Gartner: het gaat zo niet langer met Windows
Dat is de stellige overtuiging van Gartner-analisten Brian Gammage, Michael Silver en David Mitchell Smith.
Bedrijven willen dat nieuwe Windows-versies hun leven makkelijker maken. Het uitrollen en het beheer ervan moet eenvoudig zijn. Maar dat is het niet. Dat veel organisaties er niet over peinzen binnen een jaar meteen van Windows XP op Windows Vista over te stappen en dat er verscheidene zijn die zelfs de regelmatige patches niet tijdig geïnstalleerd krijgen, illustreert dat. Hun legacy-applicaties zorgen bij iedere migratie van het besturingssysteem voor extra complexiteit en diezelfde complexiteit maakt het noodzakelijk elke patch uitvoerig te testen alvorens hem op de bedrijfs-IT los te laten. Windows upgraden is eigenlijk iets wat je vooral doet om ‘bij te blijven’, vooral om beveiligingsonderstuning niet mis te lopen.
De enige oplossing is volgens de Gartner-analisten een nieuwe modulaire architectuur, met als fundament een virtualisatielaag. De modulaire aanpak, waarin bijvoorbeeld horizontale functies als beheer en beveiliging los komen te staan van de gebruikersfuncties, maakt het voor Microsoft makkelijker nieuwe ‘stukken Windows’ af te leveren en voor gebruikers makkelijker die te testen en in te zetten.
SA
Een bijkomend voordeel voor Microsoft is dat het bedrijf daadwerkelijk de benaming van zijn abonnementenmodel (Software Assurance) gestand kan doen. Regelmatiger updates van delen van Windows zouden klanten die weifelen over SA (die voor hun driejarige contract wel iets terug willen zien) over de streep kunnen trekken.
Dat Windows te monilithisch is, heeft Microsoft zich in 2004 al gerealiseerd; het bedrijf besloot de software in een 50-tal lagen in te delen, waarbij de interne afhankelijkheden ietwat gesaneerd werden en het spaghetti-gehalte omlaag gebracht. Zo zou de compatibiliteit met programmatuur minder snel in gevaar komen. Maar het is niet genoeg, zegt Gartner.
De virtualisatielaag (ook wel hypervisor) waarop die componenten zouden moeten draaien, is een technologie die al bestaat. Net zoals die nu op servers en pc’s al gebruikt wordt om verschillende besturingssystemen naast elkaar te draaien, zou een variant ervan op (daarvoor geschikte) pc’s gebruikt kunnen worden om de Windows-modules - Gartner gebruikt de term ‘software appliances’ - naast elkaar te draaien. Een ‘service-partition’ zou taken als beheer en beveiliging voor zijn rekening nemen.
In de tweede helft, of dan toch zeker in 2009, gaat Microsoft al een dergelijke virtualisatielaag met Windows Vista meeleveren, meent Gartner. Dat is geen vreemde veronderstelling, gezien de samenwerking van het bedrijf met XENSource en de overname eerder dit jaar van Softricity (hoewel de laatste zich met name met de virtualisatie van applicaties óp het besturingssysteem bezighoudt). Wellicht komt er ook nog de genoemde service-partitie bij, maar dat zal dan niet eerder gebeuren dan eind 2009, in de vorm van een upgrade.
Data-integratie
Er is wel een kanttekening. “Microsoft is het voor zijn client-besturingssysteem niet eens met deze visie. Het stelt dat zijn onderzoekers aanzienlijke problemen hebben gevonden bij het gebruik van hardwarevirtualisatie als vehikel voor modulariteit, vanwege de problemen met het integreren van gegevens tussen de partities en met het creëren van een eenduidige gebruikersinterface.” Gartner gelooft dat niet echt en denkt dat Microsoft wel overstag moet.
In een separate en wat meer speculatieve notitie wijzen dezelfde drie analisten overigens ook op de ‘Web 2.0’-ontwikkelingen. De vele Live-diensten die Microsoft op dit moment ontwikkelt als online verlengstuk van Windows en Office zullen naadloos op elkaar moeten aansluiten, stellen zij.
De analisten zien Windows Live als een laag bovenop Windows, net zoals Windows ooit een laag was bovenop DOS (tot en met de komst van Windows 98). Dus zal Microsoft weer met verschillende codebases tegelijk moeten werken (zoals de DOS- en NT-codebases), wat het eigenlijk niet meer wil. Modulariteit is dan wederom de manier om die ontwikkelpraktijk alsnog met enig gemak te kunnen uitoefenen.