Euro heeft prijsverschillen voor pc’s nog niet gladgestreken
IDCanalist Matt Dunn volgt vanuit Londen de Europese pcprijzen op de voet. Hij vergeleek op verzoek van Automatisering Gids de gemiddelde dealerprijzen die begin januari golden in Nederland, Duitsland, Frankrijk en Spanje. "Er blijft beslist een kloof bestaan tussen de prijzen in de verschillende landen, hoewel er een heel jaar is verstreken waarin de landen naar elkaar toe konden groeien. Spanje blijft gemiddeld het goedkoopste land en Duitsland het duurste", constateert Dunn. De gemiddelde prijsverschillen zijn niet spectaculair: zo’n 6 procent voor desktops en 2 procent voor notebooks, blijkt uit de IDCdatabank. De variatie is echter groot. Het meest extreme verschil is dat van de Tecra 9100, een notebook van Toshiba. Die moet in Frankrijk 3198 euro kosten. In Spanje is dezelfde machine 26 procent goedkoper (2378 euro). In Nederland noteert IDC voor dit model 2520 euro. HP’s Evo D310 in een configuratie met 2 GHz Pentium 4processor, kost in Spanje 1022 euro. In Nederland is deze bureaucomputer met 1277 euro het duurst, een prijsverschil tussen duurste en goedkoopste land van 20 procent. Continu onderzoek Marktonderzoeksbureau GfK doet continu onderzoek naar de prijzen van computers. Volgens Erik de Wit, projectmanager ICTonderzoek, kostte in oktober 2002 een zakelijke bureaupc met minimaal een Pentium 4 (2 GHz)processor in negen EUlanden gemiddeld 1334 euro inclusief BTW. Nederlandse bedrijven betaalden voor pc’s in deze categorie gemiddeld 1533 euro. De prijs in Duitsland lag op 1363 euro en in Spanje op 1132 euro. Voor zakelijke notebooks met een 2GHzprocessor is het beeld weinig anders. Prijzen lopen uiteen van 1661 euro in Spanje, via 2062 euro in Nederland tot 2081 euro in Duitsland. Consumentenpc’s van hetzelfde type kosten in de negen landen gemiddeld 1106 euro, waarbij Nederland met 1430 euro erg ongunstig en Spanje met 989 euro erg gunstig lijkt af te steken. Hans de Jong, directeur Personal Systems Group bij HP Nederland, zegt dat zijn bedrijf sinds de invoering van de euro geen wezenlijk ander prijsstrategie voert. "Wij vonden en vinden dat de prijzen in Europa binnen een bepaalde bandbreedte moeten liggen. De euro heeft bij HP geen nivellerend effect gehad." Wel vormden volgens hem ‘marktaanpassingen’ de verminderde vraag naar pc’s in 2002 aanleiding tot prijswijzigingen. De Jong verwacht niet dat de pcprijzen in Europa nog dichter naar elkaar toegroeien door de euro. Hij heeft evenmin de indruk dat distributeurs en resellers meer dan voorheen inkopen in goedkopere landen. "In elk geval niet waar het gaat om landspecifieke producten zoals clientpc’s. Voor randapparatuur en opties wordt natuurlijk scherp naar de prijs gekeken. Maar ook dan heb ik niet het idee dat mensen door de invoering van de euro meer over de grens zijn gaan kijken." Praktische betekenis Hans Schinkel, directeur van Packard Bell NEC in Nederland, erkent dat de euro prijsverschillen tussen landen beter zichtbaar maakt, maar de praktische betekenis daarvan is volgens hem beperkt. Doordat de configuraties van land tot land uiteenlopen zou het nauwelijks mogelijk zijn de pcprijzen internationaal te vergelijken. Daarnaast beïnvloeden verschillen in BTWtarieven de eindgebruikersprijs. "We gaan uit van de lokale behoeftes", vertelt Schinkel. "Nederlanders zijn bijvoorbeeld nog heel erg Intelgeoriënteerd, terwijl Fransen zich veel meer op AMD richten. Daardoor krijg je alleen al op het punt van de processor een enorm verschil in configuraties." Een pc in het buitenland kopen is volgens Schinkel een stuk lastiger dan bijvoorbeeld een televisietoestel. Dat heeft te maken met taalafhankelijke systeemonderdelen. "Een Nederlandse configuratie is voorzien van een Nederlandstalige versie van Windows XP en een Nederlands toetsenbord. In België is een ‘dual boot’configuratie, waarbij de pc naar keuze opstart in het Nederlands of het Frans, vereist. Zo zijn er nog steeds talloze verschillen binnen Europa voor die ene computer", aldus Schinkel.