Aandacht voor Egovernment is dringend gewenst
Egem kan volgens hem een belangrijke rol spelen bij het bieden van praktische oplossingen. Die uitvoeringsorganisatie voor lokale overheden moet op detailniveau strategieën, standaarden en apparatuuradvies aanbieden en zo voorkomen dat gemeenten opnieuw het wiel uitvinden. In de nabije toekomst moet Egem, eventueel in samenwerking met marktpartijen, nieuwe functionaliteiten als betaalsystemen en een digitale kluis helpen ontwikkelen. "Dat soort zaken moet je niet in handen leggen van een enkele softwareleverancier. Die functionaliteiten moeten via modules in bestaande software worden ingepast. De gemeente Dordrecht biedt via CGE&Y al een module aan voor overheidsdienstverlening. Dat soort componenten zou via bijvoorbeeld een XMLstandaard gekoppeld kunnen worden aan die van leveranciers als Microsoft", meent Wagenaar. Hij kan zich ook voorstellen dat gemeenschappelijke functies van gemeenten geconcentreerd worden in een beperkt aantal centra. "Laten we die maar aanbesteden en bekijken wie die centra het best kan inrichten en beheren. In het bedrijfsleven doet ook niet iedere onderneming zijn eigen salarisadministratie en logistiek." Geen haast Met de ICTuitvoeringsorganisatie Egem voor lokale overheden lijkt het ministerie van Binnenlandse Zaken geen haast te maken. "Binnenlandse Zaken aarzelt wat om een gemeenschappelijk servicecenter neer te zetten dat pasklare oplossingen aandraagt", zegt Wagenaar. Het gebrek aan politieke sturing is daar volgens hem debet aan. "In de begroting is ICT niet als speerpunt neergezet en Binnenlandse Zaken durft nu niet door te drukken." Daarnaast zijn er volgens Wagenaar spanningen tussen de ministeries van Binnenlandse Zaken en Economische Zaken over wie het voortouw moet nemen bij het digitaliseren van de overheid. Gemeenten vallen onder Binnenlandse Zaken. EZ is verantwoordelijk voor het ICTbeleid richting bedrijfsleven, dus ook voor het contactvlak bedrijfsleven en overheid. Eén van de doelen van de elektronische overheid is het verlagen van de administratieve lasten voor bedrijven. Daar kruisen de wegen van beide ministeries elkaar. "EZ vindt waarschijnlijk dat Binnenlandse Zaken er te lang over doet en begint meer te trekken aan de regie." De professor pleit voor marktwerking tussen publieke organen. "Waarom moet ik per se in mijn eigen gemeente een rijbewijs aanvragen? Waarom mag dat niet bij een goedkopere gemeente of bij een private instelling?" Hij denkt dat het mogelijk is voor een willekeurige gemeente om gegevens uit het bevolkingsregister op te roepen in een beschermde netwerkomgeving en tegelijkertijd de privacy te beschermen. Bedrijven proberen al langer langs elektronische weg hun klanten te binden. Die hebben daar een economische drijfveer voor. Gemeenten zullen niet uit zichzelf voor marktwerking zijn, vreest Wagenaar. Hij denkt dat financiële prikkels ze kunnen helpen om hun drang naar autonomie aan te passen aan landelijke richtlijnen voor de elektronische overheid. "In Engeland is het zo dat gemeenten bepaalde ICTbudgetten alleen kunnen krijgen als ze zich aan bepaalde standaarden houden. Als ze dat niet doen, draaien ze zelf voor de kosten op. De minister moet met de vuist op tafel kunnen slaan en kunnen zeggen: ‘het gaat om het maatschappelijk belang en toon nu maar aan dat het werkt, anders trek ik de subsidie terug’." Een probleem is wel dat ICTsubsidies voor gemeenten in Nederland weinig voorstellen. Er valt dus weinig mee te sturen. Gemeenten betalen hun ICT uit de algemene middelen waarover zij bijvoorbeeld via de centrale overheid kunnen beschikken. Oormerken Wagenaar is er voorstander van de overheidsmiddelen te oormerken. "Ik denk dat de overheid toe moet naar specifieke fondsen voor gericht beleid, zoals die in het wetenschappelijk onderzoek bestaan. Je staat dan ook sterker tegenover leveranciers. Die zetten nu hun eigen gebruikersorganisaties op en dicteren hoe de gemeentelijke ICT eruit moet zien." Overheden moeten zich van Wagenaar bovendien actiever opstellen tegenover de burger. De overheid moet meer gebruik maken van de nieuwe mogelijkheden die ICT biedt. Zo zou de gemeente wanneer een paspoort of rijbewijs verloopt de bezitter per email daarvan in kennis kunnen stellen, zodat hij tijdig verlengt. "De rol van de ambtenaar is nog te passief. Overheden denken weinig na over nieuwe diensten die zij met behulp van het elektronische kanaal kunnen leveren. Ik proef op het uitvoerende vlak te weinig assertiviteit, een gebrek aan verbeeldingskracht." Hij noemt als positieve uitzonderingen wederom de gemeente Dordrecht en initiatieven van de politie om de aangifte van misdrijven online mogelijk te maken. "Het is nu of nooit", waarschuwt Wagenaar. "De leveranciers in gemeenteland zitten ook niet stil. Dat zijn in feite alleen Centric en PinkRoccade. Die denken wèl hard na over oplossingen. Als je te lang wacht gaan softwarebedrijven uitmaken hoe de digitale overheid er uit moet zien. Dat zou niet erg zijn, als het geen gesloten systemen waren die ze aanbieden. Je zit voor functionaliteit en updates vast aan die leveranciers. Ik zeg zelf: ‘jongens schiet nou op met dat Egem’. Probeer iets op te zetten waarbij je ook met webservices of in ieder geval componenten toewerkt naar een architectuur voor overheden waar je gemakkelijker plugandplaycomponenten in kunt plaatsen. Dan kun je meer concurrentie in de markt afdwingen. Ook kleinere softwareleveranciers kunnen dan modules ontwikkelen. Ik hoop dat ICT bij het volgende kabinet weer duidelijker op de agenda komt. Ik zou het jammer vinden als het beeld ontstaat dat ICT&Overheid een hype is." Bij belangrijke spelers is het besef gegroeid dat de elektronische overheid geregisseerd moet worden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken werkt aan een ICT referentiearchitectuur en na de algemene ICT Uitvoeringsorganisatie (ICTU), moet er in de vorm van Egem een praktisch ingestelde implementatieorganisatie voor lokale overheden komen. Maar de elektronische overheid, bedoeld om dienstverlening aan het publiek te verbeteren, administratieve lasten terug te dringen en de productiviteit van de overheid te verbeteren, is daarmee allerminst in een veilige haven beland. De politiek heeft vernieuwing van het openbaar bestuur niet langer hoog in het vaandel staan en kent geen voorvechter meer als Roger van Boxtel. De ministeries van Binnenlandse en Economische Zaken bestrijden elkaar en kampen met een verlammende onduidelijkheid over budgetten en bevoegdheden. Autonoom opererende lokale overheden hebben vaak geen visie op overheidsautomatisering, werken langs elkaar heen en laten zich door leveranciers op sleeptouw nemen.