Isoc maant overheid tot actieve rol in ICT
De belangenvereniging toont zich in zijn witboek een groot voorstander van zelfregulering. Toch noemt de Isoc een groot aantal punten waarop een volgend kabinet zijn verantwoordelijkheid zou moeten nemen. De Isoc wil bijvoorbeeld dat een volgend kabinet zich actiever opstelt in de bescherming van persoonsgegevens in internationaal verband. De Isoc toont zich onder meer bezorgd over buitenlandse partijen die via ‘cookies’ persoonlijke informatie doorspelen naar anderen; dit onttrekt zich aan de Nederlandse jurisdictie. Het combineren van gegevens via datamining zou al helemaal door de overheid moeten worden ontmoedigd, meent de ISOC. Maar bovenal zou een nieuw kabinet met een grote publiekscampagne de burgers moeten voorlichten over de Europese richtlijn ‘Kopen op Afstand’ en de risico’s van internet. De Isoc toont zich een voorstander van grootschalig gebruik van krachtige versleuteling om het verkeer op de elektronische snelweg te beveiligen. De overheid zou het voorbeeld moeten geven door e-mail, maar ook de eigen webpagina’s, te beschermen via een identificatiesysteem. De Isoc meent dat ook het opleiden van de bevolking in het gebruik van ICT een taak van de overheid is. Op de scholen, maar ook door het stimuleren van het gebruik van internet voor een maatschappelijke dialoog. Om gebruik te kunnen maken van de groeiende stroom elektronische diensten, moet elke Nederlandse burger kunnen beschikken over een hoge kwaliteitsverbinding. De Isoc herhaalt in het Witboek zijn pleidooi uit het rapport ‘Slim Graafwerk’ voor een coördinerende rol van de overheid bij de aanleg van glasvezel naar elk huis. Bovendien zou de overheid de toegang tot online-informatiebronnen voor de jeugd moeten stimuleren door de kosten ervan fiscaal aftrekbaar te maken voor gezinnen die kinderbijslag ontvangen. Het volgend kabinet zou zich bovendien moeten inspannen voor een rechtvaardiger verdeling van de kenniseconomie over de wereld door telecenters en internetcafés in ontwikkelingslanden te bouwen en het ontwikkelen van software in de eigen taal te stimuleren.