Overheid eist continuïteit van .nl-domein
“In twee jaar tijd hebben we samen alle mogelijke risico’s doorgesproken en de te nemen maatregelen”, zegt Bart Vastenburg, lid van het managementteam van SIDN. Financiële organisatie, toegang, de infrastructuur en de delegatie van het domeinnaambeheer van ICANN naar SIDN zijn aan de orde geweest. Voor alle risico’s is een inschatting gemaakt van de aannemelijkheid dat zich een ongewenste situatie voordoet en welke impact een calamiteit heeft op het functioneren van het .nl-domein. “We zijn tot de conclusie gekomen dat 90 tot 95 procent van de gevallen in de normale bedrijfsvoering al was meegenomen.” Bovendien blijkt dat bij de kans op optreden van veel calamiteiten niet het grootste risico bij SIDN ligt. Voor het vindbaar maken en houden, maakt SIDN gebruik van reeks gedistribueerde DNS-servers op alle continenten. Zelfs als al die systemen uit de lucht gehaald worden bij een aanval, is de informatie beschikbaar op duizenden nameservers van klanten. Die blijven, wanneer zij niet automatisch worden bijgewerkt, gewoon de laatstontvangen informatie gebruiken. Daarnaast wijst Vastenburg op het afkalvend marktaandeel van SIDN omdat steeds meer domeinnaameigenaren ook namen registreren in de generieke topdomeinen als .com .biz of .net, danwel in landendomeinen met een praktische afkorting zoals .nu of .to.Toch hecht Vastenburg groot belang aan de analyse en het convenant. “De markt van internetproviders en webgebaseerde diensten wordt steeds volwassener en belangrijker voor de economie. Dan is het ook belangrijk dat er helderheid is over de continuïteitsborging.”De partijen maken het convenant op 10 juni publiek toegankelijk zodat iedereen zich op de hoogte kan stellen van het calamiteitendraaiboek. Volgens Vastenburg is het Nederlands overleg met de overheid over dit soort zaken uniek in de wereld. In Duitsland, bijvoorbeeld, is er een groot wantrouwen bij de topdomeinnaambeheerder richting de toezichthouder vanwege de vrees de autonomie te verliezen.