De overheid heeft hier en daar de klepel al gevonden
De column opent met een verwijzing naar de ‘Roadmap for Open ICT Ecosystems’, die recent door de Open ePolicy Group is gepubliceerd (http://cyber.law.harvard.edu/epolicy/). Interessant is wellicht dat Nederland een van de dertien landen is die inhoudelijk bijdroegen aan deze roadmap. Die bijdrage is geleverd door Programma OSOSS (www.ososs.nl), een overheidsprogramma dat erop gericht is om toepassing van open standaarden binnen het Nederlandse (semi-)publieke veld te stimuleren en om datzelfde veld te informeren over de mogelijkheden van open source software. Zowel de Open ePolicy Group alsook Programma OSOSS, dat daarmee staand beleid van de Nederlandse overheid uitvoert, hecht daarbij overigens wel degelijk aan de openheid van standaarden. Theoretisch kan met gesloten standaarden ook interoperabiliteit worden gerealiseerd, maar wel met schadelijke ‘zij-effecten’. Die tonen zich vooral in minder vrije marktverhoudingen, zowel in de softwaremarkt als, in het geval van semantische standaarden, in software-gebruikende ketens en netwerken. Een tweede zorg rondom gesloten standaarden is een gebrekkiger innovatietempo in diezelfde markten. deze effecten moeten niet worden onderschat. Hoewel de discussie over vendor lock-in zich steeds weer lijkt toe te spitsen op de rol van Microsoft, is het verschijnsel alomtegenwoordig. Vaak ook bestaat er een te grote afhankelijkheid van kleinere softwareleveranciers. Nog even helemaal los van inkoopmacht, licentieprijzen en innovatietempo, wat gebeurt er als zo’n leverancier onverhoopt zou stoppen te bestaan? Dat benadrukken van openheid van standaarden moet echter niet automatisch een pleidooi zijn voor het uitgebreid formaliseren van totstandkoming en beheer van die open standaarden. Het is niet op de eerste plaats een appèl aan de letter, maar aan de geest. Maar, hoewel er weinig partijen zijn die zich openlijk verzetten tegen de geest, kan in de praktijk de letter nodig zijn om partijen op een gepaste manier aan de geest te herinneren. Een spannende discussie is verder wat de rol van de Nederlandse overheid zou moeten zijn op dit terrein. In private software gebruikende markten ligt het primaat bij die markt zelf, maar dat betekent niet dat de rol van de overheid daarmee is uitgespeeld. De overheid is een zeer grootschalige gebruiker van software en zet daarmee, met haar expliciete open-standaarden beleid, een belangrijke toon in de software-markt. Natuurlijk zou het helpen als private gebruikerspartijen de klok zouden gaan meeluiden. Als het gaat om semantische standaarden heeft de overheid bovendien zo langzamerhand ook binnen de eigen gelederen uitgebreide ervaring met het standaardiseren van gegevensver-keer in ketens. Een greep uit de huidige praktische activiteiten en ervaringen van de Nederlandse overheid op dit gebied moge aantonen dat zo hier en daar de klepel al wel is gevonden. Met de zogenaamde webrichtlijnen (http://www.advies. overheid.nl/webrichtlijnen/), gestoeld op WCAG van W3C, wil de overheid ervoor zorgen dat haar informatie en diensten toegankelijk blijven voor alle burgers en bedrijven, ongeacht specifieke browser en beperkingen bij de burger. Gestandaardiseerde gegevensuitwis-seling in de werk-en-inkomenketen staat al op poten bij BKWI (www.bkwi.nl). In de strafrechtketen zijn geslaagde proeven genomen met standaarden uit de ebXML-familie (www.e-pv.nl). Voor belangrijke informatiesoorten voor de overheid, zoals geografische informatie (www.ravi.nl\) en water-informatie (www.idsw.nl) bestaan open standaarden. Ook waar bedrijfsleven en overheid gezamenlijk gebruiker zijn wordt aan standaarden gewerkt, zoals voor uitwisseling van jaarrekeningen (http://www.xbrl-ntp.nl/). En, ook in Nederland is het verband gelegd tussen open standaarden en de gecoördineerde bestrijding van calamiteiten. Laten we hopen dat we het zo lang mogelijk kunnen houden bij rampenoefeningen (zie hiervoor de volgende website: http://www.ososs.nl/article. jsp?article=18691) en niet op dezelfde manier als in de huidige roadmap, het onderwerp worden van het volgende openingswoord. AUTEUR: Paul Oude Luttighuis_ Luttighuis is werkzaam bij OSOSSBijdragen in de rubriek Opinie staan los van de redactionele opvattingen van AG. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen te redigeren en in te korten. Bijdragen voor de rubriek kunnen worden gestuurd aan: ag@sdu.nl onder vermelding van ‘opinie’.