Europese investeerders zijn, risicomijdend en kortzichtig
De Israëlische venture capital sector is, op die in Verenigde Staten na, de grootste ter wereld. Zo wordt in 2006 in Israël voor een totaal van 1,5 miljard dollar aan risicokapitaal in startups geïnvesteerd. Durfkapitaal staat aan de basis van veel succesvolle Israëlische technologiebedrijven waarvan er 75 aan de Amerikaanse technologiebeurs Nasdaq genoteerd staan.
De verschillen en overeenkomsten tussen de investeerders uit de drie verschillende regio’s werden uitstekend verwoord door Dan Grotsky (34), een informele investeerder met een Amerikaans-Israëlische achtergrond die ook ervaring heeft met Europese risico-investeerders. Grotsky ziet geen grote verschillen in de beschikbare hoeveelheid geld in Amerika, Europa en Israël voor technologiestartups. “In alle regio’s is voldoende geld aanwezig voor seed capital. Ook zijn business angels overal bereid een paar ton te investeren in veelbelovende bedrijven.” Grotsky ziet echter duidelijke verschillen in de werkwijze van de investeerders. “Europeanen zijn duidelijk risicomijdender dan Amerikaanse investeerders. Maar het zijn de Israëliërs die over de meeste lef beschikken.” Waardoor worden die verschillen veroorzaakt? Grotsky: “Een groot deel van de verklaring is gelegen in de algemene cultuur: sommige maatschappijen zijn ondernemend, andere niet. Israël is als land eigenlijk een grote onderneming. Hoe meer bereidheid of noodzaak er in een maatschappij bestaat om risico’s te nemen, hoe meer je dit terugziet op het gebied van venture capital.”
Grotsky is geboren in Israël en studeerde in de Verenigde Staten aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT), waar hij een Master of Science haalde in de computerwetenschappen. Vlak na zijn studie richtte hij met anderen in 1999 vanuit het MIT een bedrijf op, Sophium, dat aan gepersonaliseerde televisie werkte. “We werden geholpen door een organisatie die zichzelf een ‘venture mentoring service’ noemde en verbonden was aan het MIT. Die club bestond uit geslaagde seriële ondernemers die als business angels waren gaan opereren. In deze periode leerde ik de Amerikaanse investeerderscultuur kennen.”
Enige jaren later keerde Grotsky terug naar Israël waar zijn ervaring met venture capital hem van pas kwam. Het technologische instituut Technion, dat een eigen incubator onderhoudt waaruit veel bekende Israëlische bedrijven zijn voortgekomen, organiseerde een ondernemerswedstrijd en vroeg Grotsky om vanuit een panel ondernemingsplannen te beoordelen. Grotsky kreeg de smaak te pakken en richtte in Israël een gelijksoortig netwerk van informele investeerders op. Binnen een paar weken stroomden de businessplannen binnen.
Volgens Grotsky werken Israëlische investeerders anders dan Amerikanen, die weer anders te werk gaan dan Europeanen. Grotsky: “De kans om voor een ondernemingsplan financiering te krijgen is waarschijnlijk in de VS het grootst. Reden is dat de Amerikaanse business angel een individu is die soms alleen het voortouw neemt. Daarentegen werken Europeanen en Israeli’s altijd vanaf het begin samen, omdat ze meer als een collectief opereren.” De grote hoeveelheid venture capital in Israël maakt het financieren van een businessplan echter niet gemakkelijker. “Als een ondernemer in Israël een paar keer ‘nee’ te horen heeft gekregen, gaat dat rondzingen. In Europa maak je soms nog kans bij een ander investeerdersnetwerk, maar Israëlische investeerders vormen eigenlijk één groot netwerk.”
Opvallend is verder dat Amerikaanse investeerders nogal snel met hun investeringen te koop lopen. “Ze willen hun participatie meteen aan de man brengen. Europeanen willen eerst alles onder controle brengen, terwijl Israëlische investeerders extreem lang alles geheim houden. Die zijn eigenlijk nogal achterdochtig.”
De Amerikaanse investeerder bestaat overigens niet, volgens Grotsky. “Er zijn nogal wat verschillen in cultuur tussen de westkust en de oostkust. Investeerders van de oostkust zijn bijna allemaal lieden die elkaar van de golfclub kennen. Hun benadering is nogal formeel en methodisch.” In Californië wordt volgens Grotsky meer uit de heup geschoten.
Een van de criteria die investeerders internationaal aanleggen voor een mogelijke participatie bestaat uit de soort activiteit waarmee de startup zich bezighoudt. Grotsky: “In Israël wordt veel, te veel, ingehaakt op de laatste trends en modes. Dat is in de VS minder het geval en in Europa in het geheel niet. Europeanen zijn daarentegen naar mijn smaak ook kortzichtiger. Ze hanteren een kortetermijnperspectief en hechten te veel aan bekende technologie.”
Zijn er, naast de algemene ondernemersgeest in een land, andere factoren te noemen die het succes in de hand werken? Grotsky: “Belangrijk is de beschikbaarheid van mensen uit verschillende culturen. Dat geldt voor Israël en Silicon Valley, maar in Europa meestal niet. In het managementteam van een startup wil ik graag mensen met een totaal verschillende achtergrond. Daardoor worden problemen eerder opgelost en wordt er vanaf het begin op wereldschaal gedacht.”