Intel zal chipmarkt blijven domineren
De omzet van de gezamenlijke processorfabrikanten daalde vorig jaar zo’n 10 miljard dollar tot 48 miljard. De komende vier jaar zal dit weer oplopen tot een kleine 60 miljard dollar. Ondanks die groei zullen ‘exotische’ processorarchitecturen zoals de Risc-processoren van Mips en de Alpha van het vroegere Digital terrein moeten prijsgeven. Ook de PA-Risc processorfamilie van HP zal goeddeels verdwijnen. Andere platforms, zoals de Sparc-familie van Sun Microsystems en de Power-serie van IBM groeien nog ietsje. “Het grootste succes is echter voor Intel, dat het aandeel van zijn IA-32 architectuur vrijwel hetzelfde ziet blijven. Tegelijk is de 64-bits architectuur in opkomst. Tel je die bij elkaar op, dan zie je dat het aandeel van Intel allengs groter wordt”, aldus Butler. Consolidatie Voor het jaar 2000 was er een trend om servers zoveel mogelijk te bouwen uit standaard componenten. Butler: “Een mooi voorbeeld van consolidatie, waarbij de aanbieders elkaar de loef probeerden af te steken door extra software bij te leveren. Een ander punt om je van de concurrent te onderscheiden was de toepassing van geavanceerde hardware-technieken. Differentiatie op basis van engineering noemden we dat toen. Tegenwoordig hoeft niet alles meer hetzelfde te zijn. Andere processoren dan het oude vertrouwde Intel-werkpaard krijgen daardoor een kans.” Die hernieuwde belangstelling voor afwijkende architecturen zorgt ervoor dat die chiptypen langer blijven overleven. De CMos mainframe-processor is bijvoorbeeld nog lang niet uitgestorven. Uit de cijfers van Butler blijkt dat dit type chip vorig jaar goed was voor een omzet van zo’n 6,5 miljard dollar. In 2006 zal dat wel iets zijn geslonken, maar niet echt heftig. Butler gokt op een bedrag van circa 4 miljard dollar. Opklimmen In 2006 zijn de Intel chips als Pentium, Xeon en de Itanium-familie goed voor een jaarlijkse omzet van zo’n 30 miljard dollar. Dat is meer dan de helft van het totaal. Het verdwijnen van de Pentiums zal lang op zich laten wachten. “Er zijn namelijk nog maar zeer weinig toepassingen die echt behoefte hebben aan een chip met een architectuur van 64 bits”, zegt Chief Technology Officer Patrick Gelsinger van Intel. Wanneer mensen al behoefte hebben aan een 64-bits processor, dan is dat vooral vanwege de uitgebreide adresseermogelijkheden. De snellere verwerking, doordat plukken van 64 bits tegelijk verwerkt kunnen worden, speelt eigenlijk geen rol. Overlevingskans Door de steeds groter wordende verschillen tussen de servers wordt het ook moeilijker om ze met elkaar te vergelijken. Bijvoorbeeld om een indicatie te geven van de overlevingskans van een platform. Butler: “Je bent dan al heel gauw bezig met appels en peren. Beter is het, om te kijken naar aspecten die grotendeels gelijk zijn, zoals de technologie, de mening van softwareontwikkelaars en de relatie tussen de aanbieder en de gebruiker”, zegt Butler. Hij heeft zo’n vergelijking uitgevoerd voor snelle servers die worden gebruikt voor online transactieverwerking (OLTP). “In dat segment steekt het aloude mainframe nog steeds met kop en schouders boven de rest uit. Ik moet eigenlijk zeggen de z-Serie van IBM. Die apparatuur heeft een eigen CMos processor, is desondanks ‘open’ en is zeer robuust. Kijk je echter naar de bereidheid van softwareontwikkelaars om voor zo’n platform te werken, dan zie je een heel ander beeld. De makers van software werken veel liever op servers van Sun, met een Sparc processor en draaiend onder Solaris, of een 8-weg server onder Windows, die is voorzien van een Intel-chip.” De Intel-architectuur is ook bij zakelijke gebruikers in trek. “Zij kiezen voor een applicatie. Die blijkt dan vaak onder het Windows of Solaris platform te lopen”, zegt Butler.