I-mode is tussenstation voor mobiel internet
Hoewel iedereen die dat wil een i-modepagina kan bouwen en op een webserver kan zetten, ligt het succes van het i-modebusinessmodel er nu juist in dat de contentaanbieders hun diensten en waren aanbieden via de i-modeportal van de operator. De abonnee hoeft niet op internet te gaan zoeken, maar heeft met een enkele klik toegang tot de portal via de i-modeserver. De operator, KPN Mobiel, zorgt voor de ‘billing’ van de diensten en rekent later af met de contentaanbieder. Ludolf Rasterhoff, directeur ‘business-line mass market’ bij KPN Mobiel, is tevreden met de ‘take-off’ van i-mode. "De omzet aan content komt dit jaar uit op 4 miljoen euro. Dat is nog niet zo veel, maar twee jaar geleden was dat nog helemaal niets. In Nederland hebben we ongeveer een half miljoen gebruikers. De postpaidklanten, pakweg de helft van de klanten, geven gemiddeld 6 tot 8 euro per maand extra uit aan i-mode. Over het geheel geldt dat de omzet met 10 tot 15 procent stijgt als iemand i-mode neemt. Van de inkomsten uit content is 14 procent voor KPN, dat de incasso doet, en 86 procent voor de aanbieder. Daarnaast zijn er naar schatting nu zevenduizend c-HTML-websites buiten de portal, veelal van particulieren. Ook dat genereert verkeer." De i-modeportal biedt inmiddels toegang tot 210 contentpartners. Daarbij zijn grote ondernemingen zoals Heineken, Albert Heijn en de grote banken, maar ook voetbalclubs. Voor deze partijen is i-mode vooral een extra distributiekanaal of een service. Klanten van de Rabobank kunnen via beveiligde SSL-verbindingen geld overmaken via i-mode. PSV en Feijenoord versturen een ‘goal-alert’ als er tijdens een wedstrijd een doelpunt valt. Een groot aantal gespecialiseerde bedrijven biedt tegen betaling content aan, variërend van nieuws- en weerberichten tot spelletjes en ringtones. Vrijwel alle sites hebben een gratis deel en 60 procent van de partners biedt daarnaast betaalde content aan. In principe is er een maximum aan het bedrag dat de contentaanbieder de consument in rekening mag brengen: 2 euro per maand. Dat betekent bijvoorbeeld dat op de site van een ringtone-aanbieder (een van de meest populaire downloads) voor 2 euro elke maand acht nieuwe ringtones kunnen worden binnengehaald. In Japan heeft NTT DoCoMo inmiddels meer dan 40 miljoen gebruikers van de i-modediensten, oftewel een op elke drie Japanners. Buiten Japan maken ruim 2 miljoen mensen gebruik van i-mode. KPN Mobiel en de dochters E-Plus in Duitsland en BASE in België, nemen de helft daarvan voor hun rekening. Het Franse Bouygues haalde in iets meer dan een jaar tijd ruim een half miljoen i-modeklanten binnen. De overige gebruikers nemen hun diensten af bij het Italiaanse Wind, Telefonica Moviles Espana en Far East Tone in Taiwan. In Griekenland wil Cosmote nog voor de Olypmische Spelen in Athene deze zomer met i-mode beginnen. NTT DoCoMo roept dat i-mode de wereldstandaard is voor mobiel internetten omdat het verreweg de meeste gebruikers heeft. Japan niet meegerekend echter liggen de verhoudingen anders. Vodafone heeft in Japan 13 miljoen klanten voor Live, het op WML (WAP 2.0) gebaseerde mobiele platform. Buiten Japan echter is Live groter met 5 miljoen gebruikers. T-Mobile heeft naar eigen zeggen zelfs 5,5 miljoen klanten voor het eveneens op WAP-gebaseerde T-Zones. Een grote sprong voorwaarts moet mogelijk worden na de introductie van UMTS. In Japan maken inmiddels 2 miljoen mensen gebruik van i-mode via het ‘FOMA’-3G-netwerk van NTT DoCoMo dat al in oktober 2001 operationeel werd. In praktijk ligt de maximale snelheid van het datatransport daarbij op 384 kilobits per seconde tegen 28,8 kbps over het gsm-netwerk. Rasterhoff verwacht veel van het nieuwe netwerk. "In de tweede helft van dit jaar wordt ons netwerk operationeel, maar we hebben nog geen datum voor de introductie van i-mode op UMTS. We moeten de gebruikerservaring minimaal op het huidige niveau houden. Dat betekent bijvoorbeeld een naadloze overgang van UMTS naar GPRS wanneer iemand buiten het bereik van het UMTS-netwerk komt. De grote bandbreedte maakt wel een aantal sensationele diensten mogelijk zoals videotelefonie, videochat en het real-time bekijken van concerten of sportwedstrijden via video. Bovendien zijn we bezig met ‘ticketing’, het online