Ambitieuze plannen met breedband
De FSO-technologie, waarbij via lichtpulsen datapakketjes worden verstuurd in het hoogfrequente terahertz (THz)-spectrum, dateert van het begin van de jaren tachtig. In de Verenigde Staten bieden bedrijven als AirFiber en Terabeam al enige tijd dergelijke verbindingen aan. “Het grote verschil is dat wij niet alleen de zakelijke, maar ook de particuliere markt willen bedienen”, zegt Lachman. Het is een bekend probleem: de kosten van snelle aanleg van de ‘last mile’ – glasvezel tot aan het woonhuis – zijn dusdanig hoog dat er voorlopig geen winst is te behalen uit breedband voor de consument. Maar met FSO liggen die kosten volgens Lachman 50 tot 70 procent lager. Lachman heeft het al eens eerder geprobeerd, met breedband via de satelliet, maar dat moest worden stopgezet omdat de satellietbedrijven niet de noodzakelijke breedbandcapaciteit konden leveren. “Satellietinternet werkt voor kleine groepen gebruikers, maar niet voor een massamarkt. Dan is de capaciteit gewoon onvoldoende.” Glasvezel LBDC gaat breedband inkopen bij een telecombedrijf en deze capaciteit naar een hooggelegen LONU (Laser Optical Neighbourhood Unit) transporteren. Vandaar kan een laserring worden opgezet naar MTU’s (Multiple tenants units). “Het signaal gaat via glasvezel helemaal tot aan het opzetkastje van de gebruiker”, legt Lachman uit. “Dat betekent dat we in gebouwen of woningen glasvezelgoten moeten aanleggen.” Niet alle woningen kunnen op deze manier worden voorzien van een laserverbinding, hetzij vanwege te hoge kosten of vanwege technische beperkingen. Wel kunnen via draadloos ethernet (WiFi) verbindingen worden overbrugd. Hoewel atmosferische omstandigheden normaal gesproken niet goed zijn voor FSO – mist, sneeuwval en regen kunnen het signaal dempen – zullen gebruikers daarvan volgens Lachman weinig merken. Problemen kunnen worden ondervangen door een hoog vermogen te gebruiken, de afstand tussen zender en ontvanger zo kort mogelijk te houden of door meerdere signalen voor een verbinding te gebruiken. “We hebben uitgerekend dat we hooguit vijf minuten per jaar uitval hebben.” Radiografische technieken als Local Multipoint Distribution Service (LMDS) en Microwave Multipoint Distribution Service (MMDS) of een initiatief als Digitenne (digitale ethertelevisie) ziet Lachman dan ook niet als concurrentie. “Onze techniek is robuuster.” Meer mogelijkheden LBDC wil overigens niet alleen faciliteiten leveren, maar ook inhoudelijke toepassingen aanbieden. “Anders komt het nooit van de grond”, zegt Lachman. “In feite gaan we hetzelfde doen als een kabelexploitant, maar dan met veel meer mogelijkheden. We gaan bijvoorbeeld ook tv en radio aanbieden, waarbij de consument tegen betaling ook programma’s kan opvragen.” Ook zouden bewakingsfaciliteiten en andere interactieve toepassingen kunnen worden aangeboden. Particuliere gebruikers krijgen dan ook niet zomaar een modem, maar een door LBDC zelf ontwikkeld ‘entertainmentapparaat’ waarin ook een DVD-speler en gameconsole zit ingebouwd. Aan ambities is dus geen gebrek: het bedrijf wil alleen al in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Canada 5 miljoen huishoudens aan een FSO-aansluiting helpen. In Nederland doet het bedrijf binnenkort al mee aan het Kenniswijk-project in Eindhoven. Daarbij is van de kant van de organisatie wel als voorwaarde gesteld dat het bedrijf ook toegang zal moeten bieden tot andere dienstenleveranciers. Lachman verwacht dat de consument straks voor een 10-megabit-aansluiting 25 tot 30 euro per maand zal moeten betalen, en 15 euro voor radio en televisie. Zelfs telefonie is denkbaar. Op dit moment is het bedrijf bezig kapitaal te vergaren onder internationale investeerders. Met de eerste financieringsronde, die in september wordt afgesloten, moet een bedrag van 3 tot 7 miljoen euro worden opgehaald. Lachman verwacht de investeringen snel terug te verdienen. Hij wordt daarin gesteund door marktonderzoekbureaus als The Yankee Group, die de omvang van de markt voor FSO-aansluitingen taxeren op een paar miljard dollar.