Ex-Google-CEO: AI-richtlijnen moeten van AI-bedrijven komen, niet van de politiek

Schmidt wil geen beperkende regulering die 'van buitenaf' wordt opgelegd. Daarmee verwijst de techtopman naar wet- en regelgeving waar overheden wereldwijd mee bezig zijn, om de snelle opkomst van en fundamentele veranderingen door AI in goede banen te leiden. Hij spreekt van zoveel beleidsmakers die het niet begrijpen en pleit ervoor om het aan AI-bedrijven zelf over te laten.

'Problemen worden veel erger'

"Wanneer deze technologie breder beschikbaar komt, en dat zal gebeuren en zeer snel ook, zullen de problemen veel erger worden", vertelt Schmidt in een interview met het Amerikaanse NBC tv-programma Meet the Press. Schmidt heeft veel liever dat dan huidige bedrijven redelijke grenzen definiëren.

Het zou geen regelgeving moeten zijn, geen democratisch gedreven proces. In plaats daarvan ziet Schmidt meer heil in de expertise die er bij tech- en AI-bedrijven is. De voormalige CEO van Google stelt dat de industrie dat eerst zal doen, omdat het volgens hem onmogelijk is voor iemand die niet in de tech-industrie zit om te begrijpen wat er allemaal kan.

Grofweg goed

"Het is te nieuw, te moeilijk, de expertise is er niet. Er is niemand in de overheid die dit goed kan krijgen." Maar de industrie kan dat grofweg wel, claimt Schmidt. En daarna kan de overheid er dan een regelgevend raamwerk omheen bouwen, zo redeneert hij. Critici zoals AI-expert Meredith Whittaker stellen juist dat AI nu wordt gevormd om de economische belangen te dienen van het handjevol bedrijven dat in staat is om AI te ontwikkelen.

Die techtopvrouw, voorheen in dienst bij Google, hekelt in gesprek met Meet the Press de datahonger van techbedrijven en het gebrek aan regulering daarvan. De massale datavergaring van de afgelopen twintig jaar faciliteert nu het trainen van AI's, beide zonder toestemming van eindgebruikers aldus Whittaker die president is van de privacybeschermende communicatie-app Signal.

Privacy en Googlen

Privacy is een onderwerp waar Google, maar ook voormalig CEO Schmidt een reputatie mee hebben. De topman heeft eind 2009 stof doen opwaaien met een uitspraak over privacy en het internet. Als je iets hebt waarvan je niet wilt dat iemand het weet, had je het in de eerste plaats misschien helemaal niet moeten doen, zei hij in een CNBC-interview. Hij haalde daarbij ook dataretentie aan en de Amerikaanse wetgeving: de Patriot Act waarmee de autoriteiten informatie kunnen opvragen bij bedrijven.

Enkele jaren vóór die geruchtmakende uitspraak heeft Google - waar Schmidt toen de hoogste baas was - alle journalisten van technieuwssite CNET op de zwarte lijst gezet. Voor het publiceren van een artikel over de toenmalige CEO, op basis van informatie die allemaal met Google-zoekopdrachten was vergaard. De zoekreus klaagde dat de privacy van Schmidt was geschonden. Dit heeft toen voor media-aandacht en ophef over privacy en PR-praktijken gezorgd.