Linux is nog niet voor de massa
Op de markt voor thuisgebruikers lijkt Windows onverslagen. Twee jaar geleden deed het Canadese Corel al eens een poging om een gebruiksvriendelijke versie van Linux op de markt te brengen, maar inmiddels is de Linuxafdeling alweer ter ziele. Ook een ambitieus project onder de naam Eazel is nimmer voltooid. Enkele veteranen van America Online en Apple hadden de ideale gebruikersomgeving voor Linux willen ontwikkelen, maar door geldnood heeft men het karwei nooit kunnen afmaken. Toch hebben de Linuxdistributeurs nog altijd de stille hoop dat ze de consument tot de aanschaf van Linux kunnen verleiden. Om die reden zijn in een winkelketen als CompUSA in de Verenigde Staten meerdere Linuxdistributies te koop. De nieuwste pakketten worden inclusief grafische gebruikersinterface verkocht (meestal Gnome of KDE), naast allerlei spelletjes en OpenOffice, het gratis Linuxpakket dat met MS Office moet concurreren. Geen van de huidige distributeurs richt zich echter specifiek op de consumentenmarkt en geen enkele grote pcfabrikant biedt consumenten pc’s met Linux aan. De enige uitzondering is Microtel, dat via Walmart.com een multimedia pc met LindowsOS verkoopt voor 199 dollar. Niet happig Dat de grotere fabrikanten niet zo happig zijn op Linux kan men ze niet echt kwalijk nemen. Grootste nadeel van Linux is dat de hardwareondersteuning niet gegarandeerd kan worden. Voor veel randapparaten zijn geen stuurprogramma’s te verkrijgen. Daarnaast is de keuze aan programma’s niet erg groot. De handleiding van Linuxdistributies zal de Windows gebruiker ook al niet echt kunnen bekoren. De handleiding die bijvoorbeeld Red Hat bij zijn nieuwste distributie versie 8.0 (werknaam: Psyche) levert is weliswaar voor beginners geschreven, maar is nog altijd veel te technisch, zeker voor mensen die nog nooit in hun leven een harde schijf hebben geformatteerd. Red Hat is de populairste Linuxdistributie en naar versie 8.0 werd dan ook reikhalzend uitgekeken. Red Hat levert de systeemsoftware inclusief OpenOffice en Evolution, een fraaie Outlookkloon van de makers van Gnome, en met de bekende desktop managers Gnome en KDE. Die laatste twee programma’s heeft Red Hat wat meer op elkaar afgestemd, waardoor ze nog beter naast elkaar te gebruiken zijn. KDE blijft voor Windowsgebruikers overigens de beste optie, zij het dat bij Red Hat Gnome als standaard bureaublad is ingesteld. De installatie op een Compaq Presario verliep echter niet probleemloos. Zo wilde Red Hat niets weten van een reeds geïnstalleerde boot manager die partities met Windows XP en Windows ME van elkaar scheidde. Red Hat zette er rustig een eigen boot manager voor in de plaats, en negeerde de partitie met XP. Handmatig kon deze misstap nog wel hersteld worden. Een ander probleem bleek minder goed op te lossen: het USB toetsenbord werd niet herkend, en daardoor kon de installatie niet worden voltooid. De enige oplossing bleek de aanschaf bij de computerzaak van een ouderwets PS/2toetsenbord voor 16 euro. Daarna werden in elk geval de muis, de geluidskaart, de monitor, de cd Romdrives en de netwerkkaart herkend. Maar de printer niet, en ook alle USBpoorten bleven hardnekkig dienst weigeren. Een slagingskans van zeventig procent mag voor Linux begrippen dan best aardig zijn, voor de consument is zo’n score natuurlijk ver onder de maat. De grote vraag is of los van de hardwareproblemen Linux een volwaardig alternatief voor Windows zou kunnen zijn. Het besturingssysteem doet in veel opzichten denken aan Windows van tien jaar geleden, toen het nog als schil fungeerde voor DOS. De gebruiker ziet tijdens het opstarten bijvoorbeeld weer lange regels tekst verschijnen. De gebruikersinterface biedt meer houvast, al zullen Windowsgebruikers moeten wennen aan de vier aparte bureaubladschermen die ze kunnen selecteren: overigens één van de sterkere punten van Linux, omdat hierdoor bureaubladen voor specifieke taken kunnen worden ingericht. Het complexe bestandsbeheer blijft de achilleshiel van Linux, en al helemaal als onderdelen van softwareprogramma’s handmatig in bestandsmappen moeten worden geplaatst omdat een deugdelijk installatiescript ontbreekt, hetgeen nogal eens voorkomt. Zo zijn er meer ergernissen: Red Hat Linux beschikt net als Windows over een startmenu, maar dit kan niet worden geconfigureerd. Installatieprogramma’s bepalen zelf onder welk submenu applicaties vermeld worden. Verbergen Toegegeven: wie Linux uitsluitend voor tekstverwerken en internetten gebruikt zal weinig verschil merken met Windows, maar wil Linux echt door de massa geaccepteerd worden dan zullen er distributies moeten komen die de onderliggende structuur en complexiteit zoveel mogelijk verbergen. Wat dat betreft kan de Linuxgemeenschap een voorbeeld nemen aan Apple, dat Unix onder zijn MacOS X nagenoeg onzichtbaar heeft gemaakt. Wellicht gaat dat alsnog gebeuren, ten minste als een aantal distributeurs de handen ineen slaat. Voor de zakelijke markt is al voor die aanpak gekozen. Caldera, Conectiva, SuSE en Turbolinux komen nog dit jaar met UnitedLinux, een gestandaardiseerde Linux distributie speciaal bedoeld voor kantoorwerkers. Zowel de Duitse distributeur SuSE als Xandros brengen daarnaast distributies op de markt die voorzien zijn van de applicatie CrossOver, waarmee (sommige) Windowsprogramma’s onder Linux kunnen draaien. Wel moet aanzienlijk meer voor deze distributies worden betaald dan in het verleden het geval was, wat de drempel voor thuisgebruikers en kantoorwerkers weer zal verhogen.