‘Verkoop DTO mèt Nafinbeheer was beter geweest’
De bevelhebbers en de medegebruikers bij Binnenlandse Zaken en Justitie wilden echter dat ook het beheer van Nafin omwille van de beveiliging binnen de eigen organisatie zou blijven. De gebeurtenissen op 11 september 2001 maakten hun argumenten actueler dan ooit. Onderzoek van onder andere TNO en de eigen beveiligingsautoriteit (BA) van het departement toonden echter aan dat uitbesteding van het Nafinbeheer uit oogpunt van beveiliging geen probleem opleverde. Sterker nog: dat verkoop van DTO, inclusief Nafinbeheer, veiliger was dan het beheer bij Defensie achterlaten. De directeur generaal Openbare Orde en Veiligheid van Binnenlandse Zaken waarschuwde Defensie echter in een brief dat bij uitbesteding van het Nafinbeheer, de overheid als klant zou afhaken. Op dat moment maakte de dienstverlening aan politie en justitie, en het Rijksintranet Ryx, nog maar enkele procenten van de omzet uit. In de nabije toekomst echter moeten bijvoorbeeld ook het ‘zwaailichtnetwerk’ C2000 en het Nationale Noodnet via Nafin geleid worden. Diezelfde ‘DGOOV’, Ton Annink, is sinds medio januari overigens secretarisgeneraal bij Defensie. Ook de bevelhebbers van de krijgsmachtdelen waren mordicus tegen uitbesteding van het Nafinbeheer. Het netwerk moest ‘military owned and controlled’ blijven om met name de beschikbaarheid te kunnen garanderen. BA, en met hem TNO, stellen echter dat de beschikbaarheid ‘afdoende geregeld kan worden’. Dit onder verwijzing naar de Britten die al in 1997 de gehele vaste communicatievoorziening hebben uitbesteed. Bovendien is het onderhoud van de glasvezel zelf al lang uitbesteed aan KPN (juridisch eigenaar) en nemen Cisco en Nortel het onderhoud van de schakelapparatuur voor hun rekening. TNO constateert dan ook in zijn rapport eufemistisch dat het ‘in het onderzoek in beperkte mate gelukt is om de redenen voor deze twijfel bij de bevelhebbers benoemd te krijgen’. Ondergeschikt Dat rationele argumenten ondergeschikt bleken, komt het best tot uitdrukking in het rapport dat Bert Halm schreef in opdracht van de twijfelende staatssecretaris. Halm, oudPinkRoccademan en ingehuurd om DTO buiten de deur te zetten, concludeert dat alle redenen die twee jaar eerder werden aangevoerd om DTO te verkopen ‘nog steeds valide zijn’. Die redenen waren onder andere ‘het achterblijvende functioneren van DTO, terwijl met het oog op de realisatie van het InformatieVoorzienings(IV)plan een additionele ondersteuningsvraag ontstaat.’ Zijn conclusie luidt echter dat ‘gezien de bezwaren van de bevelhebbers en de staatssecretaris van BZK (..) de allout variant (verkoop van DTO inclusief Nafinbeheer) niet haalbaar lijkt’. Halm adviseert dan ook ‘niet over te gaan tot uitbesteding van enig deel van DTO’. Een advies dat de staatssecretaris zoals bekend heeft opgevolgd. Ontvlechting van DTO en Nafinbeheer, zo blijkt na lezing van de rapporten, was namelijk eerder al een niet reële optie gebleken. De vorige staatssecretaris Henk van Hoof was er niet in geslaagd de knoop door te hakken en schoof DTO door naar zijn opvolger Van der Knaap, oudberoepsmilitair. Die liet het verhaal links liggen tot directeurgeneraal Financiën en Controle, H. Hulshof hem op 29 augustus een nota stuurde met alle argumenten die leidden tot de conclusie dat DTO moet worden uitbesteed, en wel inclusief het Nafinbeheer. Van der Knaap aarzelde nog en gaf Halm op 30 september opdracht alles omtrent ‘allout’ (verkoop DTO met beheer), ‘allin’ (geen verkoop) en de ‘knipvariant’ (verkoop DTO, beheer bij Defensie) nog eenmaal op een rijtje te zetten. De consultants van Verdonk, Klooster Associates onderzochten op verzoek van Halm de technische mogelijkheden van de knipvariant en dienden een eigen rapport in. De nieuwe Commandant Defensie Interservice Commando (DICO), P. de la Chambre en vanuit die functie verantwoordelijk voor DTO, gaf TNO op 10 oktober opdracht in tweeëneenhalve week een contraexpertise uit te voeren. Automatisering Gids kreeg alle vier de documenten in handen met een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur. Alle Defensielocaties zijn verbonden met 3500 kilometer