Nijmeegs bedrijf aan basis nieuwe printstandaard
Hoogvolume printopdrachten bij banken, verzekeraars of energiereuzen worden steeds complexer door hogere eisen aan kleur, samenstelling en personalisatie van de documenten. Marketeers hebben namelijk de kracht van de persoonlijke boodschap voor de gewaardeerde klant ontdekt en maken bovendien steeds meer gebruik van kleur in hun documentcommunicatie. Forrester en Gartner verwachten daarom dat de markt voor hoogvolume kleurprint jaarlijks met 18 procent zal groeien. Tegelijkertijd stijgt de druk op de operators aan de machine in de huisdrukkerijen en repro’s, waar de pagina’s in honderdtallen per minuut geproduceerd worden. Zij moeten meer doen in minder tijd (net als iedereen trouwens). Een derde ontwikkeling betreft de opkomst van XML, als neutrale basis voor een multimediale (multichannel) documentcommunicatie naar fax, internet, e-mail, elektronisch archief en printer. XML heeft echter weinig affiniteit met hoogvolume printen en vergt tijdrovende en foutgevoelige conversietechnieken om snelle printers aan het werk te houden. Personalized Print Markup Language (PPML) is het antwoord van de printindustrie op deze ontwikkelingen. Met PPML neemt de complexiteit van de printjob sterk af, juist bij het gebruik van kleur, beeldmateriaal en gepersonaliseerde elementen. De RIP (het in een raster beschrijven van wat er op een pagina staat) gaat veel sneller. Operators kunnen de printjobs met minder inspanning in de gaten houden en makkelijker bijsturen als er iets fout gaat. En, niet onbelangrijk, de almaar toenemende XML-databases worden ontsloten voor hoogvolume printen. Het Printing On Demand Initiative (PODI) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van deze nieuwe PPML-standaard. Dit platform combineert alle grote leveranciers in deze markt, zoals Adobe, CreoScitex, Hewlett-Packard, Heidelberg NexPress en Xerox. Maar ook IBM, Indigo, Lexmark, Océ, Pageflex, Scitex Digital Printing en Xeikon behoren tot PODI. Het Nijmeegse Edmond R&D is als enig Nederlands bedrijf lid van dit internationale platform. Het bedrijf is weliswaar veel kleiner dan de genoemde giganten, maar speelt desondanks een belangrijke rol. Edmond R&D maakt bij zijn klanten PPML operationeel in de printomgeving, zoals het bedoeld is. Maar het bedrijf heeft tegelijkertijd de originaliteit om met PPML als basistechniek bij een groot utiliteitsbedrijf een elektronisch archief te bouwen. En dat is uniek in de wereld. Niemand heeft daar eerder aan gedacht. Paul Jones, mede-eigenaar van Edmond R&D: “Bovendien bouwen we een gratis PPML-viewer, naast een commerciële versie, die het gebruik van PPML moet stimuleren.” Hij vergelijkt het zelfs met de Acrobat Viewer, die inderdaad de acceptatie van PDF in een stroomversnelling heeft gebracht. PPML is een printertaal, zoals Postscript, PCL en AFP dat ook zijn. Het belangrijkste verschil met de andere talen is dat PPML speciaal is ontwikkeld voor hoogvolume, transactioneel printen en dus een antwoord heeft op alle specifieke uitdagingen in dit werkgebied. Het beheer van resources is daarin de ‘bottleneck’. Resources zijn bijvoorbeeld fonts (lettertypes), logo’s (in allerlei formaten), handtekeningen (polissen), schema’s (onderzoeksuitslagen), afbeeldingen (reclame) en dergelijke. De traditionele printertalen halen een pagina binnen, onderzoeken wat er op staat en gaan rasters (bijvoorbeeld in Postscript) maken om de printer te vertellen wat waar staat en hoe hij dat op papier moet zetten. Elke pagina opnieuw. Een pagina met een kleurenfoto en een logo kan in zo’n Postscript-RIP een omvang bereiken van wel 20 Mb. Hoogvolume printjobs omvatten makkelijk tienduizenden pagina’s, die allemaal ‘ge-RIPt’ moeten worden. Dit kost buitengewoon veel rekenkracht en geheugenruimte en is de belangrijkste oorzaak van het vastlopen van processen. Soms staan machines een hele nacht te ‘RIP-pen’ om overdag met enige snelheid te kunnen produceren. Opgegeven snelheidsspecificaties van printerleveranciers worden om deze reden vaak niet gehaald. Bij het gebruik van PPML neemt de snelheid van een RIP per pagina sensationeel toe. PPML beschrijft voornamelijk de structuur van de pagina en geeft (anders dan XML, dat alleen de structuur beschrijft) bovendien betekenis