Stijgende IT-budgetten gaan in 2008 vooral naar software
De uitgaven aan software zullen voor een belangrijk deel worden besteedt aan de organisatie van de website, informatiesystemen, boekhoudsystemen en systeemintegratie.
Naast het polsen van de bestedingen aan ICT heeft Ernst & Young ook onderzocht hoe ondernemend Nederland aankijkt tegen de digitaliserende overheid en het gebruik van die online overheidsdiensten. Ondanks de snelle ontwikkelingen op dat terrein zijn de respondenten negatief over de prestaties van de overheid op ICT-gebied. Vrijwel unaniem (92 procent) menen de ondervraagden dat de elektronische diensten van de overheid inefficiënt, duur en niet gebruiksvriendelijk zijn. Met name bij onderwijs en elektronisch zakendoen schiet de overheid volgens het onderzoek tekort.
“Er mist centraal beleid voor wat betreft digitalisering van de overheid. Dit uit zich in grote onvrede over de huidige ICT-aanpak vanuit Den Haag”, stelt Jacob Verschuur, directeur ICT Leadership bij Ernst & Young. “De overheid laat daardoor kansen liggen als het op ICT aankomt. Doodzonde, want hier is veel winst te behalen, vooral voor wat betreft kostenbesparing en administratieve lastenverlichting.”
Volgens Verschuur kampt de overheid voor een deel met een imagoprobleem. “De kwaliteit van het digitale loket neemt toe, aangiftes kunnen meer en meer online gedaan worden, maar de perceptie blijft, zo blijkt uit ons onderzoek, dat het niet goed gaat met de overheid op ICT-gebied. Dat wordt natuurlijk gevoed door negatieve berichtgeving wanneer een ICT-systeem van de overheid niet goed werkt. Denk aan stemcomputers en de haperende software van de Belastingdienst.”
De ICT Barometer wordt sinds december 2001 tweemaandelijks gehouden onder gemiddeld ruim zeshonderd Nederlandse directeuren, managers en professionals uit het bedrijfsleven, onderverdeeld naar productie/industrie, handel/distributie en dienstverlening/ financiële instellingen en de (semi)overheid. Het onderzoek is uitgevoerd door het marktonderzoekbureau Interview NSS en de ondervraagde groep wordt online geënquêteerd. Het onderzoek is representatief voor directeuren, managers, professionals en/of hoger opgeleide werknemers die beschikken over een internetaansluiting.