Healthtech-starters verzanden in Nederlandse zorgsector
De maatschappelijk kosten van de gezondheidszorg stijgen al jaren en moeten omlaag, maar dat hoeft niet ten koste te gaan van de kwaliteit. Gannamani wil met het zelfzorgplatform dat hij met zijn team heeft ontwikkeld, inzetten op veel betere preventie, waardoor mensen niet meer in dure behandelingen terecht hoeven te komen. Ancora signaleert in een vroeg stadium signalen van bijvoorbeeld overgewicht, dreigende diabetes-2 en burn-out.
Het Ancora-platform is een van de techstartups die deelneemt aan het nieuwe RISE-programma van TechLeap, het vehikel van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) dat is gericht op het helpen van jonge bedrijven om na de eerste fase op te schalen. "We hebben ervoor gekozen om ons te richten op marktsectoren. De frustraties van startups komen vaak overeen maar de onderliggende oorzaken voor het marktfalen kunnen verschillend zijn," zegt Maurice van Tilburg, directeur Capital van TechLeap, over de strategiewijziging waaruit het RISE-programma is voortgekomen.
Uit de discussie gisteren met de vijf startups in het RISE-programma en het marktonderzoek dat TechLeap heeft uitgevoerd, komt naar voren dat de gezondheidszorg vooral erg versnipperd is, wat het moeilijk maakt voet aan de grond te krijgen met innovatieve ideeën.
"Het blijkt dat Nederland heel gunstig is voor het doen van pilots in de gezondheidszorg , maar dat bedrijven voor het opschalen uitwijken naar het buitenland", concludeert Constantijn van Oranje, 'special envoy' bij TechLeap. "Het is gunstig als de technologie op de markt komt, maar op deze manier is het niet goed voor de BV Nederland."
Piloten moeten ook elk halfjaar in de simulator
De startups in het programma hebben interessante innovaties ontwikkeld die ook al hun weg naar de praktijk hebben gevonden, maar tegen obstakels aanlopen in de doorstart. LeQuest bijvoorbeeld ontwikkelde een platform om onder meer personeel in de operatiekamer vertrouwd te maken met alle apparatuur. "We vinden het heel normaal dat piloten elk half jaar moeten trainen in een simulator, maar in een operatiekamer moet iedereen het vaak zelf uitzoeken met behulp van de handleiding", zegt Hicham Shatou, oprichter van LeQuest. Hij kwam op het idee nadat hij bij toeval een keer in een operatiekamer de assistenten en chirurgen met de handen in het haar aantrof bij een apparaat met een foutmelding.
Inmiddels werkt het bedrijf zelfs samen met de grote apparatuurleveranciers om interfaces te verbeteren. Shatou ziet zich steeds meer gedwongen om - tegen zijn zi n- de activiteiten van LeQuest naar het buitenland te verplaatsen omdat daar veel betere groeimogelijkheden zijn. "De eerste fase is in Nederland makkelijk, ook voor buitenlandse partijen." Hij stelt dat Nederland in het buitenland een heel goede naam heeft wat betreft technologie en het zorgstelsel. Maar het probleem om daarna in het buitenland voet aan de grond te krijgen is dat je moet aantonen dat je schaalgrootte hebt bereikt in Nederland. "En dat is het probleem. Er is te veel versnippering. "
Businessmodel is vaak complex
TechLeap geeft in het onderzoeksrapport aan dat de healthtech-sector in Nederland een markt is met buitengewoon veel potentie. Er zijn meer dan 1000 actieve healthtech-bedrijven waarvan 300 met tenminste enige mate van externe investering. Vergeleken met andere landen heeft Nederland een hoog aantal startups en had de sector in 2020 de meeste durfkapitaalinvesteringen van alle sectoren in Nederland. Maar de conversie van startups naar scale-ups is met 29% internationaal gezien laag. In Israël slaagt bijvoorbeeld 71% van de startups in een doorstart.
Het vinden van financiering in Nederland is ondanks de hoge graad van durfkapitaalinvesteringen een van de gesignaleerde problemen. Healthtech is bij uitstek een sector met behoefte aan hoge startkapitalen terwijl het businessmodel complex is. De baten van innovatie komen vaak niet bij dezelfde partij die de kosten daarvoor moet maken.
Data moeten makkelijker beschikbaar komen
TechLeap wil met het RISE-programma deze en andere gesignaleerde problemen aanpakken. Van Oranje: "We brengen partijen bij elkaar. Ondernemers leren zo elkaars netwerk kennen en kunnen ervaringen delen." Er is een samenwerking met een aantal incubators rond universiteiten zoals YES!Delft, UtrechtInc, vBraventure and NovelT. "We hebben veel financiële data. We weten hoe het werkt. We gaan kapitaal er naartoe brengen."
Volgens Van Oranje is het ook een 'nobrainer' dat healthstarters beter toegang krijgen tot cruciale data zonder dat de privacy van patiënten wordt geschonden. Hoe dat precies moet gaan gebeuren en wie daar de regie moet pakken, is nog niet duidelijk. "Er zijn in de landen om ons heen genoeg voorbeelden waarvan we kunnen leren, zoals in Finland en Noorwegen."
Reacties
Om een reactie achter te laten is een account vereist.
Inloggen Word abonnee