aan de structuur. De taal laat de printer weten welke resources nodig zijn op welke plaats en bij welke pagina. Elke resource hoeft maar één keer in een raster beschreven te worden en staat ‘ge-RIPt’ in een cache klaar voor de printer. De printer kan het logo, de foto of de handtekening zelfs bij een URL ophalen. Het proces is te vergelijken met een browser die een webpagina klaar laat staan en kan laden uit een cache. De workflow wordt bovendien beter beheersbaar. Want belangrijke stuurtekens op documenten (barcodes of OMR-strepen die een inpakstraat vertellen hoeveel pagina’s in een envelop voor één geadresseerde gaan) kunnen op het laatste moment worden toegevoegd. Samenvoegen of juist uitsplitsen van productiestromen naar in clusters geplaatste printers is gemakkelijker. Uitwijken bij overproductie of calamiteiten is een eitje. In het elektronisch archief werkt het op dezelfde manier. De losse data worden slechts één keer opgeslagen. De rest van het op PPML-gebaseerde archief bestaat voornamelijk uit structuurbeschrijvingen. Heel anders dan een elektronisch archief op basis van TIFF of PDF, waarin elk document alle pagina-elementen bevat en de fonts (beschrijving van lettertypes) en het bedrijfslogo dus wel een miljoen keer opgeslagen kan zijn. Maar dat geldt ook voor de standaard afsluiting van de brief, of voor de standaard betalingsvoorwaarden of de standaard polisvoorwaarden; ze zitten er allemaal soms miljoenen keren in. Per resource betreft dit hooguit een omvang van een paar Kb. Maar alles bij elkaar opgeteld, neemt de omvang snel toe. Vooral als kleur zijn intrede heeft gedaan in de elektronische bedrijfscommunicatie. Wil iemand een document uit het PPML-archief terughalen, dan gaat als het ware de printertoepassing werken en worden de pagina’s opnieuw samengesteld, exact volgens het origineel. Er wordt dan in eerste instantie niet geprint, maar een document voor het beeldscherm gepresenteerd in een viewer. De belangrijkste documentontwikkelingssoftware als DesignMere, Dialogue, DL Formatter, PReS en PrintShopMail ondersteunen al PPML. Uiteraard geldt dat ook voor de DocuMate-familie van Edmond R&D. Xeikon was de eerste hardwareleverancier die de printers met PPML kon laten printen, maar Xeikon balanceert momenteel op het randje van faillissement. Dat geldt niet voor IBM, dat de belangrijke besturingssoftware van zijn printers (InfoPrint Manager) heeft uitgerust met PPML-ondersteuning waardoor een enorme installed base van zogenoemde IPDS-printers nu PPML-datastromen kan verwerken. Naar verwachting volgen leveranciers als Océ, Xerox en Heidelberg snel. Jaarverslagen beleggers Impress uit Woerden is een zogenoemd servicebureau dat in opdracht van onder meer reclamebureaus, banken, verzekeraars en uitgevers vooral direct mail produceert, vaak in kleur en gepersonaliseerd. Dat laatste is zeker het geval bij een omvangrijke klus voor een van de grootste beleggingsfondsen van Nederland, dat door Impress zo’n vijftigduizend boekjes laat printen. Deze boekjes bevatten de persoonlijke jaarresultaten van de belangrijkste beleggers in dit fonds en variëren in omvang van acht tot vijftig pagina’s; ook qua inhoud in hoge mate gepersonaliseerd dus. De printopdracht bevat behalve tekst en cijfers uiteraard grafieken en schema’s. Hoewel kleur zeer gewenst is bij een dergelijke productie, vindt de opdrachtgever dat nog te duur (de prijs is minstens vijf keer zo hoog). Niettemin zou PPML volgens Walter van Waard (marketingmanager bij Impress) aanzienlijke voordelen opleveren bij deze specifieke klus. “We zouden alle vaste, variabele data als plaatjes, tekstblokken, kopjes op de pagina en logo’s slechts eenmaal op hoeven te nemen in de datastroom naar de printers. Daardoor zouden we de productie een heel stuk sneller kunnen realiseren.” Hoe groot de tijdwinst zou zijn, durft Van Waard niet te zeggen. Hij heeft nog geen praktijkervaring met PPML, maar verwacht er bij Impress snel mee te gaan werken. “Het versiebeheer zouden we in PPML centraal kunnen doen en dat is juist bij dit soort klussen met veel ‘eigenaren’ altijd een uitdaging. Ook hadden we met PPML heel gemakkelijk via een LAN decentraal bij de klant kunnen printen. Door zulke uitwijkmogelijkheden neemt de flexibiliteit van de capaciteit enorm toe.”