bestellen en betalen van bijvoorbeeld bioscoopkaartjes. Met bijvoorbeeld ANWB werken we aan ‘location based services’." De operators hebben wel geleerd om de klant niet lastig te vallen met te veel techniek. Bovendien kleeft aan termen als UMTS en WAP de sfeer van mislukking. Daarom spreken Vodafone en T-Mobile van Live en T-Zones in plaats van WAP en blijven ze dat doen als ze hun UMTS-netwerken in de lucht hebben. Ook KPN houdt vast aan de ‘brand’ i-mode als het nieuwe 3G-netwerk operationeel is. Een probleem is het ontbreken van standaarden. Niet alleen maken de operators gebruik van verschillende opmaaktalen, ze voeren bijvoorbeeld ook verschillende ‘dialecten’ van Java. Bovendien zijn er tientallen verschillende toestellen in omloop. Vooral voor de kleinere contentontwikkelaars is het ontbreken van standaarden een probleem, zegt analiste Michelle de Lussanet van Forrester Research. "Zij zijn weken tot maanden bezig om hun programma’s aan te passen aan de verschillende platformen en specificaties. Stel een bedrijf heeft een licentie voor een spel met een Snoopy-figuurtje waarin staat dat de figuurtjes niet mogen afwijken. De toestellen hebben echter veelal verschillende schermen waarbij bijvoorbeeld de neus wordt opgerekt. Dat moet allemaal uitgezocht en aangepast worden. Bovendien is er veel persoonlijk contact met de operators om content toegelaten te krijgen in de portals." Forrester deed de afgelopen maanden onderzoek naar de relatie tussen de operators en de contentproviders. "De contentaanbieders lieten zich positiever uit over KPN Mobiel dan over Vodafone en T-Mobile. Ten eerste omdat de margers gunstiger zijn: KPN rekent 14 procent van de omzet, tegen bijvoorbeeld 40 procent bij Vodafone. Maar ook de samenwerking werd als positiever beoordeeld." De Lussanet denkt dat de muren tussen de verschillende platformen onvermijdelijk zullen vallen. "Mobiel internet zal steeds meer open worden, waarbij standaarden ontstaan en ook andere partijen als creditcardbedrijven en banken de ‘billing’ voor hun rekening zullen nemen. Op zich is er niet zoveel mis met de ‘walled gardens’ die het nu zijn. Dat maakt een zekere controle mogelijk. Maar over vijf tot tien jaar zijn de verschillende platformen verdwenen." Daan Velthausz, onderzoeker bij het Telematica Instituut en programmadirecteur van Freeband, denkt dat i-mode, Live en T-Zones tijdelijke fenomenen zullen blijken. "Voorlopig blijven de muren tussen de platformen staan, ook als straks UMTS de onderliggende technologie is. Wij experimenteren op de campus van de TU Twente met een draadloos netwerk waarbij we zowel UMTS als Wi-Fi gebruiken. De eerste toestellen die zowel GPRS, UMTS als Wi-Fi aankunnen, verschijnen nu op de markt. Dat geeft de weg aan naar de toekomst waarbij de gebruiker geen weet hoeft te hebben van de onderliggende technologie en zaken als roaming en billing tussen de verschillende operators worden afgehandeld. Dat houdt onvermijdelijk in dat de technologie gestandaardiseerd wordt. I-mode is nu een tamelijk rigide concept waarvan je als contentaanbieder niet kunt afwijken. Dat heeft tot nu toe waarde gehad: het is een goed functionerend platform. Maar er komt een moment dat ook KPN Mobiel overstapt op een standaard." Rasterhoff is realistisch: "Er wordt overlegd tussen de verschillende operators en uiteindelijk zal bijvoorbeeld x-HTML door alle partijen als standaard worden erkend. De samenwerkende operators zullen ook meer macht krijgen over de leveranciers zodat we ook standaarden voor de handsets kunnen afdwingen." Dat de muren rond de platformen uiteindelijk neer gaan, is volgens Rasterhoff geen probleem. "Inderdaad, andere partijen dan KPN Mobiel kunnen straks een mobiele ‘internet gateway’ neerzetten, zodat de klant niet meer via de i-modeserver van KPN hoeft, en de billing kan door derden uitgevoerd worden. Het proprietarykarakter verdwijnt. Wij experimenteren zelf ook al met enkele partijen om toegang te bieden tot hun i-modesites buiten de portal via 0900-nummers. Waar het omgaat is dat mobiel internet een succes wordt. Dat betekent meer omzet voor de contentproviders en meer dataverkeer over ons netwerk en dat is voor ons de belangrijkste bron van inkomsten. NTT DoCoMo haalt nu al 50 procent van de omzet uit verkeer naar niet-officiële i-modesites."