Q-Go partnert met Microsoft én met Google
Aan zijn ontbijtgesprek met Steve Balmer, topman van Microsoft, houdt Marcel Smit, topman van Q-Go, over dat in de visie van Microsoft, dixit Balmer, taaltechnologie in de toekomst een belangrijke focus blijft voor Microsoft.
Smit: “Balmer zei die ochtend dat de ontwikkeling van applicaties gaat in die richting dat mensen op termijn zullen willen kunnen praten met die applicaties. In zijn visie zal de manier waarop mensen dat zullen doen ‘natuurlijke taal’ zijn en niet door middel van moeilijke queries. Dat je letterlijk aan je systeem kunt vragen: Hoeveel hebben wij vorige week verkocht in China? Hoeveel vrije dagen heeft Luc nog? En dat is nu juist datgene wat Q-Go heel goed snapt. Wij zijn gespecialiseerd in het analyseren van ongestructureerde vragen die mensen stellen. Q-Go is dat laagje in de applicatie waardoor je op een natuurlijke manier in een normale taal met de applicatie kunt communiceren.” De resultaten die de ‘Natural Language Engine’ van Q-Go ophoest, zijn gebaseerd op semantische en grammaticale analyse van de opgegeven zoekopdracht. Bij Q-Go noemen ze dat ‘deep parsing’. Een nieuwe lichting concurrenten uit met name de VS doet tot op zekere hoogte vergelijkbare dingen. Daarbij gaat het echter altijd alleen om semantische en nooit om grammaticale analyse van de vraag. “Een omslachtige manier van werken”, meent Smit. “Bovendien kan geen enkele andere leverancier dit in tal van Europese talen, zoals het Nederlands en het Catalaans.”
“Klanten zoals ABN AMRO, SNS, Fortis en ING verwerkten het afgelopen jaar al meer dan zes miljoen klantvragen op hun websites met deze grammaticale analyse. Die vragen kunnen wij terugbrengen tot een index van pakweg tweeduizend vragen. Want iemand kan bij wijze van spreken op tweehonderd verschillende manieren een vraag stellen over een pinpasje dat zoek is. Die vragen zijn terug te brengen tot één kernvraag: Ik ben mijn pasje kwijt, hoe geraak ik aan een nieuw pasje? Als je voor een semantische analyse kiest voor de natuurlijke taal waarin mensen communiceren, zul je die tweehonderd vragen moeten analyseren. Omdat wij al die vragen grammaticaal en semantisch analyseren, kunnen we uiteindelijk tot die ene indexvraag komen. Die semantiek is wel slim, maar op den duur niet te onderhouden. Als je twee miljoen vragen moet verwerken op een semantische manier, moet je misschien wel dertig miljoen vragen indexeren om tot een zeker resultaat te komen. Voor één taal, het Engels, is dat misschien nog wel te behappen. Maar daarna niet meer. De semantische aanpak is ook niet repliceerbaar naar andere talen toe. Onze aanpak is dat wel. Anderen moeten bij wijze van spreken vijf linguïsten in dienst nemen en zijn daarna drie jaar kwijt. Wij doen het voor een andere taal in drie weken. Daar komt bij dat ons systeem schaalbaar is en dat maakt het uniek.’
Intussen is Q-Go geïntegreerd met de Sharepoint-server van Microsoft. Het voordeel van deze integratie voor Microsoft is dat Sharepoint dankzij Q-Go bruikbaarder wordt voor meer mensen binnen een organisatie. ‘Als je de taallaag van Q-Go gebruikt, dan worden bedrijfsapplicaties en relevante data ineens makkelijker toegankelijk voor een veel grotere groep mensen,’ zegt Marcel Smit.
Naast Microsoft is ook aartsrivaal Google partner geworden van Q-Go. Volgens Paul Zekveld, CFO van Q-Go, is de insteek van Google ten aanzien van zoektechnologie veeleer mathematisch dan grammaticaal. “Kijk naar de achtergrond van de oprichters”, zegt Zekveld. Daardoor is er voor Q-Go nog veel mogelijk bovenop de technologie van Google. “In een paar dagen tijd hebben wij Q-Go geïntegreerd met de ‘search appliance’ van Google. Wij hebben Google de verschillen laten zien in de resultaten met en zonder taalverrijking die van ons is. Je ziet bij Google altijd ook de niet-relevante resultaten. Bij ons zie je die niet.” Q-Go staat onafhankelijk tegenover de zoektechnologie van Google, vertelt Zekveld: “Het maakt voor ons in principe niet uit met welke zoektechnologie we werken.” Over de vele niet-relevante resultaten van een zoekopdracht zegt Zekveld dat die binnen het publieke domein misschien nog wel geaccepteerd worden. “Binnen het bedrijfsleven eigenlijk niet. Veel mensen ervaren het echt als frustrerend als ze achthonderd antwoorden krijgen van Google, terwijl ze alleen maar willen weten hoe ze bij KLM een kaartje kunnen kopen. Onderzoek wijst uit dat zeventig procent van de bezoekers op je website meteen naar de zoekbalk uitkijkt. Natuurlijke taalinteractie kun je ook als marketinginstrument gebruiken. Want je komt te weten welke vragen mensen stellen en ook hoe ze het vragen. Dan weet je als bedrijf meteen ook welke content je klaar moet zetten. Of je merkt dat er content is die mensen niet snappen of dat je informatie verschaft waar mensen niet naar vragen. Daarop kun je je website aanpassen.”
Q-Go werd in 1999 opgericht. Over een aantal jaren zou een beursgang opportuun kunnen zijn. Vooralsnog evenwel niet. “Een beursgang klinkt misschien mooi, maar wij willen Q-Go eerst onder de radar verder uitbouwen”, zegt Marcel Smit.