‘Iedereen zou in technotherapie moeten gaan’
De mens heeft altijd hulpmiddelen gebruikt om zijn leven te verbeteren. Van vuur en de kleding die ons warm houdt tot het internet, AI en de smartphone. “Het heeft ons heel veel gebracht, maar ik ben bang dat we een beetje doorgeschoten zijn”, zegt filosoof Hans Schnitzler. In zijn essay De mens, de machine & de therapeut neemt hij zijn eigen relatie met tech onder de loep. Hij adviseert anderen hetzelfde te doen.
“Ken je het verhaal van de roltrap? Daarmee zouden we sneller naar boven gaan, wat de doorstroom van menselijk verkeer in gebouwen zou bevorderen. Maar wat deed dat menselijk verkeer? Dat ging prompt stilstaan op de roltrap.” Het is één van de voorbeelden die Schnitzler aanhaalt in zijn essay, waarmee hij onze ingewikkelde relatie met onze eigen hulpmiddelen probeert te illustreren. “Wat als middel wordt gepresenteerd om ons leven gezonder, gemakkelijker of efficiënter te maken, kan zomaar het tegenovergestelde effect hebben en ons leven juist ongezonder, ongemakkelijker of inefficiënter maken.”