stroming die vond dat je mensen taakverruiming moest geven. Dat bleek ook bij hele volkstammen juist níet aan te slaan. Niet iedereen heeft dezelfde ambitie.”
Overigens blijkt niet alleen het werk dat iemand doet, maar ook zijn of haar persoonlijkheid een rol te spelen bij bevlogenheid. “Bevlogen mensen scoren laag op ‘neuroticisme’ wat zoveel inhoudt als onevenwichtig met dingen omgaan, problemen op jezelf betrekken. Wat betreft ‘coping’ blijken bevlogen mensen voor de actieve strategie te kiezen, ze gaan bij een probleem zelf kijken of ze het kunnen oplossen, zoeken hulp.” Voor werkgevers kan het daarom nuttig zijn in een assessment na te gaan hoe bevlogen de medewerker is die ze binnen proberen te halen. “Als je tenminste werk te bieden hebt waarin die bevlogenheid relevant is. Als je dat niet hebt is het nog maar de vraag of je wel op die bevlogen mensen zit te wachten, die zijn waarschijnlijk snel weer weg.”
“Veel ICT-werk mist creativiteit”
Peter Horsten is bijna tien jaar consultant geweest bij Verdonck, Klooster & Associates. In verschillende media schreef hij over de passie en bevlogenheid die hij bij veel kandidaten miste. Sinds enkele maanden is hij bezig een eigen software-ontwikkelingsbedrijf – Goyello – op te zetten in Gdansk, Polen. “Bevlogen mensen halen energie uit hun werk, het zijn de werknemers die je wilt hebben”, zegt hij. “Maar ICT-werk wordt voor een deel steeds meer gestandaardiseerd. De creativiteit ontbreekt. Ik snap dat de bevlogenheid daar niet beter van wordt. Neem bijvoorbeeld een ERP-implementatie. De ‘voorkant’ vereist nog de nodige cerativiteit maar als het allemaal bedacht is, is het een kwestie van imlementeren, processen aanpassen op een systeem dat dan leidend is. Een soort data-entry, onder de mooie titel SAP-consultant. Geef mensen meer verantwoordelijkheid, laat ze meedenken over de oplossingen, niet alleen uitvoeren wat een ander bedacht heeft. Maak duidelijk wat zijn rol en bijdrage is in het team. Overigens zijn er ook ICT’ers die het wel prima vinden hetzelfde kunstje steeds te herhalen, of juist gebaat zijn bij stabiliteit en weinig variatie en spannende dingen. Soms is de aard van het werk – bijvoorbeeld databeheer – daarnaar.” Bevlogenheid komt Horsten op dit moment in Polen genoeg tegen. “Als de mensen die solliciteren merken hoeveel zelfstandigheid en verantwoordelijkheid ik ze wil geven, worden ze absoluut bevlogen.”