Het geheim van succesvolle software: begin met inzicht in de business drivers

Een aantrekkelijk design, intuïtieve navigatie, razendsnelle prestaties en een heleboel geavanceerde functies: zo ziet de perfecte softwareapplicatie er toch uit? Niet altijd. De belangrijkste vereiste voor elk softwareproject is dat het voldoet aan de verwachtingen van de klant. Bij Cegeka starten we je softwareproject daarom met het in kaart brengen van je behoeften. Dit noemen we de opstartfase.

"Ken je klant" was altijd al het credo voor marketeers en verkopers. Inmiddels is dit net zo belangrijk voor softwaredevelopment. Een softwareproject is vaak iteratief en agile, maar cruciaal is om de juiste fundering voor een applicatie te bouwen voordat het project start. Daarom start je project met een opstartfase. Deze opstartfase gebruiken we om diepgaand inzicht te krijgen in je organisatie en behoeften. Hiervoor organiseren we een reeks workshops en gebruiken we visualisatie.

Van aanvraag tot voorstel in 4 stappen:

Stap 1: De business drivers in kaart brengen

We vinden het belangrijk om een duidelijk beeld te krijgen van je project. Daarom kijken we eerst naar de high-level business drivers. Daarmee bedoelen we de uiteindelijke doelstellingen van het project. Deze prioriteren we met de volgende vragen:

• Waarom heb je nieuwe software nodig? En welke problemen moet de applicatie oplossen?
• Wie gebruikt de applicatie? Wat zijn de behoeften, verwachtingen en aandachtspunten van deze gebruikers?
• Met welke systemen communiceert de software? Zoals bestaande bedrijfsapplicaties, data stores, data warehouses, externe systemen en cloud services.
• Wat moet de oplossing omvatten – en wat niet?

Door deze business drivers te identificeren, krijgen we een diepgaand inzicht in je organisatie en je behoeften. Hierdoor kunnen we tijdens het hele ontwikkelproject proactief meedenken.

Het traject in kaart brengen

Tijdens de eerste stap van de opstartfase brengen we je traject in kaart. Daarmee bedoelen we de paden die je verschillende gebruikers volgen wanneer ze met de software in contact komen. Zo kunnen we de beste gebruikerservaring garanderen in elke stap.

“Door inzicht te krijgen in de business drivers, kunnen we met de klant meedenken tijdens de hele levensduur van het softwareproject.”

Stap 2: Definiëren van de projectscope

Wat moet de software kunnen? Dat brengen we in kaart in stap twee. Hiervoor gebruiken we de inzichten van je business drivers. Deze zetten we om in een beschrijving van de functionele vereisten. Ook maken we een lijst van niet-functionele vereisten. Denk hierbij aan kwaliteitsattributen zoals de gewenste prestaties. Op basis hiervan bepalen we de technische scope, dus de vereiste architectuur en technology stack.

Hierbij komen de volgende vragen aan bod:

• Wat moet het systeem kunnen, welke functies zijn nodig (functioneel)?
• Aan welke criteria moeten we voldoen?
• Wat is het Minimum Viable Product, de minimale set van functies die noodzakelijk zijn om een eerste impact te creëren?
• Wat zijn belangrijke niet-functionele vereisten? Welke prestaties, schaalbaarheid, beschikbaarheid, beveiliging, betrouwbaarheid, interoperabiliteit en onderhoudbaarheid verwacht je?
• Wat is de projectcontext? Denk hierbij bijvoorbeeld aan het applicatielandschap en de use cases.

Alle functies die we in deze stap identificeren, nemen we op in een feature map. Hiermee plannen we functies in op basis van de vastgelegde prioriteiten. Zodra we de niet-functionele vereisten en de context in kaart hebben, stellen we context-, component- en containerdiagrammen op. Deze documenten vormen tijdens het hele softwareproject de richtlijnen en referentiepunten voor de ontwikkelaars.

Niet-functionele vereisten: de juiste balans vinden

Het vastleggen van de niet-functionele vereisten is essentieel. Toch wordt dit vaak vergeten bij de voorbereiding van een softwareproject. Dat komt omdat klanten kenmerken zoals prestaties en veiligheid als vanzelfsprekend beschouwen. Ze gaan ervan uit deze inherent zijn aan elke applicatie. Dat klopt, maar slechts tot op zekere hoogte.

Bij de keuze om te investeren in een bepaalde niet-functionele vereiste, spelen meerdere factoren een rol. Denk hierbij aan projectbehoeften, budgetbeperkingen, bedrijfsbeleid en regelgeving. Dit is niet eenvoudig. Als je te veel niet-functionele vereisten vastlegt, kan de oplossing te duur worden. Maar als je te weinig niet-functionele vereisten bepaalt, daalt de kwaliteit van de software. Dat zijn belangrijke afwegingen. Wij beschikken over de vereiste ervaring om te helpen bij het maken van de juiste keuzes.

Stap 3: De prijs bepalen

Pas als we alle vereisten in kaart hebben, stellen we het projectbudget op. Samen met de ontwikkelaars verdelen we de software in subtaken en koppelen we mandagen aan elke subtaak. Onze kostenraming combineert dit met een budget voor onvoorziene uitgaven. Zo kunnen we onverwachte gebeurtenissen tijdens de ontwikkeling snel opvangen.

Stap 4: De roadmap uitstippelen

Aan het einde van de opstartfase stellen we een concreet draaiboek voor het project op. Daarin leggen we onder meer de tijdlijn, releases en het aantal benodigde softwareontwikkelaars vast. Maar ook de behoefte aan ander personeel, zoals bijvoorbeeld security- of UI-experts.

“In de opstartfase is goed teamwerk vereist. Deze fase moet het begin vormen van een succesvolle samenwerking op lange termijn.”

Goed teamwork

In de opstartfase is goed teamwerk vereist. Deze fase moet het begin vormen van een succesvolle samenwerking op lange termijn. Om de behoeften en wensen van je organisatie volledig te begrijpen, stellen we een functieoverschrijdend Cegeka-team samen. Dit team van projectmanagers, domeinexperts en developers luistert naar en overlegt met je managers en IT-medewerkers. Deze interactie zetten we voort tijdens het hele softwareproject. Zo zorgen we ervoor dat de uiteindelijke software je verwachtingen overtreft.

Dit blog maakt deel uit van een reeks over 'Het geheim van succesvolle software'. Lees het vervolg ‘Software van hoge kwaliteit’ op onze website.