Nederlandse open-sourcevariant van Exchange breekt door

Het open source maken is vooral bedoeld om de groeiende groep ontwikkelaars verder aan te moedigen, verklaart Brian Joseph, een van de oprichters van Zarafa. Deze groep programmeurs droeg het afgelopen jaar enthousiast bij, vertelt hij. “Ze spoorden fouten op en hun inbreng heeft gezorgd voor een snellere ontwikkeling van de Zarafa-server.” Een bijeenkomst in Brussel, afgelopen juli, trok volgens Joseph zo’n honderd ontwikkelaars. “Nu ze ook de MAPI-broncode hebben, moet het voor die groep nóg interessanter zijn om op Zarafa applicaties te bouwen.”Gesloten blijven vooralsnog drie modules. Dat is ten eerste de module die zorgt voor de koppeling met Outlook op de desktop. Daarnaast houdt het bedrijf de code in eigen hand die zorgt voor back-ups en waarmee beschadigde mailboxen zijn te herstellen. Fabriekseigen blijft ook de module die complexere agendafunctionaliteiten biedt aan groepen van gebruikers van de webclient.Joseph stelt dat de mailserver nu 99,9 procent van de functionaliteit van Microsoft Exchange biedt. “De Exchange-server heeft iets gebruikersvriendelijkere formulieren waarmee koppelingen zijn te maken met Microsofts CRM-applicatie”, zegt hij. De Zarafa MAPI-client is uitwisselbaar met alle versies tussen Outlook 2000 en Outlook 2007 en de module voor web-access heeft nagenoeg dezelfde ‘look and feel’.Beheerders en gebruikers zullen het verschil dan ook nauwelijks merken, stelt Joseph. Zarafa biedt volgens hem ondersteuning voor Active Directory op dezelfde manier als Microsoft dat doet, inclusief het instellen van mailquota’s en aliassen. “Een bedrijf met duizend gebruikers op een Exchange-server vervangt deze server in één weekend door een Zarafa-server.”Het bedrijf vraagt ongeveer de helft van wat Microsoft vraagt aan licentiekosten en volgens Joseph blijkt uit case­studies gepubliceerd door Linux-distributeur Red Hat dat de kosten voor onderhoud en beheer van de Zarafa-server fors lager zijn. Joseph vreest niet dat het bedrijf met het openbaren van de code mogelijkheden tot verdere groei uit handen geeft. “Er zijn weliswaar steeds meer klanten die alleen de web-access gebruiken, maar de groei van het aantal grote bedrijven dat ons gebruikt voor koppeling met Outlook-clients is sterk genoeg.”De vraag naar de Exchange-kloon die draait op Linux overtreft de stoutste verwachtingen van de oprichters. Het bedrijf, opgericht in 2001 onder de naam Connectux, onthulde de eerste versie van Zarafa in 2006. Het heeft inmiddels meer dan drieduizend klanten over de hele wereld. Het merendeel daarvan zijn bedrijven in de Benelux en Duitsland, waaronder een deel van het Nederlandse ministerie van Onderwijs, enkele middelgrote uitgeverijen, een RIAGG in de Randstad en die Bundeszentrale für politische Bildung, een onderdeel van het Duitse parlement. “In België gebruikt een op de vijf gemeenten Zarafa”, aldus Joseph.Ook in Zuid-Amerika is er veel vraag naar de Zarafa-server. Daar zijn onder meer de overheden van Brazilië en Venezuela grootverbruikers van open-sourceapplicaties. “In Zuid Amerika en India is er veel belangstelling vanwege de mobiele toegang tot de e-mail die Zarafa biedt.”Het bedrijf telt nu een kleine veertig medewerkers, waarvan twintig in Nederland en acht in Duitsland. “We hebben sinds mei een drie man sterk verkoopkantoor in Brazilië en in India werken zeven programmeurs aan de tools voor migratie en aan testen.” Gevraagd of de oprichters dit succes vermoed hadden, antwoordt Joseph. “Het is altijd onze bedoeling geweest een van de beste mail- en agendaservers te bouwen. Dat het zo snel zou gaan, en dat we al heel snel klanten zouden hebben die ver buiten het mkb-segment zitten, daar hadden we niet op durven hopen.”“Een paar jaar terug maakte ik me wel ongerust dat we een boze brief zouden krijgen van Microsoft. Inmiddels heb ik daar geen zorgen meer over. Er zijn heel veel bedrijven die de Microsoft MAPI-client-functionaliteit zelf hebben gebouwd, daarvoor is geen complexe reverse engineering nodig. We hebben een Duitse jurist gespecialiseerd in open-sourcecode naar ons werk laten kijken en ook hij zag geen problemen.”