Overheid wil snel unieke patiëntenidentificatie
Een uniek patiëntnummer staat niet op zichzelf. Daarbij hoort unieke identificatie van zorgverleners. In overleg met de patiënt moet steeds worden bepaald welke zorgverlener welke informatie mag inzien. Alle patiëntgegevens blijven in principe opgeslagen bij de zorgverlener of medische instelling waar ze zijn vastgelegd. In een centrale database (UPID: universele patiëntidentificatie database) ligt uitsluitend vast welke autorisaties gelden per zorgverlener, én op welke lokaties informatie over de patiënt vastligt. UPID wordt straks gebruikt door onder andere artsen binnen en buiten ziekenhuizen, apotheken, GGD’s, thuiszorg, artsenlaboratoria, verpleeg/verzorgingshuizen, zorgverzekeraars en zorgkantoren. Via internettechnologie moet de informatie selectief aan zorgverleners open worden gesteld. Technisch vraagt dat enige hoogstandjes. Van een regiobreed patiëntnummer is pas in enkele zorgregio’s – zoals Zeeland/West-Brabant – sprake. Eerder ontwikkelde Uzorg met het Antonius ziekenhuis in Nieuwegein een webgebaseerd Elektronisch Patiëntendossier (EPD) op basis van Linux. De identificatie van patiënten gebeurt daarbij zonder uniek patiëntnummer, maar op basis van NAW-gegevens, geboortedatum, woonplaats, etcetera. Onduidelijk is nog waarop het landelijke UPI zal zijn gebaseerd. Tot dusver werd veelal uitgegaan van een versleuteld sofinummer, maar elders wordt vanuit privacy-overwegingen gepleit voor een zogenaamde ‘master patiënt index’, op basis van een mix van patiëntkenmerken. “Die keuze wordt bepaald door de Zorgpas Groep”, zegt Uzorg-directeur Gerrit Krediet. Uzorg had aanvankelijk 22 miljoen gevraagd om UPID tot en met 2004 te implementeren. Toekenning van een subsidie voor één jaar moet druk op de ketel houden om een werkbaar product op te leveren. Opvallend is dat de subsidie wordt betaald uit de reguliere budgetten van het ministerie van VWS en niet uit de pot van 220 miljoen voor stimulering van zorg-ICT. Opmerkelijk is ook dat de UPI niet in eerste instantie zal worden geïmplementeerd in de Eemland-proefregio rond Amersfoort, waar de Zorgpas met overheidsgeld wordt uitgetest. De huidige opdracht van de twee ministeries is een erkenning van Uzorg als pragmatische hoofdrolspeler op het gebied van zorg-ICT. Uzorg wordt vaak gezien als bouwer van ‘quick and dirty’ ICT- oplossingen, met onvoldoende oog voor landelijke of internationale standaarden. “Als er landelijke standaarden komen, bouwen we die in”, zei Krediet in een interview in 1998. “Wij gaan er alleen niet op wachten.” Uzorg startte in 1994 als EDI- netwerk voor de Utrechtse zorgsector, maar groeide uit tot een communicatienetwerk voor Midden-Nederland. Daarnaast werd Uzorg softwarebouwer van onder andere een transmuraal EPD en programmatuur voor regionale waarneemdiensten voor huisartsen. Inmiddels communiceren 22 ziekenhuizen en duizend huisartsen via Uzorg.