Waarom bestrijdt Microsoft spam niet met technologie?
De softwaregigant uit Redmond had volgens sommigen allang moeten ingrijpen. De criticasters verwijten Microsoft naast laksheid het voorrang geven aan commerciële belangen. Vooral Hotmail maakt het voor spammers uitermate gemakkelijk ‘valse’ emailadressen te gebruiken, zodat de opsporing en vervolging omgekeerd evenredig moeilijk is. Sommige internetserviceproviders (ISP’s), zoals CompuServe, stapten reeds jaren terug naar de rechter en zorgden zo voor relevante rechtspraak. Goede kans Rechtszaken, daar zijn Bill Gates cum suis goed in, en hoewel zeker niet alle ‘MS Law Suits’ door Microsoft gewonnen worden, is de kans groot dat de nu aangespannen procedures tegen deze zogenoemde ‘prolific spammers’ slagen. De juridische acties in de VS vinden immers plaats op grond van overtreding van speciale antispamwetgeving, in dit geval die van de staat Washington. Deze route werd eerder met succes gevolgd in de zaak de zaak The People of the State of New York versus MonsterHut (januari 2003). Inmiddels kennen 27 Amerikaanse staten bijzondere wetgeving tegen het versturen van spam, terwijl de federale wetgever ook al aan verschillende antispamblauwdrukken werkt. Een andere weg is die van het contractenrecht. Vaste jurisprudentie in de VS toont aan dat ook deze aanpak tot een spamverbod en schadevergoeding leidt. Zo werd onlangs nog, op 7 mei jongsleden, door de U.S. District Court in Atlanta 16,4 miljoen dollar schadevergoeding aan de ISP Earthlink toegewezen tegen Howard Carmack, beter bekend als de ‘Buffalospammer’. Er viel alleen niets bij de man te halen. Overigens heeft criminalisering van het ongevraagd verzenden van grote hoeveelheden commerciële emails alleen zin wanneer politie en justitie prioriteit aan opsporing en vervolging geven. Die omstandigheid ligt nauwelijks voor de hand, mede gelet op de met name bij de opsporing noodzakelijke inspanningen: die vragen veel tijd en de inzet van technisch geschoolde ambtenaren. Om een voorbeeld te geven: Earthlink is naar eigen zeggen een jaar bezig geweest met het vinden van de Buffalospammer. Los daarvan gaan er stemmen op dat de ‘AntiSpam Laws’ het ijzersterke grondrecht op vrijheid van meningsuiting onrechtmatig beperken. In tegenstelling tot Nederland kunnen Amerikanen hun rechter vragen wetgeving aan de Constitutie te toetsen. Europese richtlijn Dichterbij huis is de communautaire wetgever in de weer geweest. Hier gaat het vooral om de Europese richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie (2002), die als hoofdregel de optinconstructie voorschrijft. Bedrijven of instellingen die met een automatisch systeem ongevraagde fax of emailberichten voor directmarketingdoeleinden verzenden, hebben in beginsel dus vooraf toestemming van de ontvanger nodig. Maar een optoutsysteem is mogelijk voor bestaande klanten. Woorden van gelijke strekking staan in een voorstel tot wijziging van onze Telecommunicatiewet. De deadline is 31 oktober 2003. Nu kunnen spammers in Europa dus hun gang gaan. Voor Nederland geldt dat in beperktere mate. In de zaak XS4ALL versus AbFab verbood de Amsterdamse president AbFab nog langer junkmail naar klanten van XS4ALL te sturen (7 maart 2002). In hoger beroep staat het Gerechtshof Amsterdam spammen wel toe, maar onder de voorwaarde dat de ongevraagde emails geen overlast veroorzaken (18 juli 2002): ‘In het geval van het type spam dat voor overlast zorgt, zijn de proportionaliteitseisen in het geding en kan bij nietinachtneming daarvan van onrechtmatigheid sprake zijn.’ Met een zacht wettelijk spamverbod is de Europese Unie er niet. Niet, omdat alle landen tot een harde optinregeling moeten komen; en ook niet omdat overtreders dan nog steeds moeten worden aangepakt. Wie gaat dat doen? De daadwerkelijke oplossing van ‘ongewenste communicatie’ per email zal dan ook in de techniek moeten worden gezocht. Een schone taak voor Chief Software Architect William Gates III.