Commentaar: Vrije markt
Liberalisering geslaagd dus. Nota bene in een periode van tien jaar. Dat is een prestatie waar overheid, marktpartijen en belangenorganisaties een pluim voor verdienen.
Maar we zijn er nog niet, want de telecomwet – die aan de basis van de liberalisering stond en staat – rammelt. De rechtsbescherming berust volgens die wet nu bij zowel Opta, bij de bestuursrechter en bij de civiele rechter. Dat maakt jurisprudentie rond telecom complex, terwijl partijen niet goed weten waar ze aan toe zijn. Een ‘ja’ van de Opta kan door een rechter met nee worden overruled. Dat komt de rechtszekerheid niet ten goede.
Een ander lastig punt is de vraag hoe men dient om te gaan met marktpartijen die verschillende petten op hebben. Gemeenten bijvoorbeeld zijn bij de aanleg van glasvezel coördinator, als eigenaar van de grond zijn ze rechthebbende en vaak fungeren ze ook nog als marktpartij. Ga er als Opta maar eens aanstaan om een partij met zoveel verschillende belangen in het gareel te houden.
Aanpassing van de telecomwet is daarom noodzakelijk, maar het probleem daarbij is dat het speelveld in de afgelopen tien jaar ingrijpend veranderd is. De spelregels worden inmiddels in Brussel bepaald. Aanpassing van de telecomwet vergt internationale afstemming en daar zijn lokale overheden doorgaans niet happig op. Het zal dus nog wel even duren voor duidelijk is hoe vrij de telecommarkt echt wordt.