eigen glaskabel die minimaal 70 centimeter diep ligt. Nafin wordt voor 2 tot 5 procent door andere overheidsdiensten gebruikt. DTO zorgt voor het transmissiebeheer (fysieke netwerk) en het netwerk en dienstenbeheer (het creëren van logische afzonderlijke netwerken en diensten als email) voor de bedrijfsvoeringsystemen van Defensie en enkele andere overheidsklanten. De krijgsmachtdelen zorgen zelf voor het netwerk en dienstenbeheer op Nafin voor hun operationele systemen. ITO doet dat voor justitie en politie. Om aan de veiligheidseisen tegemoet te komen werd vorig jaar de ‘knipvariant’ bedacht: DTO uitbesteden en het Nafinbeheer in huis houden. Financiën en Controle en de BA waren van meet af aan tegen, zo blijkt uit de nota van Hulshof. ‘DGFC en de BA hebben aangegeven dat bij een volledige uitbesteding de beveiligingsaspecten geborgd zijn.’ De verschillende ICTdiensten van Defensie zijn onder andere samengevoegd tot DTO om door integraal beheer een betere beveiliging te creëren. Ontkoppeling betekent een stap terug. Als er niet aan valt te ontkomen, zo is uit de nota op te maken, kan hooguit op het laagste niveau, dat van transmissie, worden geknipt. Dat levert overigens een jaar vertraging op voor de uitbesteding. Dat de andere overheidsdiensten tegen uitbesteding zijn maakt geen indruk: zij maken slechts 2 procent van de DTOomzet uit. Bovendien besteedt de DGOOV in praktijk steeds meer uit aan KPN en niet aan DTO, aldus de nota. Dus: allout! De DG Financiën en Controle wijst er in zijn nota op dat daarmee bovendien al een heel eind tegemoet gekomen wordt aan de bezuinigingsverplichting die het Strategisch Akkoord aan Defensie oplegt. Verdonk, Klooster & Associates onderzocht desalniettemin de vorming van een volwaardig Defensie NetwerkBedrijf en analyseerde op welk niveau de ‘knip’ gemaakt zou moeten worden. Een knip op transmissieniveau echter, de enige knip die de BA kan accepteren, is volgens VK&A ‘niet doelmatig, biedt een NetwerkBedrijf ‘geen groeimogelijkheden’ en is ‘een doodlopende weg’. Bovendien is het in dat scenario niet mogelijk om endtoend garanties voor continuïteit van transport en zelfbeschikking over transport te geven, waardoor de ‘military owned & controlled’situatie die de bevelhebbers eisen, niet kan worden waargemaakt. TNO waarschuwt dat de diensten die DTO levert en het Nafinbeheer misschien wel zo verweven zijn dat ontkoppeling niet haalbaar blijkt. Verder komt uit het TNOonderzoek naar voren dat juist het Nafinbeheer ‘de kip met de gouden eieren’ blijkt voor DTO. DTO zonder beheer zou weleens een financieel niet gezonde organisatie kunnen blijken te zijn. DTO zonder beheer De luchtmacht en marine meldden in het TNOrapport dat zij van een ‘DTO zonder beheer’ geen diensten af zullen nemen. De landmacht meldde operationele toepassingen niet bij DTO onder te zullen brengen, hetgeen nu wel de intentie is. TNO vraagt zich dan ook terecht af of er genoeg overblijft om onder de huidige marktomstandigheden nog een interessante strategische partner te vinden. Wie de rapporten naast elkaar legt, komt onontkoombaar tot de conclusie dat het uitbesteden van DTO zonder Nafinbeheer niet haalbaar zou zijn. De alloutoptie valt rationeel te billijken. TNO rekent af met het bezwaar van de bevelhebbers en de DGOOV dat de beveiliging een onoverkomelijk probleem zou vormen, dat uitbesteding van het Nafinbeheer in de weg staat. De beschikbaarheid van het netwerk kan contractueel worden afgedwongen. TNO wijst er bovendien op dat de overheid dankzij de Telecomwet bij calamiteiten voorrang kan eisen op de telecomnetwerken. Ook Halm wijst daarop. De aanleiding om DTO uit te besteden staan nog overeind. Directie, management, adviseurs en architecten schieten tekort bij klantcontacten. ‘Juist bij grote verandertrajecten als LAN2000 en ERP zijn die vaardigheden van groot belang.’ Wanneer DTO bij Defensie blijft, bestaat het gevaar dat toch voor externe dienstverleners wordt gekozen omdat ‘DTO niet in staat is zich voor nieuwe dienstverlening zoals ERP marktconform te ontwikkelen’. De weerstand van de bevelhebbers en de DGOOV maakt dat Halm toch adviseert DTO binnenshuis te houden.