Websense ziet kansen in Nederland
Het gaat om het beheren van de complete toegang tot internet”, zegt Brian Flasck, regionaal directeur opkomende markten van Websense in de EMEA-regio.
Websense deed vorig jaar twee overnames om zijn expansiestrategie gestalte te geven. De eerste acquisitie, voor 90 miljoen dollar, was die van Port Authority. Dit Israëlische bedrijf is gespecialiseerd in het voorkomen van lekken van vertrouwelijke bedrijfsgegevens (data leak prevention, DLP).
Het gevaar dat bedrijfsgegevens wegsijpelen, komt volgens Flasck voornamelijk van binnenuit de organisatie. Informatielekken zijn zelden boze opzet, het gebeurt meestal per ongeluk. De Websense Data Security Suite die uit de overname in Israël resulteerde, is bedoeld om het versturen van zaken als klantgegevens, creditcardgegevens en R&D-informatie efficiënt en veilig te beheren.
In oktober volgde een tweede acquisitie. Voor 400 miljoen dollar werd Websense de nieuwe eigenaar van Surfcontrol, dat zich eveneens bezighoudt met webfiltering. Flasck erkent dat er overlappingen bestonden. “Maar nu we elkaar beter kennen, ontdekken we dat we veel meer complementair dan concurrerend zijn.”
Want terwijl Websense zich alleen op webfiltering richtte, had Surfcontrol een bredere productsuite. Met als parel in de kroon messaging security, de beveiliging van het berichtenverkeer. Een ander verschil is dat Websense zich concentreerde op grote organisaties terwijl Surfcontrol ook het midden- en kleinbedrijf bediende. Daarnaast leverde Surfcontrol producten voor de consument, maar van die doelgroep zal Websense afscheid nemen.
Toen Surfcontrol nog zelfstandig was, had het wereldwijd zo’n 20.000 klanten voor webfiltering. Dat product is na de overname een aflopende zaak, want Websense kiest voor zijn eigen oplossing. “We blijven het product van Surfcontrol tot 2011 ondersteunen en zullen de bestaande prijzen voor verlenging van abonnementen eerbiedigen. We zetten gebruikers zeker niet onder druk om voortijdig te migreren”, verzekert Flasck.
Een van de doelstellingen van Websense voor 2008 is een hechtere integratie van de diverse producten. “Dat zal wel enige tijd kosten, maar we beschikken nu over veel ontwikkelaars”, aldus Flasck. “Zo hebben we in China een groot ontwikkelteam van ruim honderd mensen.”
De integratie geldt onder meer voor webfiltering en e-mailfiltering. Websense gaat er prat op de grootste database van webadressen (URL’s) ter wereld te hebben en daardoor snel en doeltreffend op nieuwe dreigingen te kunnen reageren. Websites ontpoppen zich steeds vaker als bron van phishing en malware. Er bestaat een directe relatie tussen deze websites en spam, aldus Flasck.
Dagelijks worden wereldwijd 350 miljoen spamberichten verstuurd. Ze worden gemonitord en grotendeels afgevangen door antispamoplossingen zoals die van Surfcontrol. Zodra het spamfilter phishing-e-mails met een link naar kwaadaardige websites onderschept, kan Websense zijn URL-database van verdachte sites bijwerken en naar zijn klanten sturen. Op die manier zijn eindgebruikers ook tijdens het surfen beschermd tegen pas ontdekte schadelijke sites.
Door de beide overnames verdubbelde Websense zijn klantenkring tot zo’n 50.000 afnemers, variërend van bedrijven met tien gebruikers tot grote ondernemingen met 100.000 werkplekken. Het personeelsbestand is opgelopen tot 1400 medewerkers en de beurswaarde bedraagt ongeveer 1 miljard dollar. Dat alles biedt volgens Flasck voldoende schaalgrootte om een complete productsuite te kunnen leveren. Is het bedrijf daarmee niet zelf een aantrekkelijke prooi geworden? Flasck: “Ik zou niet weten hoe de grote jongens erover denken, maar ik verwacht zelf niet dat we worden overgenomen. Als zij op een van onze terreinen actief willen worden, zullen ze eerder een veel kleiner bedrijf overnemen.”
Binnen de berichtenbeveiliging ziet Websense de grootste groeikansen in de ‘hosted’ of ‘managed’ variant daarvan. Marcel Kooren: “Bijna ieder bedrijf heeft al een spamfilter en virusfilter op zijn e-mailverkeer geïnstalleerd. Het is feitelijk veel efficiënter om dat in een hosted oplossing op het netwerk af te handelen. Al die bandbreedte drukt dan niet op je bedrijfsnetwerk en je hoeft de applicatie niet zelf up-to-date te houden. Ook voor ons is het makkelijker om nieuwe dreigingen te herkennen als wij een groter deel van het berichtenverkeer te zien krijgen.”
Maar ook voor webfiltering ligt nog een flinke markt braak, zeker in landen als Nederland. In Engeland werkt 90 procent van de grote bedrijven met webfilters, in de Benelux schat Kooren het op minder dan 50 procent. Dat zou te maken hebben met ‘culturele weerstand’: Nederlanders staan toleranter tegenover het surfen naar bijvoorbeeld pornosites.
Brian Flasck: “Steeds meer organisaties komen erachter dat het niet daarom draait maar om het blokkeren van kwaadaardige websites, phishing, spyware, instant messaging, Hyves en dergelijke. Dat is in Nederland even relevant als waar dan ook.”
/g.kelfkens@sdu.nl